Sinds 27 maart 2019 kunt u sparen voor een vrij aanvullend pensioen voor werknemers (VAPW). Die nieuwe pensioenspaarformule is in de eerste plaats bedoeld voor werknemers van wie de werkgever geen aanvullend pensioen aanbiedt. Ze kunnen zelf de eerste stap zetten om via hun bedrijf een bijkomende pensioenpot aan te leggen.
- Zo berekent u hoeveel u nodig hebt om rond te komen
- Hoeveel jaar werken voor een volledig pensioen?
- Hoe uw wettelijk pensioen aanvullen?
Als u geïnteresseerd bent, moet u uw werkgever melden dat u een vrij aanvullend pensioen wenst op te bouwen. De werkgever zal de door u gekozen bijdrage inhouden van uw nettoloon en doorstorten aan de pensioeninstelling.
Maar er is een belangrijk verschil tussen de pensioenplannen die werkgevers aanbieden en een VAPW. Werkgevers die een groepsverzekering of pensioenfonds aanbieden, moeten over de looptijd van het pensioenplan een rendement van minstens 1,75 procent per jaar waarborgen. Die rendementsgarantie is er niet bij een VAPW.
U kunt zelf de invulling van uw VAPW bepalen. Dat betekent dat u ook kunt aangeven in welk type belegging u uw centen wilt storten. Kiest u voor een verzekeraar, dan hebt u de keuze tussen tak21, tak23 of een combinatie van beide. Bij een tak21-verzekering is er een rendementsgarantie en een winstdeelname. U bent dan zeker dat uw kapitaal minstens behouden blijft. Bij tak23 neemt u meer risico, met doorgaans een potentieel hoger rendement.
Bedrag?
U mag zelf beslissen hoeveel u jaarlijks spaart, maar u moet wel onder een bepaald plafond blijven. Het gespaarde bedrag mag per jaar niet hoger liggen dan 1.600 euro of 3 procent van het brutoloon dat u twee jaar voordien kreeg.
VOORBEELD
Stel dat u in 2017 een loon had van 50.000 euro, dan mag u in 2019 voor maximaal 1.600 euro bijdragen storten in uw VAPW-overeenkomst.
Maar als u twee jaar geleden een loon had van 70.000 euro, dan mag u in 2020 voor maximaal 2.100 euro (3% van 70.000) storten in uw VAPW-overeenkomst.
Fiscaal voordeel?
De bijdragen voor het VAPW zijn onderworpen aan een verzekeringstaks van 4,4 procent en komen in aanmerking voor een belastingvermindering van 30 procent in de personenbelasting. De bedrijfsvoorheffing zal meteen rekening houden met die belastingvermindering van 30 procent op de bijdragen, waardoor er dus slechts 70 procent van de bijdragen effectief wordt afgehouden van uw loon.
Op fiscaal vlak is het VAPW een stuk minder interessant dan het individueel pensioensparen en het langetermijnsparen.
Bij de uitkering van het aanvullend pensioen bij pensionering of overlijden wordt het kapitaal belast tegen 10 procent. Bovendien is een dubbele sociale bijdrage verschuldigd, namelijk een RIZIV-bijdrage van 3,55 procent en een solidariteitsbijdrage van 0 tot 2 procent.
VAPW als aanvulling?
Ook als uw werkgever maar een beperkte groepsverzekering aanbiedt, kunt u uw pensioen via het VAPW aanvullen. Om te weten of u in aanmerking komt voor het VAPW en hoeveel u in uw specifieke geval mag inleggen, moet u een vrij ingewikkelde berekening maken.
Daarvoor hebt u uw brutoloon van twee jaar geleden nodig, de al opgebouwde pensioenreserve en de gemiddelde rentevoet die wordt gebruikt om uw aanvullende pensioenopbouw van 2 jaar geleden te berekenen. Dat was voor sommigen een belemmering, maar hoeft dat niet langer te zijn: al enkele maanden kunt u de berekening automatisch laten uitvoeren op mypension.be.
Simulaties
De simulaties hieronder maken duidelijk dat de mogelijkheden van het VAPW verschillen van persoon tot persoon.
- Simulatie 1
De eenvoudigste berekening is wanneer u geen aanvullend pensioen via uw werkgever hebt. In dat geval mag u 3 procent van uw brutoloon van 2 jaar geleden in het VAPW stoppen.
Iemand met een brutoloon van 40.000 euro komt uit op een bedrag van 1.200 euro. In de berekening op mypension.be wordt dat bedrag automatisch naar 1.600 euro opgetrokken. Dat is het maximumbedrag dat u in dat geval aan het VAPW kunt besteden. Maar in de praktijk staat het u volkomen vrij om een kleiner bedrag opzij te zetten.
Verdient u bijvoorbeeld 60.000 euro bruto per jaar, dan beloopt het bedrag dat u aan het VAPW mag toewijzen 1.800 euro. Maar opnieuw: u mag ook voor een kleiner bedrag kiezen.
- Simulatie 2
Hebt u wel een aanvullend pensioen van uw werknemer, dan hangt het van de omvang van uw aanvullende pensioenopbouw af of u wel of niet van het VAPW kunt gebruikmaken. Uw aanvullende pensioenopbouw van de voorbije twee jaar wordt immers in mindering gebracht van de premie die op basis van uw brutoloon werd berekend.
Om de pensioenopbouw te bepalen wordt het verschil berekend tussen uw reserve op 1 januari van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van opbouw (n-1) en uw reserve op 1 januari van het tweede jaar dat voorafgaat aan het jaar van opbouw (n-2). De pensioenreserve van dat jaar wordt op 1 januari gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgelegde gemiddelde rentevoet.
Had u twee jaar geleden bijvoorbeeld een inkomen van 40.000 euro en dus het recht om voor 1.600 euro in het VAPW te stappen en bouwde u in de voorbije twee jaar een reserve van 123 euro op, dan mag u voor maximaal 1.477 euro in het VAPW stappen.
Als de pensioenopbouw over de voorbije twee jaar gelijk aan of groter is dan het bedrag dat u op basis van uw brutoloon mag besteden, komt u niet voor het VAPW in aanmerking. Stel dat u bijvoorbeeld twee jaar geleden een brutoloon van 60.000 euro had, dan bedraagt uw maximumbedrag voor het VAPW 1.800 euro (3% van loon). Maar als u bijvoorbeeld een pensioenopbouw van 2.124,73 had, dan blijft er geen ruimte over om in het VAPW te stappen.
In principe bent u in dit laatste geval eigenlijk goed af. Het betekent dat u van uw werkgever een aanzienlijk aanvullend pensioen aangeboden krijgt en dat u niet in eigen zak moet tasten om de bestaande voorziening aan te vullen.
Laten we eerlijk zijn: het VAPW is niet de beste manier om een aanvullend pensioen op te bouwen. Op fiscaal vlak is het VAPW een stuk minder interessant dan het individueel pensioensparen en het langetermijnsparen. Daarom raden fiscalisten aan om eerst de korf van het individueel pensioensparen en het langetermijnsparen volledig te benutten voordat u stort in een VAPW.