Monetaire fondsen: rendement negatief en toch hot
Uw geld parkeren en genoegen nemen met een negatief rendement? Als particulier is er geen haar op uw hoofd dat daaraan denkt. Maar institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen en verzekeraars, pompen honderden miljarden in fondsen waarvan het verwachte rendement onder nul ligt.
In Europa zit zo’n 1.200 miljard euro in zogenaamde geldmarktfondsen of monetaire fondsen. Dat zijn fondsen die beleggen in kortlopende, (veelal) vastrentende effecten. Denk aan termijnrekeningen, schatkistcertificaten of obligaties met een ultrakorte looptijd (tot 397 dagen).
Tot voor de financiële crisis van 2008 boden die fondsen een valabel alternatief voor het klassieke spaarboekje. Met dank aan hun focus op kwaliteitspapier én hun gespreide manier van beleggen, waardoor ze een iets hoger rendement wisten te halen. Niet voor niets zat in België toen voor ruim 8 miljard euro aan spaargeld in monetaire fondsen (zie grafiek onderaan).
Maar na de financiële crisis kwam daar verandering in. Om de economie een hart onder de riem te steken, liet de Europese Centrale bank (ECB) haar rentetarieven fors dalen. Daardoor krijgt u nog amper een vergoeding voor centen die u op korte termijn wegzet, zoals de instrumenten waarin monetaire fondsen beleggen. Een van die rentes, de depositorente, is sinds juni 2014 zelfs onder nul gebracht en staat nu op -0,4 procent. De depositorente is de rente die banken krijgen als ze overtollig kapitaal bij de ECB parkeren. Doordat die rente negatief is, kost het de banken dus geld om hun centen bij de ECB weg te zetten.
Door de strengere regelgeving moeten banken evenwel meer middelen opzij houden, zodat ze een stevigere buffer hebben om eventuele nieuwe schokken te kunnen opvangen. Ze verkiezen daarbij evenwel geld van retailklanten en (in iets mindere mate) bedrijven, omdat die cash als stabieler wordt beschouwd. Particuliere klanten en bedrijven zijn hun bankier doorgaans trouw en schuiven dan ook niet vaak met grote sommen geld. Dat is minder het geval voor institutionele investeerders.
‘Vandaar dat banken niet zo tuk zijn op hun centen en grote beleggers dus ‘gestraft’ worden met een negatieve rente van -0,4 procent - of nog lager - als ze geld bij een bank parkeren’, zegt Mikaël Pacot, beheerder van geldmarktfondsen bij AXA Investment Managers. ‘Monetaire fondsen zijn voor hen vaak de enige optie. Je mag ook niet vergeten dat velen geen keuze hebben. Grote beleggers als pensioenfondsen mogen bijvoorbeeld niet zomaar overal investeren. Aan hoogrentende obligaties - die een hoger rendement bieden, maar ook meer risico inhouden - hebben zij geen boodschap.’
Dan nog krijg je het moeilijk uitgelegd: want waarom zou u intekenen op een belegging waarvan u weet dat u er uw broek aan zal scheuren?
Omwille van de combinatie van veiligheid, risicospreiding en liquiditeit, weet Menno van Eijk, beheerder van geldmarktfondsen bij NN Investment Partners. ‘Een monetair fonds geeft bijna dezelfde flexibiliteit als een gewone bankrekening. Grote investeerders willen op elk moment van de dag aan hun centen kunnen en die flexibiliteit biedt een geldmarktfonds. Bovendien doe je met een investering in een fonds aan een veel grotere risicospreiding. Als je je geld bij een bank parkeert, is er slechts één tegenpartij, terwijl dat risico bij een fonds gespreid is over verschillende emittenten. Sinds de financiële crisis is die spreiding overigens nog breder geworden. Monetaire fondsen mogen van de Europese regelgever ESMA ook alleen maar in veilig papier beleggen. Alles wat een lagere kredietrating heeft dan A-, valt uit de boot. Bovendien is het nettorendement van een fonds aantrekkelijker dan de tarieven die de banken momenteel bieden.’
‘Het doel is eigenlijk om zo weinig mogelijk geld te verliezen’, treedt Pacot bij. ‘Daar is een particuliere investeerder natuurlijk niet in geïnteresseerd. Die wil een degelijke vergoeding voor zijn centen.’
Concurrentie
‘Op de particuliere markt is het depositogarantiestelsel onze grootse concurrent’, meent Van Eijk. Dat beschermingsmechanisme betekent dat ons spaargeld tot 100.000 euro gegarandeerd is bij het faillissement van een bank. Waarom zou u dan investeren in een fonds met een negatief rendement? Ook het wettelijk minimum dat banken hier op een gereglementeerde spaarrekening moeten bieden, is een drempel. ‘Dat maakt het lastiger om met monetaire fondsen aantrekkelijk te zijn voor particuliere investeerders’, legt de Nederlander uit. Heel wat banken bieden op hun gereglementeerde spaarrekening een vergoeding van amper 0,11 procent. ‘In Nederland kom je er met een gangbaar tarief van 0,25 à 0,70 procent minder bekaaid vanaf. Maar jullie wettelijk minimum legt wel een gratis bodem in de markt.’
De grootste concurrent voor geldmarktfondsen op de particuliere markt is het depositogarantiestelsel.
Voor rijke particulieren
Sterk vermogende particulieren zijn dan weer wel geïnteresseerd in monetaire fondsen. ‘Als je bijvoorbeeld meer dan 500.000 euro op een rekening hebt staan, zijn de spaartarieven vaak niet zo interessant meer. Ook als je niet meer voldoende kan spreiden over diverse banken, kunnen monetaire fondsen een alternatief zijn’, zegt Van Eijk. Als parkeerplaats, zeg maar, in afwachting van andere opportuniteiten. Ook bij bedrijven, die in tegenstelling tot particulieren bij hun bankier ook al geconfronteerd worden met een negatieve rente, is er een toenemende interesse, zegt Pacot.
‘We zien verschillende types van klanten: investeerders die lang blijven zitten, snel uitstappen, of maar een kwartaal blijven. Op het einde van het jaar of van een kwartaal zien we vaak meer uitstroom, om dan nadien weer instroom te noteren. Dat verklaart ook de grote schommelingen in de cijfers’, meent Pacot.
In het derde kwartaal van vorig jaar tekenden de monetaire fondsen in ons land een daling van 4,6 miljard euro (-36,5%) op, tot 8,1 miljard euro. ‘Die beweging is het gevolg van netto terugbetalingen’, legt de sectorfederatie Beama uit. In 2015 zat er in België nog meer dan 18 miljard euro in de geldmarktfondsen. ‘Tijdens de tweede helft van dat jaar zagen de monetaire fondsen veel instroom, als gevolg van de interesse van actief beheerde gemengde fondsen. Die gemengde fondsen ruilen sinds 2016 hun onderliggende geldmarktfondsen opnieuw in voor aandelenfondsen.’
We verwachten dat de ECB ook in 2017 en allicht ook in 2018 nog negatieve rentes zal hanteren.
Overigens laten niet alleen monetaire fondsen negatieve rendementen zien. Ook andere fondsen, zoals gewone obligatiefondsen, slagen er niet in de negatieve rente te ontwijken. Op dat vlak verwachten Pacot en Van Eijk ook niet meteen beterschap: op hogere rendementen hoeft u dan ook niet snel te rekenen. ‘We verwachten dat de ECB ook in 2017 en allicht ook in 2018 nog lage, negatieve rentes zal hanteren. Misschien dat er eind 2018, begin 2019 wat verandering in komt, maar ook dan zal dat heel geleidelijk gebeuren’, zegt Pacot.
‘De ECB zal ook dit jaar blijven doorgaan met het opkopen van staats- en bedrijfspapier. Het bedrag dat de centrale bank daar maandelijks aan spendeert, zakt in maart wel van 80 naar 60 miljard euro, maar dat blijft nog altijd een voortzetting. Van een zogenaamde ‘tapering’ of het afbouwen van het aankoopprogramma is duidelijk nog geen sprake’, stelt Van Eijk.
‘Daarnaast trekt de inflatie wel wat aan en ligt die nu meer in lijn met de doelstelling van de ECB, maar vooraleer de centrale bank haar beleid aanpast, moet er een duidelijke verbetering te zien zijn en moet het creëren van inflatie ook autonomer gebeuren’, aldus Pacot.
Schuldencrisis
Beide fondsbeheerders verwachten dan ook niet dat de ECB-voorzitter Mario Draghi dit jaar iets aan de (kortetermijn)rente zal wijzigen. ‘Ik verwacht wel dat de ECB in september of oktober met een plan zal komen over wat de centrale bank in 2018 zal doen’, stelt Van Eijck. ‘Op die manier zal de markt worden voorbereid op een eventuele ‘tapering’ of het terugschroeven van het aankoopprogramma in 2018’, treedt Pacot bij.
Daarmee wordt die beslissing alvast over de zomer getild en zijn de grootste politieke risico’s al gepasseerd. Zowel in Frankrijk, Nederland als Duitsland vinden dit jaar verkiezingen plaats. ‘Daarnaast zit nog veel onzekerheid in de markt’, meent Van Eijk. ‘De schuldencrisis in Europa is nog altijd niet afgerond. Hoe moet het bijvoorbeeld verder met Griekenland?’
De financiële markten hebben zich wel positief door de brexit en de verkiezing van Donald Trump als president van de VS geslagen. ‘Maar daarmee is het implementatierisico niet weg’, benadrukt Van Eijck. ‘Gelet op de onzekerheid in heel wat activaklassen - de stijgende langetermijnrente voor obligaties en wat met aandelen nu de Dow Jones door de 20.000 punten is gegaan - valt er zeker iets te zeggen voor monetaire fondsen: actief beheer van cash met een brede risicospreiding blijft een actueel thema voor onze klanten.’
Meest gelezen
- 1 Vlamingen met buitenlands vastgoed verliezen voordeel bij aankoop gezinswoning
- 2 Vlaamse regering bikkelt over vermogenstoets voor renovatiepremies
- 3 Belgen zijn rijker dan gezinnen elders in Europa, maar vermogen is vrij ongelijk verdeeld
- 4 De Wever wil OCMW-misbruik beteugelen met bonus-malussysteem
- 5 Oostflank NAVO versterkt luchtverdediging nu Poetin nucleaire retoriek opkrikt