Hybride bedrijfswagens zijn om twee redenen fiscaal voordelig. Er is een hoge fiscale aftrekbaarheid voor de vennootschap die ze ter beschikking stelt en een bescheiden belastbaar voordeel voor de bestuurder. Die gunstige fiscaliteit is te danken aan de voordelige CO2-labels die hybride bedrijfswagens door hun elektromotor opgekleefd krijgen.
De regering wil komaf maken met nephybrides. Dat zijn benzine- of dieselwagens die ook een elektrische motor hebben, maar waarvan de regering meent dat de batterij zo klein is dat ze in de praktijk nauwelijks gebruikt wordt. ‘Nochtans moet je geen enorm elektrisch rijbereik hebben om vaak elektrisch te kunnen rijden’, merkt Joost Kaesemans, de woordvoerder van Febiac, op. ‘Een voorbeeld is het bedrijf Netika, dat volledig is overgeschakeld op elektrische auto’s en hybrides met een beperkte batterij. Zonder dat de werknemers thuis laden, rijden ze nu al 27 procent van de kilometers op zelf opgewekte zonnestroom.’
De groene bonus voor de fake hybrides wordt aangepakt in het kader van de hervorming van de vennootschapsbelasting. De regering heeft het wetsontwerp daarover goedgekeurd en het is nu voor advies naar de Raad van State gestuurd.
Echt of fake?
Welke hybrides worden nu als echt beschouwd en welke als fake? Het goede nieuws is dat de gewone hybrides buiten schot blijven. De regering viseert alleen de bedrijfswagens met plug-in-hybrideaandrijving - ook stekkerhybrides genoemd. De batterij van die wagens kan via een stopcontact of een laadpaal opgeladen worden. De stekkerhybrides zijn goed voor 47 procent van de nieuw ingeschreven hybride voertuigen en staan bijna allemaal (94 procent) ingeschreven op naam van een bedrijf.
Cruciaal wordt hoeveel energie de batterij kan bevatten. De lat wordt gelegd op minstens 0,6 kilowattuur voor elke 100 kilogram wagengewicht. Voor een auto die 1,5 ton weegt, moet de batterij dus minstens 9 kilowattuur stroom kunnen opslaan.
Wie dit jaar nog een bestelbon voor een plug-inhybride ondertekent, blijft genieten van de gunstige fiscale behandeling van vandaag.
De nieuwe regels gelden voor wagens aangekocht vanaf 1 januari 2018, maar de uitwerking gaat pas in vanaf 2020. Voor hybride auto’s die nu al op de baan zijn of die nog dit jaar gekocht worden, blijft alles bij het oude. Daarbij telt de datum van de ondertekende bestelbon of een afgesloten leasingcontract, de datum van inschrijving heeft geen belang. Wie dit jaar nog een bestelbon ondertekent, blijft dus genieten van de gunstige fiscale behandeling van vandaag.
‘Gezien de snelle evolutie van de batterijtechnologie en de dalende kosten ervan, kan verwacht worden dat voor tal van bestaande hybride modellen de batterijcapaciteit uitgebreid wordt. Zo gaat de Porsche Cayenne in zijn huidige vorm binnenkort uit productie. Alle voor België beschikbare Cayennes zijn op dit ogenblik verkocht of zullen voor eind dit jaar verkocht zijn. De nieuwe Cayenne krijgt een hogere batterijcapaciteit en wordt ook lichter’, zegt Kaesemans.
Voordeel alle aard
De wijzigingen zijn van belang voor bedrijfsleiders en werknemers die hun hybride bedrijfswagen ook privé mogen gebruiken. Dat privégebruik is een voordeel waarop belastingen betaald moeten worden. Onder ‘privé’ vallen niet alleen de kilometers die buiten de werkuren worden gereden, maar ook het traject naar het werk.
Niet het werkelijke voordeel wordt belast, maar wel een forfait. Dat zogenaamde voordeel alle aard hangt af van de catalogusprijs, de CO2-uitstoot en de leeftijd van de auto. Die formule blijft ongewijzigd, maar voor stekkerhybrides zal de gebruikte CO2-uitstoot afhangen van de energiecapaciteit van de batterij. Is die minstens 0,6 kilowattuur per 100 kilogram van het autogewicht, dan wordt de CO2 van de hybride versie gebruikt. Ligt de energiecapaciteit lager, dan wordt het voordeel alle aard berekend op basis van de niet-hybride tegenhanger van hetzelfde model. Bestaat die niet, dan wordt de CO2-waarde van de hybride vermenigvuldigd met 2,5.
Aftrekbaarheid
Ook de gunstige fiscaliteit voor de vennootschap of de zelfstandige die de wagen ter beschikking stelt, wordt ingeperkt. Er is een overgangsperiode van twee jaar: de nieuwe regels gelden pas vanaf 2020. In tussentijd krijgen eenmanszaken (die belast worden in de personenbelasting) een stimulans om voor een milieuvriendelijke wagen te kiezen. Vandaag kunnen ze de beroepsmatige autokosten voor 75 procent aftrekken, ongeacht de CO2-uitstoot. Vanaf volgend jaar kunnen ze - als dat voordeliger is - kiezen voor de getrapte aftrekregeling in functie van de CO2-uitstoot zoals die geldt voor vennootschappen. De aftrek voor eenmanszaken blijft minstens 75 procent, zelfs al gaat het om een vervuilende wagen.
Vanaf 2020 geldt zowel voor zelfstandigen als voor vennootschappen een zelfde formule om het aftrekpercentage te bepalen. Dat wordt als volgt berekend: 120 % - (0,5% x brandstofcoëfficiënt x aantal gram CO2 per kilometer). De brandstofcoëfficiënt bedraagt 1 voor diesel(hybrides), 0,95 voor benzine(hybrides) en 0,9 voor auto’s op CNG met maximaal 11 fiscale pk. Het bekomen tarief bedraagt minstens 50 en wordt afgetopt op 100 procent. Dat heeft tot gevolg dat de verhoogde aftrekbaarheid van 120 procent voor elektrische auto’s sneuvelt. Voor de meest vervuilende auto’s - met een CO2-uitstoot van minstens 200 gram per kilometer - zal de aftrek beperkt worden tot 40 procent.
Naar analogie met de berekening van het voordeel alle aard, zal voor hybrides de gebruikte CO2-uitstoot afhangen van de energiecapaciteit van de batterij. Alleen als die minstens 0,6 kilowattuur per 100 kilogram van het autogewicht bedraagt, wordt de CO2 van de hybride versie gebruikt.