Sombere Amerikaanse consument houdt vinger op de knip, Wall Street reageert negatief

Beleggers werden vrijdag opgeschrikt door meerdere tegenvallende cijfers over de Amerikaanse economie. Het vertrouwen van de Amerikaanse consument kreeg in maart andermaal een knauw. De barometer van de Universiteit van Michigan zakte van 64,7 naar 57 punten. Bij een cijfer boven 50 zijn meer consumenten positief over de economie dan negatief, maar 57 punten is het laagste peil in meer dan twee jaar.

Consumenten zijn bang dat de tariefverhogingen van de regering-Trump de prijzen hoger zullen duwen. Deze week kondigde de Amerikaanse president Donald Trump een invoerheffing van 25 procent aan op alle auto's die niet in de VS worden geproduceerd. Volgende week volgen waarschijnlijk meer tariefverhogingen.

Zorgen

De Universiteit van Michigan peilt ook naar de inflatieverwachtingen bij Joe Sixpack. Eerder deze maand bleek uit het voorlopige cijfer al dat die inflatieverwachtingen voor de komende 5 tot 10 jaar zijn gestegen naar het hoogste niveau in 32 jaar. De inflatievrees is sindsdien verder gestegen, want consumenten verwachten de komende jaren nu gemiddeld 4,1 procent inflatie.

Dat is een zorg voor de Amerikaanse centrale bank (Fed), die een inflatiedoel van 2 procent hanteert. Centraal bankiers zijn er beducht voor dat de inflatievrees zich kan vertalen in hogere looneisen en preventieve prijsverhogingen door bedrijven. Op die manier kan de inflatie langer hoog blijven.

Fed-voorzitter Jerome Powell maakt zich daarover voorlopig geen grote zorgen. Hij wees erop dat andere metingen over de inflatieverwachtingen op langere termijn lager zijn.

Maar intussen blijkt dat de inflatie hardnekkig is. De Amerikaanse kerninflatie (exclusief voeding en energie) volgens de favoriete maatstaf van de Fed steeg in februari onverwacht naar 2,8 procent.

Ook verontrustend is dat de Amerikaanse gezinnen niet geneigd zijn om veel geld te spenderen. Ze verhoogden hun uitgaven in februari met slechts 0,1 procent in volume na een daling van 0,6 procent in januari. Dat is slecht nieuws, want de consumptie van de gezinnen is de belangrijkste groeimotor van de Amerikaanse economie.

Verkeerde richting

'De angst voor stagflatie (weinig of geen groei en een hoge inflatie, red) neemt toe en zal het de Fed nog moeilijker maken om in de rente te knippen', zegt ING-econoom James Knightley. 'De inflatie is hoog, terwijl de consumentenbestedingen afzwakken. Die trends zullen waarschijnlijk nog verhevigen door de agressieve tarieven van Trump en overheidsbezuinigingen.'

Hij wijst erop dat de prijzen zonder voeding en energie maand op maand met 0,4 procent stegen. Dat komt overeen met een inflatie van 4,9 procent op jaarbasis. 'We bewegen in de verkeerde richting', vervolgt Knightley. 'En de schrik zit erin dat de tarieven de prijzen nog verder opdrijven. Dat betekent dus dat de inflatiecijfers ook de komende maanden hoog blijven.'

De Amerikaanse aandelenmarkten reageren negatief op de tegenvallende economische cijfers. De Dow Jones

noteerde rond 17 uur zowat 1,3 procent lager, terwijl de technologiebeurs Nasdaq

COMPX0,87%

ruim 2 procent lager dondert. Op de Europese beurzen zijn de verliezen minder groot. Het gemiddelde Europese steraandeel

SX5E0,00%

verliest ruim 1 procent, terwijl de Bel20

BEL200,00%

met driekwart procent zakt.

Op de geld- en obligatiemarkten is de stemming positiever. Zij hebben minder aandacht voor de hoge inflatie(vrees) en geloven dat de verzwakking van de economische activiteit de kans op renteverlagingen vergroot. Daardoor stijgen de koersen van obligaties en daalt de langetermijnrente.