U hebt geen kinderen en wilt al uw goederen aan uw partner nalaten. Maar tegelijk wilt u niet dat uw familie in de kou blijft staan als ook uw partner sterft. Of u wilt verhinderen dat bij het overlijden van uw erfgenaam uw bezittingen in handen komen van uw schoonfamilie – de zogenaamde ‘koude kant’?
Een restlegaat en een restschenking zijn vooral nuttige clausules voor kinderloze koppels die hun eigen familie niet in de kou willen laten staan.
U wilt zo goed mogelijk genieten van het feit dat uw partner geen erfbelasting betaalt op de gezinswoning, maar vermijden dat uw kinderen bij het overlijden van hun langstlevende ouder alsnog de fiscale rekening gepresenteerd krijgen? Of u wilt liever niet dat uw kinderen zwaar worden belast op wat zij erven van hun kinderloze broer of zus? Of nog: u wilt een van uw kinderen belonen, omdat dat kind na uw dood de verzorging van een hulpbehoevende broer zal overnemen?
Het zijn slechts enkele situaties waarin een ‘restlegaat’ of ‘restschenking’ een ideale oplossing biedt. ‘Zeker bij grote schenkingen zien we dergelijke restschenkingen meer en meer voorkomen’, weet Hannes Casier, partner bij Argo Law.
Via een testament?
Een ‘legaat’ is een (stukje) erfenis dat iemand verkrijgt via testament. Een ‘restlegaat’ is een specifieke clausule in een testament met een dubbele uitwerking. U duidt twee begunstigden aan: de eerste erft in eerste instantie de goederen die u in het legaat opneemt. Wat daarvan na zijn of haar dood overblijft, gaat niet naar diens erfgenamen, maar naar de tweede begunstigde in uw testament.
- Een restschenking moet altijd via een notariële akte worden opgesteld.
- Een restlegaat daarentegen kan wél eigenhandig worden opgesteld. Maar, omdat het cruciaal is dat u alles zorgvuldig formuleert, laat u zich toch maar beter adviseren door een deskundige, zoals een notaris.
Doordat een restlegaat verloopt via een testament, mag het de rechten van uw wettelijke erfgenamen niet aantasten. U mag het alleen gebruiken voor dat deel van uw nalatenschap waarover u vrij mag beschikken.
De eerste begunstigde mag de goederen vrij beheren en erover beschikken. Maar hij mag ze niet wegschenken of via een testament aan anderen vermaken, tenzij u dat anders zou bepalen.
Of toch liever via een schenking?
Een ‘restschenking’ heeft dezelfde uitwerking, maar dan voor de goederen die al tijdens het leven werden geschonken. U schenkt, en wat er bij het overlijden van de begiftigde rest, gaat naar een begunstigde die de oorspronkelijke schenker al heeft bepaald.
In de Erfenisgids leest u alles wat u moet weten voor een vlotte overdracht van uw nalatenschap.
- Wat als u nog van uw centen wilt genieten na een schenking?
- Wat als u wilt vermijden dat uw erfgenamen uw vermogen erdoorheen jagen?
- Wat als u uw kinderen niet wilt benadelen door te hertrouwen?
De Erfenisgids. Zaterdag 5 september gratis bij De Tijd
‘In vergelijking met het restlegaat heeft de restschenking het voordeel dat het gaat om een schenking waarvoor de tarieven van de schenkbelasting gelden.’ Die zijn vlak en relatief laag: 3 procent in rechte lijn en 7 procent tussen anderen. ‘Bij een restlegaat gaat het om een erfenis, waarop de tarieven van de erfbelasting van toepassing zijn. En die zijn nog steeds hoger’, merkt Levi De Feyter, senior estate planner bij Deutsche Bank, op. Ze gaan van 3 tot 27 procent in rechte lijn, bijvoorbeeld.
De Feyter verkiest vanwege dat fiscale aspect de restschenking boven het restlegaat, maar beide zijn nuttig in een goede planning. Daarom zal hij bij het uitwerken van een erfenisplanning – nadat hij eerst het huwelijkscontract heeft bekeken – altijd beginnen met het uitwerken van een testament en een zorgvolmacht. ‘Dat doen we om de tijdsdruk voor de cliënt weg te nemen. Wanneer we hun huwelijkscontract verfijnen en aanvullen met een op maat gemaakt testament en een gedetailleerde notariële zorgvolmacht, kan de cliënt in principe zoveel tijd nemen als hij nodig heeft om schenkingen uit te werken. Je moet immers klaar zijn om te schenken’, vindt De Feyter. ‘Natuurlijk is het noodzakelijk dat het huwelijkscontract, de schenkingen, de zorgvolmacht en het testament op elkaar zijn afgestemd om een optimale civiele en fiscale vermogensplanning te bereiken.’
‘Een restschenking moet altijd via een notariële akte worden opgesteld’, weet De Feyter. Een restlegaat daarentegen kan wel eigenhandig worden opgesteld. Maar, omdat het belangrijk is dat u dit alles zorgvuldig formuleert, laat u zich daarvoor toch het best adviseren door een deskundige, zoals een notaris.
Fiscaal voordelig
Niet alleen krijgt u door een restlegaat of -schenking de ultieme controle, deze clausules zijn ook fiscaal interessant. ‘De tweede begunstigde betaalt namelijk het tarief erf- of schenkbelasting op basis van zijn verwantschap met de opsteller van het testament of de schenker. De verwantschap tussen de eerste en tweede erfgenaam of begiftigden speelt geen enkele rol.’
Voorbeeld
Stel dat zoon Jan erft van zijn vader Dirk via een restlegaat, met de voorwaarde dat wat van die erfenis overblijft bij zijn overlijden naar zijn zus Els moet gaan en niet naar zijn vrouw Anja. Bij het overlijden van Jan betaalt Els niet het erfbelastingtarief dat geldt tussen broer en zus, meer bepaald 25 tot 55 procent, maar het erfbelastingtarief tussen ouder en kind, namelijk 3, 9 of 27 procent, afhankelijk van de omvang van wat nog rest van de oorspronkelijke erfenis die vader Dirk naliet aan Jan.
Schonk vader Dirk aan zoon Jan met een restlegaat ten voordele van Els, dan betaalt Els bij het overlijden van Jan slechts 3 procent in plaats van 7 procent schenkbelasting op wat nog overblijft van die schenking. Els betaalt namelijk het tarief schenkbelasting dat geldt in rechte lijn (3 procent) en niet het tarief dat geldt voor anderen (7 procent).
Partners hoeven geen erfbelasting te betalen op de gezinswoning. Dat geldt voor gehuwden en wettelijke samenwoners vanaf dag één, partners die feitelijk samenwonen, moeten wel minstens drie jaar onder hetzelfde dak geleefd hebben. Het kan fiscaal dus interessant zijn om met een testament de gezinswoning volledig toe te wijzen aan de langstlevende (ervan uitgaande dat de reserve van de kinderen dat toelaat). Maar een dergelijke regeling zal de kinderen duur te staan komen. Gelukkig kan een restlegaat de fiscale pil verzachten.
Voorbeeld
Dirk en zijn vrouw Ilse zijn elk voor de helft eigenaar van de gezinswoning, die 1 miljoen euro waard is. Het koppel heeft twee kinderen, Jan en Els.
Via zijn testament laat Dirk zijn helft van het huis volledig na aan Ilse. Zo verwerft Ilse na het overlijden van Dirk de volle eigendom van de gezinswoning zonder dat ze daarop erfbelasting moet betalen. Als Ilse vervolgens overlijdt, erven Jan en Els de gezinswoning van hun moeder. Maar zij moeten dan wel elk op 500.000 euro erfbelasting betalen. Ze tellen, met andere woorden, elk 87.000 euro erfbelasting neer.
‘Dat kan beter met het restlegaat, omdat dit de progressiviteit van de tarieven van de erfbelasting doorbreekt’, zegt Levi De Feyter, senior estate planner bij Deutsche Bank. Als Dirk met een restlegaat werkt voor zijn aandeel in de gezinswoning, komt zijn deel in die gezinswoning na zijn overlijden in eerste instantie in volle eigendom toe aan Ilse. Ten tweede legt hij vast dat dit deel na het overlijden van Ilse toekomt aan hun kinderen Jan en Els, elk voor de helft. Bij het overlijden van Ilse betalen Jan en Els dan in twee delen erfbelasting.
Het eerste deel bestaat uit wat ze via het restlegaat in handen krijgen uit de erfenis van Dirk (de helft van de gezinswoning). Van die 500.000 euro erven ze elk 250.000 euro. Jan en Ilse betalen daarop elk 19.500 euro erfbelasting. ‘Daarvoor moeten ze een bijvoeglijke aangifte bij de erfenisaangifte van Dirk invullen’, legt De Feyter uit.
Het tweede deel dat Jan en Els erven, bestaat uit de helft van de gezinswoning die ze erven van Ilse. Jan en Els erven elk 250.000 euro en betalen daar elk 19.500 euro erfbelasting op.
Dankzij het restlegaat van Dirk betalen Jan en Els dus elk 39.000 euro erfbelasting in plaats van 87.000 euro. Dat is een besparing van 48.000 euro voor elk van hen, of in totaal 96.000 euro.
Het restlegaat is daardoor een goede manier om de erfbelasting op de gezinswoning te drukken. ‘Aangezien een testament puur persoonlijk is, moeten beide ouders wel zo’n restlegaat opstellen’, besluit De Feyter.
Voor wie interessant?
Zoals al vermeld zijn een restlegaat en een restschenking nuttig voor kinderloze koppels die hun eigen familie niet in de kou willen laten staan. Neem het voorbeeld van Jan en Anja. Ze wonen wettelijk samen en hebben geen kinderen. Jan wil dat zijn volledige vermogen naar Anja gaat na zijn overlijden, maar wil dat die goederen na haar overlijden terugkeren naar zijn eigen familie. Dan kan hij in een testament opnemen dat Anja zijn volledige vermogen erft door haar aan te stellen als zijn algemene legataris, maar daarbij bepalen dat wat overblijft van die erfenis bij haar overlijden naar zijn familie moet gaan.
Een variant daarop zijn koppels die willen vermijden dat hun vermogen in handen komt van de schoonfamilie. Stel dat Jan en Anja een zoon Bert hebben die gehuwd is met Sara. Zij willen hun volledige vermogen nalaten aan Bert, maar willen niet dat het familievermogen in handen komt van de familie van schoondochter Sara na het overlijden van hun zoon Bert. Met een restlegaat kunnen ze ervoor zorgen dat wat nog rest van wat Bert erfde van zijn ouder, terugkeert naar de familie van Bert.
Bij gezinnen met een verstandelijk beperkt kind zal het dikwijls voorkomen dat dit kind geen erfgenamen heeft. Het zullen dus meestal de broers en zussen zijn die zullen erven. Om te vermijden dat zij de hogere tarieven in de zijlijn van 25 tot 55 procent moeten betalen op erfenissen tussen broers en zussen, kunnen de ouders in hun testament een restlegaat opnemen voor het deel dat het zorgbehoevende kind erft. Daardoor betalen de broers en zussen slechts 3, 9 of 27 procent op wat hun zorgbehoevende broer of zus nalaat.
Vindt u dat een ‘restschenking’ of ‘restlegaat’ ook interessant is in uw situatie? Hieronder vindt u de juridisch sluitende formuleringen. Handig: u hoeft ze alleen maar te ‘knippen en plakken’ in uw schenkingsakte of testament. En u bent 100 procent beschermd.
Restschenking
‘Indien de begiftigde, die ik in deze bepaling de bezwaarde noem, bij zijn overlijden de geschonken goederen niet geheel of gedeeltelijk heeft verbruikt, komt dit restant terug naar mijn vermogen en schenk ik dit restant nu al aan mijn kleinkinderen, die ik in deze bepaling de verwachters noem, aan ieder van hen voor een gelijk deel.
De bezwaarde mag het aan hem geschonken vermogen gebruiken en zelfs verbruiken. Alleen wegschenken is hem ontzegd, tenzij hij die schenking ten voordele van de verwachters doet.’
Restlegaat
‘Indien mijn erfgenaam, die ik in deze bepaling de bezwaarde noem, bij zijn overlijden de aan hem gelegateerde goederen niet geheel of gedeeltelijk heeft verbruikt, ken ik deze goederen of wat er nog van rest toe aan mijn kleinkinderen, die ik in deze bepaling de verwachters noem, aan ieder van hen voor een gelijk deel.
De bezwaarde mag het aan hem gelegateerde vermogen gebruiken en zelfs verbruiken. Alleen wegschenken is hem ontzegd, tenzij hij die schenking ten voordele van de verwachters doet.’
Met medewerking van Argo Law.