Argenx wacht op 21 juni cruciaal Amerikaans examen

Beleggers in het biotechbedrijf Argenx omcirkelen 21 juni het best knalrood in hun agenda. Die dag buigt de Food & Drug Administration (FDA), de poortwachter tot de zeer lucratieve Amerikaanse medicijnenmarkt, zich in een versnelde procedure over de toelating van het middel Vyvgart voor de behandeling van de zeldzame zenuwziekte CIDP.

De versnelde procedure is geen verrassing: de FDA geeft vaker prioriteit aan geneesmiddelen voor een aandoening waar op dit ogenblik niet echt een effectieve behandeling voor bestaat en CIDP valt in die categorie. Argenx gooide afgelopen zomer hoge ogen met zijn onderzoeksresultaten naar CIDP.

Eind vorig jaar bekoelde het beleggersenthousiasme echter, nadat de Gentenaars rond twee andere aandoeningen - de bloedziekte ITP en de huidziekte pemphigus vulgaris (PV) - teleurstellende data hadden moeten opbiechten. Door die dubbele opdoffer is 21 juni cruciaal voor de beurskoers van Argenx en de beleggersverwachting dat Vyvgart als een Zwitsers zakmes op meerdere fronten kan worden ingezet.

De verwachtingen zijn na de sterke onderzoeksresultaten hooggespannen: Barclays-analist Charles Pitman schatte vorige week in een update de kans op groen licht van de FDA op 90 procent. Het belang van CIDP voor de beurskoers van Argenx becijfert hij op 168 euro per aandeel, tegenover 243 euro voor myasthenia gravis (MG). Vyvgart nam als MG-middel een vliegende start en tekende in 2023 voor 1,2 miljard dollar (1,1 miljard euro) verkopen (zie grafiek).

De verwachte cashflow uit de Amerikaanse Vyvgart-verkopen vormt de hoeksteen van de huidige 22 miljard euro beurswaarde van Argenx. Pitman verwacht dat Argenx door de snel aanpikkende verkopen van Vyvgart vanaf dit jaar break-even draait. Tegen 2026 zou de bedrijfswinst 1,4 miljard dollar op 3,6 miljard dollar omzet belopen.