Voor de inrichting van een degelijke thuisbioscoop zijn drie zaken fundamenteel: het beeld, het geluid en (vaak vergeten) de ruimte. Het aspect beeld spreekt voor zich. Voor het maximale cinemagevoel wilt u dat zo groot mogelijk hebben. Zo komt u bijna automatisch uit bij een videoprojector, want zelfs een tv-scherm met een diameter van 77 of 88 inch is te klein om dat cinemagevoel op te roepen.
Met een projector vult u moeiteloos schermgroottes tot wel 200 inch (5 meter) en meer. Let wel: hoe groter het gewenste beeld is, hoe kwalitatiever de projector moet zijn. Dat doet ook het prijskaartje stijgen.
Projectoren komen in verschillende soorten. De lcd-modellen, die meestal ook in vergaderzalen worden gebruikt, zijn goede instappers voor beperkte budgetten. De beeldkwaliteit en lichtopbrengst kunnen vaak verrassend goed zijn, zeker als u een model kiest met drie lcd-panelen (eentje voor elke basiskleur: rood, groen en blauw).
Een opstapje vormen de DLP-projectoren (Digital Light Projection). Die hebben een chip met honderdduizenden minuscule spiegeltjes die kunnen kantelen. Elk spiegeltje staat voor een pixel op het scherm. Is het spiegeltje gekanteld, dan wordt er licht naar het scherm weerkaatst. Zo niet, wordt het licht tegengehouden. Ook van DLP-projectoren bestaan varianten met drie chips (alweer voor rood, groen en blauw), die een betere beeldkwaliteit leveren, maar een pak duurder zijn.
De beste projectoren zijn ook zwaar, groot en technisch complex.
De derde technologie heet LCoS of Liquid Cristal on Silicon. Die is momenteel het neusje van de zalm. Zulke apparaten hebben de beste beeldkwaliteit en de beste zwartweergave, maar zijn ook zwaar, groot en technisch complex. Ze vereisen meestal ook een vaste installatie aan het plafond, al bestaan er tegenwoordig ook zogenaamde ‘short throw’-modellen. Dat zijn projectoren die u niet aan een plafond moet bevestigen, maar die u vlak voor het scherm mag neerzetten. Dat maakt de installatie natuurlijk een stuk eenvoudiger, want u hebt geen stopcontact aan uw plafond nodig en het is overbodig videokabels naar de achterkant van de kamer te trekken.
Ook van lcd- en DLP-projectoren zijn ‘short throw’-varianten op de markt. Welke projector u ook kiest, ga in elk geval voor een apparaat met 4K-resolutie. Die zijn niet veel duurder meer dan hun full hd-broertjes en zijn de meerprijs waard, zeker nu almaar meer films en series in 4K-kwaliteit beschikbaar zijn.
Laat het laken in de kast
Een goede homecinema kan niet zonder deftig projectiescherm. Veel mensen proberen op een witte muur of een laken te projecteren, maar ideaal is dat zeker niet. Een projectiescherm schept een hogere lichtopbrengst en brengt de beeldkwaliteit en de kleurweergave van de projector pas echt tot hun recht. U moet kiezen tussen een vast scherm of een scherm dat manueel of elektrisch kan worden opgerold. Als uw homecinema een ruimte in uw huis is die geen enkele andere functie heeft, past een vast scherm natuurlijk prima. Maak ook dat u de kamer volledig kunt verduisteren, dus liefst zonder ramen of minstens met rolluiken. In een volledig duistere kamer moet de relatief beperkte lichtopbrengst van uw projector niet opboksen tegen het daglicht.
Ook de inrichting van de thuiscinema verdient aandacht: denk aan bioscoopstoelen, ledverlichting of een domoticasysteem om een en ander aan te sturen.
Daverende bassen
Een ander belangrijk aspect van de kamer is de akoestische behandeling. Dat gaat in twee richtingen. Als uw kinderen slapen, wilt u niet dat zij kunnen ‘meegenieten’ van de daverende bassen als u naar ‘Transformers: The Last Knight’ aan het kijken bent. De kamer moet dus voldoende akoestisch geïsoleerd zijn.
Als u de akoestische behandeling van uw homecinema serieus aanpakt, is in bestaande huizen kap- en breekwerk nodig.
Een tweede aspect is dat ook de kamer zelf invloed heeft op de geluidskwaliteit. Die kamer optimaliseren is echter geen eenvoudige klus. Er bestaan wel wat materialen en oplossingen voor, maar tenzij u een akoestisch ingenieur bent of kaas hebt gegeten van ‘bass traps’, staande golven en nagalmtijden laat u dat beter over aan een professional. Die moet u uiteraard wel vergoeden. Als u dit serieus wilt aanpakken, dan komt er in bestaande huizen vaak ook wel wat kap- en breekwerk bij kijken.
Nochtans is die akoestische behandeling van een kamer geen overbodige luxe, zeker als u de geluidskwaliteit van uw thuisbioscoop serieus neemt. En geluid is vaak net zo’n integraal onderdeel van de beleving als het beeld. Een basisinstallatie met 5.1-geluid (vijf luidsprekers en een subwoofer voor de bassen) is het absolute minimum tegenwoordig. Hebt u de plaats en het budget, ga dan meteen voor een Dolby Atmos-installatie, die ook in commerciële bioscopen gebruikt word. Atmos gebruikt meer luidsprekers dan de traditionele 5.1 en laat ook toe om elke luidspreker individueel aan te sturen, waardoor ‘object based audio’ met een zeer realistische geluidsweergave mogelijk wordt.
Van welke budgetten moet u uitgaan om een homecinema in te richten? Dat is een lastige vraag omdat dit soort projecten vaak maatwerk zijn. Heel veel hangt af van individuele keuzes. Weet dat the sky the limit is. Haalt u een eenvoudige lcd-projector uit de Mediamarkt met een alles-in-ééngeluidssetje, dan hebt u allicht genoeg aan een kleine 2.000 euro. Wilt u een volledig ingerichte kamer met een LCoS-projector van topkwaliteit, een Dolby Atmos- installatie en een volledige akoestische inrichting? Dan zijn budgetten van zelfs tienduizenden euro’s snel opgesoupeerd.