Alleen Vooruit en Groen willen het fiscaal voordeel voor dienstencheques weg, zodat er geld vrijkomt om de lonen en de arbeidsvoorwaarden van de poetshulpen te verbeteren. Open VLD maakt huishoudhulp via dienstencheques net nog aantrekkelijker door ze op te nemen in de cafetariaplannen van extralegale voordelen voor werknemers.
Vooruit schaft de fiscale aftrek van de dienstencheques af, als onderdeel van een hervorming die moet toelaten de arbeidsvoorwaarden en de lonen voor de huishoudhulpen te verbeteren.
Groen bouwt in dezelfde logica het fiscale voordeel stapsgewijs af, als onderdeel van een bredere fiscale hervorming, en trekt de prijs van een dienstencheque – een regionale bevoegdheid – gelijk in de drie gewesten.
CD&V wil de belastingaftrek houden, maar opent wel de optie dat de kwestie bekeken wordt als onderdeel van een grotere hervorming die moet leiden naar hogere lonen voor de mensen die in de dienstensector werken. Voor de dienstenchequebedrijven zelf wil CD&V de subsidiëring – het verschil tussen wat de gebruiker betaalt en de huishoudhulp qua loon krijgt – deels afhankelijk maken van preventie – en welzijnsbeleid in het bedrijf.
De N-VA heeft geen plannen om het fiscaal voordeel voor de dienstencheques af te schaffen.
De PVDA ziet in dienstencheques een belangrijke ondersteuning voor gezinnen om de huishoudelijke taken rond te krijgen. De partij wil die breed toegankelijk houden, met goede loon- en arbeidsvoorwaarden voor de huishoudhulpen.
Het Vlaams Belang staat achter het systeem van de dienstencheques, dat vooral in Vlaanderen sterk ontwikkeld is. De partij vindt wel dat de terugverdieneffecten van de dienstenchequejobs – meer inkomsten uit de personenbelasting en minder uitkeringen – federale voordelen zijn en dus een Vlaams-Waalse transfer vormen die moet stoppen.
Open VLD wil het net aantrekkelijker maken om dienstencheques te gebruiken voor huishoudhulp door toe te laten dat bedrijven ze opnemen in hun zogenaamde cafetariaplan van extralegale voordelen waaruit werknemers kunnen kiezen.
