Na uw pensionering ruilt u uw beroepsinkomen in voor een pensioen. Afhankelijk van uw carrière ontvangt u een werknemers-, ambtenaren- en/of zelfstandigenpensioen. Een overlevingspensioen wordt betaald aan de langstlevende huwelijkspartner op basis van de loopbaan van de overleden partner. Aan weduwes of weduwnaars die nog niet oud genoeg zijn bij het overlijden van hun partner wordt tijdelijk een overgangsuitkering betaald.
Moet een gepensioneerde een belastingaangifte indienen?
Als alles correct is, hoeft u helemaal niets te doen. Fouten en onvolledigheden kunt u doorgeven via Tax-on-web of met het voorziene antwoordformulier. Gepensioneerden die bijvoorbeeld een vrijstelling van dividenden willen, moeten dat uitdrukkelijk vragen.
Hoe wordt een wettelijk pensioen belast?
Bij de uitbetaling van het wettelijk pensioen wordt bedrijfsvoorheffing ingehouden. Maar dat is niet meer dan een voorschot op de verschuldigde belasting. De definitieve belastingafrekening verloopt via uw belastingaangifte en houdt rekening met uw gezinssituatie, andere inkomsten en uitgaven.
Voor pensioenen en andere vervangingsinkomsten is er altijd een basisbelastingvermindering van 1.802,44 euro. Dat bedrag wordt afgetrokken van de verschuldigde belasting. Tegelijk kan een aanvullende vermindering tot maximaal 371,06 euro worden toegekend, afhankelijk van uw inkomen.
Dankzij die verminderingen betaalt een gepensioneerde die alleen een pensioen ontvangt dat niet hoger is dan 15.940 euro helemaal geen belastingen. De laagste pensioenen zijn dus volledig vrijgesteld van belastingen. Bij een hoger pensioen of de combinatie van een pensioen met andere inkomsten daalt de aanvullende vermindering in verhouding tot de hoogte van uw inkomen.
Moet u een buitenlands rustpensioen opnemen in uw belastingaangifte?
Ja, dat moet altijd. Of uw pensioen ook effectief in België belast wordt, hangt af van het land waaruit u een rustpensioen ontvangt. Met de meeste landen heeft België een dubbelbelastingverdrag afgesloten. Dat bepaalt of het pensioen belastbaar is in België of in het buitenland. Is het pensioen volgens het verdrag belastbaar in België - zoals een Frans of Luxemburgs pensioen - dan moet u het buitenlands pensioen aangeven en belastingen betalen in België.
Maar er zijn ook verdragen waardoor het bronland gerechtigd is het pensioen te belasten. Dat is bijvoorbeeld het geval voor pensioenen betaald door het Verenigd Koninkrijk en Duitse wettelijke pensioenen. In dat geval moet België een zogenaamde ‘vrijstelling met progressievoorbehoud’ verlenen. Dat betekent dat het inkomen niet in België wordt belast, maar dat er wel rekening mee wordt gehouden om de belasting op uw andere inkomsten te bepalen. De tarieven stijgen immers met het inkomen. Daarom moet u het pensioen aangeven in uw aangifte en uitdrukkelijk een voorkoming van Belgische belasting vragen.
Hebt u tijdens (een deel van) uw carrière in Nederland gewerkt en Nederlandse sociale bijdragen betaald of er gewoond? Doorgaans krijgt u een Nederlands staatspensioen, het zogenaamde AOW-pensioen. Daarover bestond in het verleden vaak discussie. Echter, pensioenen betaald na 1 januari 2017 worden steeds in België belast en niet in Nederland.
Kan een bijverdienste ertoe leiden dat mijn wettelijk pensioen zwaarder belast wordt?
In het verleden kon dat inderdaad. Er waren voorbeelden van gepensioneerden met een beperkte bijverdienste die een veelvoud van dat extra inkomen aan belastingen betaalden. Maar vanaf het aanslagjaar 2020 - de belastingaangifte die u nu moet invullen - is dat probleem weggewerkt. Dat is te danken aan de hervorming van de zogenaamde 'bijkomende vermindering' (boven op de 'basisbelastingvermindering').
In het verleden werd die bijkomende vermindering alleen toegekend als het gezinsinkomen uitsluitend uit een pensioen of een ander vervangingsinkomen bestond. Ze verviel dus als een gepensioneerde bijverdiende. Intussen is die bijkomende vermindering vervangen door een nieuwe aanvullende vermindering. Daarbij is de voorwaarde geschrapt dat het inkomen uitsluitend moet bestaan uit pensioenen of een ander vervangingsinkomen. Alleen voor de combinatie van een pensioen met een werkloosheidsuitkering is de pensioenval nog niet weggewerkt. Krijgt u als gepensioneerde voor een stukje van het jaar nog een werkloosheidsuitkering, dan is er nog altijd een beperkte pensioenval.
Pensioenen moet u aangeven in vak V. De pensioeninstelling bezorgt u een fiche 281.11 met de bedragen die u bij de verschillende codes moet opnemen. Voor wettelijke pensioenen is dat de code 1228/2228, voor overlevingspensioenen en overgangsuitkeringen is dat de code 1229/2229. Onder elk van die codes krijgt u aparte codes voor de ambtenarenpensioenen van december 2019. De ingehouden bedrijfsvoorheffing geeft u aan bij de code 1225/2225.
Voor een buitenlands pensioen zijn de codes gelijkaardig. Van het brutobedrag mag u de betaalde buitenlandse sociale bijdragen en buitenlandse belastingen aftrekken. Voor landen waar het land van uitbetaling belastingen mag heffen, vraagt u in rubriek C een vrijstelling. U vermeldt daar het betreffende land, de op uw aangifte invulde code(s) en het bedrag van het pensioen waarvoor u vrijstelling van Belgische belasting vraagt.