Advertentie
reportage

Terwijl iedereen naar Gaza kijkt, pikt Israël steeds meer land in op Westelijke Jordaanoever

Een man met de Palestijnse vlag in Jenin, een stad op de Westelijke Jordaanoever die door Israël werd aangevallen. ©AFP

Hotel Selina in de Joodse nederzetting Almog draait op volle toeren. Op Booking.com reserveer je met één klik een kamer, maar achter de glanzende façades van het hotel slaan Joodse kolonisten steeds harder toe. ‘Ze zijn gevaarlijker, fanatieker en beter bewapend dan ooit.’ Nooit eerder werd zoveel land onteigend op de Westelijke Jordaanoever.

Almog is geen doorsnee zomerparadijs. De Israëlische kibboets ligt als een groene oase in de snikhete Judeawoestijn, bewaakt door een Israëlische soldaat die iedereen bij de slagboom tegenhoudt. Toegang gaat via hem, zoals de regels voorschrijven. Maar eenmaal binnen verandert alles: brede boulevards, palmbomen, strak gemaaide gazons, felgekleurde bloemen. Op de achtergrond steken de kale heuvels van de Westelijke Jordaanoever schril af. Rechts schittert de Dode Zee, links het silhouet van Jordanië. Bij de ingang hangt een bord in het Hebreeuws: ‘Verbetering van de nederzetting. Voltooid in december 2022.’

Aan het einde van de laan ligt het luxehotel Selina. Dat trekt vooral bezoekers die de hitte willen ontvluchten. Vakantiehuisjes vormen kleurrijke blokken, zwembaden lonken, kinderen dobberen erin rond op luchtbedden. Beschut achter hoge muren en onder wuivende palmen doet niets hier vermoeden dat enkele tientallen kilometers verderop, in Gaza, een oorlog woedt. Ofek Cohen (32), recent gepromoveerd tot manager van het complex, rent van hot naar her. ‘Het is hoogseizoen’, zegt hij gejaagd. ‘Alle zeventig kamers zijn volgeboekt.’

Advertentie
Wat gebeurt er?

Sinds de aanval van Palestijnse militanten op Israël op 7 oktober vorig jaar een oorlog deed ontbranden in de Gazastrook, namen ook op de Westelijke Jordaanoever de spanningen tussen Joodse kolonisten en Palestijnen toe.

Wat is het gevolg?

In ruim tien maanden registreerden de Verenigde Naties 1.270 gevallen van kolonistengeweld, terwijl de Israëlische overheid bijna 1.500 Palestijnse gebouwen heeft gesloopt, in beslag heeft genomen of het bevel heeft gegeven ze te slopen.

Hoe gaat het verder?

De Verenigde Staten en de Europese Unie kondigden de afgelopen maanden sancties af tegen gewelddadige kolonisten, maar die maatregelen kunnen het tij voorlopig niet keren.

Advertentie

Een kamer in hotel Selina is makkelijk te boeken via Booking.com, maar het is meer dan zomaar een populaire vakantiebestemming. Almog is een van de vele Joodse nederzettingen die na de Zesdaagse Oorlog van 1967 zijn ontstaan op bezet Palestijns gebied. Tijdens die oorlog veroverde Israël grote stukken land, waaronder ook delen van Jordanië.

Op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem zijn sindsdien 160 nederzettingen verrezen. De meeste worden gesteund door de Israëlische regering, maar er zitten ook primitieve voorposten tussen met caravans en tenten die zelfs volgens de Israëlische wet illegaal zijn. Toch gaan extremistische kolonisten onverminderd door met hun bouwplannen.

700.000 kolonisten

Ruim 700.000 Joodse kolonisten hebben zich inmiddels genesteld in de regio, vaak in luxevilla’s en -resorts zoals Almog. Ten tijde van de vredesakkoorden van Oslo, in de jaren 90, was het aantal kolonisten nog beperkt tot 110.000. De nederzettingen blijven zich razendsnel uitbreiden, ondanks internationale afspraken en de dringende oproep tot een bouwstop.

Advertentie

Volgens internationaal recht zijn al die Joodse vestigingen illegaal. In juli schreef het Internationaal Gerechtshof nog in een advies dat alle nederzettingen moeten worden ontmanteld en dat de bezetting per direct moet stoppen. Israël wuift het oordeel en de kritiek stelselmatig weg door te stellen dat de Joden een Bijbels en historisch recht hebben op het land.

Advertentie
De Palestijnse Autoriteit, opgericht na de Oslo-akkoorden in de jaren 90, was bedoeld als interimregering. Vandaag beheert de PA slechts 18 procent van de Westelijke Jordaanoever. 22 procent valt onder gedeeld toezicht met Israël, terwijl Israël de resterende 60 procent controleert. Daar bevinden zich de meeste nederzettingen. Gebied A: volledige controle Palestijnse Autoriteit Gebied B: gedeelde controle Palestijnse Autoriteit en Israël Gebied C: bijna volledige controle Israël.
De Palestijnse Autoriteit, opgericht na de Oslo-akkoorden in de jaren 90, was bedoeld als interimregering. Vandaag beheert de PA slechts 18 procent van de Westelijke Jordaanoever. 22 procent valt onder gedeeld toezicht met Israël, terwijl Israël de resterende 60 procent controleert. Daar bevinden zich de meeste nederzettingen. Gebied A: volledige controle Palestijnse Autoriteit Gebied B: gedeelde controle Palestijnse Autoriteit en Israël Gebied C: bijna volledige controle Israël.

Voor de Palestijnen betekent de enorme expansie vooral verlies: van land, van hun bewegingsvrijheid en van de droom ooit een eigen staat te hebben. Een verblijf in hotel Selina biedt dus niet alleen een fraai uitzicht op de Jordaanvallei, maar ook op de rauwe rafelranden van het Israëlisch-Palestijns conflict.

Nieuw leven

Albert Cohen (63), de vader van Ofek, stond aan de wieg van Almog. In zijn zelf gemetseld huis geniet hij van zijn pensioen, omringd door zijn kleinkinderen. Als Marokkaanse Jood was hij ooit lid van Noar Halutzi Lohem (Nahal), een militaire eenheid met maar één doel: nieuwe Joodse nederzettingen stichten. ‘In het verleden was dit een legerpost’, zegt Cohen, heen en weer schakelend tussen het Hebreeuws en het Engels. ‘In 1978 namen we de verlaten basis over en begonnen we hier een nieuw leven.’ Voor Cohen is er geen keuze: bouwen is essentieel. ‘Israël moet zich ingraven in de Jordaanvallei, voor zijn eigen veiligheid.’

Israël moet zich ingraven in de Jordaanvallei, voor zijn eigen veiligheid.

Albert Cohen
Marokkaanse Jood

Onder het mom van die veiligheid slaan de Joodse kolonisten almaar genadelozer toe op de Westelijke Jordaanoever. Sinds de verrassingsaanval die de Palestijnse terreurorganisatie Hamas op 7 oktober 2023 uitvoerde op Israël, registreerden de Verenigde Naties al 1.270 gevallen van kolonistengeweld. Bij 120 van die incidenten vielen doden en/of gewonden.

Advertentie

De modus operandi van de kolonisten kent vele gedaanten: van stenen gooien en huizen afbranden tot fysiek geweld. Ze richten hun woede op alles wat Palestijns is. Zelfs het verleden is niet veilig: cultureel erfgoed verdwijnt.

En het zijn lang niet alleen de kolonisten die zich roeren. Ook de Israëlische overheid speelt een actieve rol: ze voert er de grootste militaire operatie in twintig jaar uit en stuit daarbij op verzet van Palestijnse milities. De regering heeft er al bijna 1.500 Palestijnse gebouwen gesloopt of geconfisqueerd, of gaf het bevel ze te slopen. Dat dwong meer dan 3.300 Palestijnen, onder wie de helft kinderen, hun huizen te verlaten. Dat aantal ligt meer dan dubbel zo hoog als voor 7 oktober vorig jaar. In heel 2022 was sprake van bijna 1.000 gedwongen verplaatsingen.

Verwoeste school

In de zuidelijke bergen van Hebron is het niet anders. Schapenboer Mohammad Tell Ali (50) kijkt naar wat overblijft van zijn geboortedorp Zanuta. Dat zat al jaren geklemd tussen vijf omliggende Joodse nederzettingen, maar op 29 oktober vorig jaar escaleerde het. ‘Joodse kolonisten kwamen langs met M16’s (automatische machinegeweren, red.) en bedreigden ons’, zegt hij. Alle 300 inwoners vluchtten halsoverkop. Nu, tien maanden later, keert Tell Ali voor het eerst terug, maar wat hij aantreft, is niets meer dan een hoop puin: de school is weg, kinderboeken liggen verspreid in het stof, zijn huis is een leeg karkas, volledig gestript.

De be­doeïe­nennederzetting Zanuta is een van de 19 dorpen waarvan alle inwoners sinds 7 oktober zijn verdreven door Joodse kolonisten. Het Israëlische gerecht noemde de landroof onwettig en gaf de Palestijnen onlangs groen licht om terug te keren, maar met één harde eis: (herop)bouwen is verboden.

Met het gerechtelijk bevel op zak is Tell Ali terug, maar zonder hulp of versterking van de autoriteiten is hij een vogel voor de kat. ‘We vertrokken omdat we geen bescherming hadden. De politie kwam niet als we haar belden, en als het leger al kwam, stond het aan de kant van de kolonisten.’ Nu veel Israëlische troepen naar Gaza zijn gestuurd, heeft het leger kolonisten uitgerust met uniformen en wapens, vaak gedoogd door de staat.

We vertrokken omdat we geen bescherming hadden. De politie kwam niet als we ze belden, en als het leger al kwam, stond het aan de kant van de kolonisten.

Mohammad Tell Ali
Schapenboer in bedoeïenendorp Zanuta
Advertentie

‘Kijk’, zegt een dorpsgenoot terwijl hij naar boven wijst. ‘Israëlische drones houden ons in de gaten.’ Tell Ali is niet onder de indruk. ‘Landroof en fysiek geweld zijn altijd al een probleem geweest’, zegt hij. ‘Maar sinds de oorlog maken heel wat kolonisten deel uit van het leger, waardoor ze beter bewapend zijn en over geavanceerdere technologie beschikken. Ze zijn fanatieker en gevaarlijker dan ooit.’

Er is wel degelijk buitenlandse kritiek. De Verenigde Staten legden sancties op aan de extreemrechtse kolonistengroep Hashomer Yosh, die de inwoners uit Zanuta verdreven zou hebben, en eisen dat Israël strenger optreedt. En ook de EU-buitenlandchef Josep Borrell zette de aanval in. Hij drong er bij de lidstaten op aan twee Israëlische ministers op de Europese sanctielijst te plaatsen voor hun ‘haatdragende uitspraken’ tegen Palestijnen, die volgens hem in strijd zijn met de internationale regels. Namen noemde hij niet, maar zijn pijlen zijn duidelijk gericht op de ultranationalistische kolonisten Itamar Ben-Gvir (minister van Veiligheid) en Bezalel Smotrich (Financiën).

Veroordeeld

Toch verandert er niets. De Israëlische burgerrechtengroep Yesh Din onthulde dat slechts 3 procent van de officiële onderzoeken die tussen 2005 en 2023 zijn ingesteld naar geweld door kolonisten resulteerde in een veroordeling. Om de gemoederen te sussen belooft Israëlisch premier Benjamin Netanyahu wel dat hij actie zal ondernemen, maar daar komt in de praktijk niets van in huis.

Met zijn meest extreemrechtse regering ooit - sinds 2022 in het zadel - zet Netanyahu meer dan ooit in op de volledige annexatie van de Westelijke Jordaanoever. Recente goedkeuringen voor vijf nieuwe nederzettingen, met een gezamenlijke oppervlakte van minstens 23 vierkante kilometer, getuigen van de expansiedrift. Volgens de organisatie Peace Now is dat de grootste landroof sinds het Oslovredesproces van 1993. De hoop op een tweestatenoplossing is daardoor vrijwel vervlogen.

3%
onderzoeken
De Israëlische burgerrechtengroep Yesh Din onthulde dat van 2005 tot 2023 slechts 3 procent van de officiële onderzoeken naar geweld door kolonisten resulteerde in een veroordeling.

Susiya, in het zuiden van de Westelijke Jordaanoever, kampt al jaren met geweld door kolonisten. Die deinzen er niet voor terug om ook panden te viseren die werden opgetrokken met behulp van Europese ontwikkelingssteun. Aan de gevel van Ahmad Nawaja (39), een vader van twee jonge dochters, hangt een bordje ‘Gebouwd en gesubsidieerd door België’. Maar het gezin slaapt er niet meer, nadat hun eigendom al vijf keer met vernielingen te maken heeft gekregen. Ramen werden ingeslagen, er werd brand gesticht, er werd met molotovcocktails gegooid. Uit angst in hun slaap verrast te worden, overnachten Ahmad en de zijnen nu in een huifkar.

Advertentie

‘Op bescherming van het leger hoeven we niet te rekenen: de soldaten vallen ons net aan’, sneert hij. ‘Als de politie komt, claimen de agenten dat dit huis van hen is en dat ze het van ons zullen afpakken. De kolonisten gebruiken ons boerenveld nu voor hun schapen.’ Meer dan tien klachten diende hij al in, maar telkens zonder resultaat. ‘Bij de laatste poging probeerden ze me zelfs te arresteren’, stelt hij. ‘Noch de Israëlische overheid, noch de Palestijnse autoriteit doet iets om ons te helpen.’

Badmeester

Ondanks de politieke spanningen in de Westelijke Jordaanoever blijft het massatoerisme rond hotel Selina groeien. Het geluid van drilboren overheerst, nieuwe straten worden aangelegd en woonblokken verrijzen in ijltempo. Almog breidt verder uit.

Daarbij stelt de kibboets ook Palestijnen te werk. Moaz Shu (26), een badmeester uit Oost-Jeruzalem, stelt zich voor als Palestijn met Israëlisch staatsburgerschap. ‘Ik werk hier nu drie maanden’, vertelt hij. ‘Het verdient goed, 1.700 euro per maand, en ik heb het naar mijn zin.’ Maar als het over de bouwdrift op de Westelijke Jordaanoever gaat, zwijgt hij. ‘Daar zeg ik liever niets over. Dat ligt gevoelig.’

Ik zou graag met de Palestijnse werknemers praten, maar we leven in onze eigen werelden. Ze werken hier, maar ik weet amper iets van ze af. Misschien is dat juist het probleem.

Israëlische werknemer Hotel Selina

Op de werkvloer is de spanning tastbaar. De afstand tussen Palestijnse werknemers en hun Israëlische collega’s is onmiskenbaar. Er wordt niet gepraat, en zelfs in pauzes zitten ze apart. ‘Ik hou mijn afstand, dat is beter’, zegt Shu. Een Israëlische collega beaamt: ‘Ik zou graag met hen praten over de situatie, maar we leven in onze eigen werelden. Ze werken hier, maar ik weet amper iets van ze af. Misschien is dat juist het probleem.’

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
Bart De Wever (N-VA) zag zijn opdracht vorige week verlengd worden door koning Filip.
Europa geeft België uitstel voor begroting, met strenge voorwaarden
België krijgt uitstel voor het indienen van zijn begrotingsplan bij Europa. De Europese Commissie stuurt deze week een brief waarin ze daarvoor de goedkeuring geeft. De nieuwe deadline ligt in april, maar dan moet ons land wel echt netjes alles inleveren.