Steeds meer beleggers ontdekken de voordelen van een spaarplan waarbij ze maandelijks een vast bedrag storten in een klassiek beleggingsfonds of beursgenoteerd indexfonds. Het aanbod van dergelijke spaarplannen is intussen enorm, want u vindt ze in ons land in alle vormen terug (zie tabel) bij tientallen banken, verzekeraars, brokers en robo-advisors (digitale platformen die computeralgoritmen gebruiken om geautomatiseerde portefeuilles op te bouwen).
Een keuze maken is niet eenvoudig, maar meteen goed kiezen is wel belangrijk, omdat zo’n plan meestal voor de lange termijn is bedoeld. Welke factoren zijn belangrijk bij de keuze?
Lees meer over trackers en andere spaar- en beleggingsproducten in de Spaar- en beleggingsgids van De Tijd, nu zaterdag gratis bij de krant.
1/ Kies de juiste spreiding
Het grote voordeel van fondsen of trackers is de brede spreiding die ze bieden. Ze beleggen doorgaans in honderden aandelen of obligaties tegelijk. Maar vergis u niet: het ene fonds (of tracker) is veel risicovoller dan het andere. Een fonds dat 100 procent in aandelen belegt, is risicovoller dan een fonds dat bijvoorbeeld in overheidsobligaties belegt. En een fonds dat uitsluitend in technologieaandelen investeert, is risicovoller dan een fonds dat zijn aandelenportefeuille beter spreidt.
Hoe langer de beleggingshorizon, hoe meer risico u in principe aankunt, al verschilt de tolerantiedrempel van persoon tot persoon. Met een zeer lange horizon kan een 100 procentaandelenbelegging zeker verantwoord zijn; maar wie minder risico wil, kan kiezen voor een gemengd fonds dat zowel in aandelen als obligaties belegt.
In alle spaarplannen kunt u kiezen uit verschillende soorten fondsen en trackers, van pure obligatiefondsen tot gemengde fondsen en pure aandelenfondsen. Maar het aanbod varieert, dus de eerste stap is nagaan of de belegging die u zoekt ook in het aanbod van uw spaarplan zit.
Bij robo-advisors kunt u bijvoorbeeld niet zelf een specifiek fonds of welbepaalde tracker kiezen. Daar bestaat het aanbod uit modelportefeuilles, die doorgaans uit meerdere trackers zijn samengesteld. Deze modelportefeuilles zijn afgestemd op verschillende risicoprofielen, waarbij aandelen en obligaties een vast percentage van de portefeuille innemen. Het voordeel van deze formule is dat uw portefeuille automatisch wordt aangepast aan uw risicoprofiel, aangezien de portefeuilles regelmatig worden geherbalanceerd.
2/ Bekijk de transactiekosten
Zodra u weet welk type fonds of tracker u zoekt, is het belangrijk om deze op de meest kostenefficiënte manier aan te kopen, vooral omdat u in een spaarplan meerdere aankopen per jaar zult doen.
De aankoop van een fonds of tracker gaat altijd gepaard met transactiekosten. Bij fondsen worden die als een percentage uitgedrukt, doorgaans tussen 0 en 3 procent. Als u bijvoorbeeld een fonds met 2 procent instapkosten koopt voor 50 euro, dan betaalt u dus 1 euro instapkosten.
Voor trackers is het anders, omdat ze beursgenoteerd zijn. De meeste banken en brokers rekenen voor het verhandelen van beurseffecten een vast bedrag per order aan. Daar wringt het schoentje voor spaarders die maandelijks een klein bedrag in een tracker willen beleggen. Belegt u bijvoorbeeld 50 euro in een tracker, dan komt een makelaarsloon van 6 euro neer op 12 procent instapkosten. De keuze van de broker is dus cruciaal voor wie maandelijks met zeer kleine bedragen in een tracker wil stappen. Terwijl sommige brokers tot 15 euro per order aanrekenen, bieden sommige (buitenlandse) spelers de mogelijkheid om trackers zonder instapkosten aan te kopen.
3/ Let op voor de jaarlijkse beheerskosten
Naast de transactiekosten zijn er ook jaarlijkse kosten die automatisch van het fonds of de tracker worden afgehouden. Deze kosten worden niet bepaald door de bank of broker waar u het fonds koopt, maar door de producent van het fonds of de tracker. Hoewel deze kosten bij elke broker voor hetzelfde fonds gelijk zijn, moet u er toch aandacht aan schenken. Want die kosten kunnen fors verschillen.
Bij een klassiek (niet-beursgenoteerd) aandelenfonds, dat een beursindex wil verslaan, liggen de lopende kosten doorgaans tussen 1,3 en 1,8 procent per jaar. Bij een aandelentracker, die simpelweg een beursindex wil volgen, liggen de lopende kosten doorgaans tussen 0,1 en 0,4 procent per jaar.
Bovendien rekenen sommige aanbieders van spaarplannen, zoals robo-advisors, boven op de beheerskosten van de fondsen of trackers ook hun eigen beheerskosten aan. Deze liggen doorgaans tussen 0,8 en 1 procent per jaar voor startende beleggers die met kleine bedragen beleggen. Voordeel is wel dat in deze jaarlijkse kosten de transactiekosten en de kosten voor het herbalanceren van de portefeuille zijn inbegrepen.
Wie met een spaarformule werkt, wil doorgaans maandelijks een vast bedrag storten in een tracker of fonds. Maar dat fractioneel beleggen is niet bij alle brokers mogelijk.
4/ Zijn er andere kosten?
Naast de transactie- en beheerskosten is het soms opletten voor andere kosten die in rekening worden gebracht. Bij de Nederlandse broker BUX, bijvoorbeeld, wordt een maandelijkse service fee van 2,99 euro aangerekend. Bij Degiro is er sprake van een abonnementsgeld om toegang te krijgen tot bepaalde beurzen waarop trackers noteren.
Ook het bewaarloon kan een extra kostenpost zijn waarmee u rekening moet houden. Bij ING Self Invest bedraagt het bewaarloon 0,0242 procent per maand, met een minimum van 0,30 euro. Als u na meerdere jaren 10.000 euro hebt opgebouwd in een tracker, betaalt u jaarlijks 29,04 euro bewaarloon. Sommige brokers rekenen ook kosten aan voor de zichtrekening die u moet openen en die verbonden is aan de effectenrekening.
5/ Kunt u fractioneel beleggen?
Wie met een spaarformule werkt, wil doorgaans maandelijks een vast bedrag storten in een tracker of fonds. Maar dat fractioneel beleggen is niet bij alle brokers mogelijk, waardoor u een afgerond aantal deelbewijzen moet kopen. Omdat de koers van het fonds of de tracker dagelijks wijzigt, zult u hierdoor elke maand voor een ander bedrag moeten beleggen.
Gelukkig bieden brokers zoals BUX, Trade Republic en Mexem wel de mogelijkheid om fractioneel te beleggen. Ook bij robo-advisors is het perfect mogelijk om een vast bedrag per maand in het plan te stoppen.
6/ Let op voor de fiscus
Wie belegt in fondsen of trackers moet rekening houden met de fiscale behandeling, zoals de beurstaks en de roerende voorheffing. Een valkuil bij trackers is de complexiteit van de beurstaks in ons land. Een tracker die geen dividenden uitkeert en in België is geregistreerd, valt absoluut te mijden. Bij zo’n tracker betaalt u immers zowel bij aankoop als bij verkoop 1,32 procent beurstaks. Kiest u voor een niet-geregistreerde tracker, dan bedraagt de beurstaks slechts 0,12 procent.
De grote aanbieders van trackers in ons land zijn zich bewust van die discrepantie, en hebben daarom veel trackers niet geregistreerd, hoewel u ze toch makkelijk kunt kopen bij uw broker. Als de tracker geregistreerd is, dan staat hij op de lijst van openbare instellingen voor collectieve beleggingen op de website van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA). Veiliger is evenwel om eerst bij uw broker te informeren welke beurstaks hij aanrekent op de trackers waarin u wilt beleggen.
7/ Hebt u een Belgische rekening?
Nog een belangrijk aandachtspunt bij de keuze van een broker is het land waar de broker gevestigd is. Als u voor een buitenlandse speler kiest, moet u een buitenlandse rekening openen, wat enkele bijkomende administratieve verplichtingen met zich meebrengt. Zo moet u het bestaan van die rekening eenmalig melden bij het Centraal Aanspreekpunt van de Nationale Bank (NBB), en jaarlijks aankruisen in uw belastingaangifte.
Bovendien zal een buitenlandse speler de Belgische roerende voorheffing op dividenden (als u voor een dividendfonds koos) niet automatisch inhouden. U moet die dus zelf via uw belastingaangifte aangeven.
Ten slotte is het uitkijken voor de beurstaks. De meeste spelers rekenen die zelf af, maar bij sommige buitenlandse brokers moet u die beurstaks achteraf zelf betalen. Dat is een administratieve rompslomp.
‘Trackers kunnen dividenden uitkeren of deze automatisch herbeleggen (kapitaliseren) binnen de tracker. Voor trackers die beleggen in aandelen kiest u beter voor de kapitaliserende versie. Want daarmee vermijdt u de roerende voorheffing. De tracker ‘iShares MSCI France’ is extra aantrekkelijk, omdat er een belastingverdrag bestaat tussen Ierland en Frankrijk, waardoor de tracker zelf geen Franse bronheffing betaalt. Dit biedt dus een kans om onrechtstreeks Franse dividenden bruto te innen. Als u toch voor een dividenduitkerende tracker gaat, zorg dan dat deze van Ierse of Luxemburgse origine is. Zo vermijdt u de dubbele bronheffing.’