Advertentie

'O, wat zijn die kezen stil': Is gidsland Nederland de weg kwijt?

Louis Van Gaal, bondscoach in een rolstoel. ©Reuters

Politiek journalist Jasper D’hoore trok vijf weken naar de redactie van Het Financieele Dagblad. Hij dacht Hollandse branie en een land in blakende gezondheid aan te treffen, maar botste op vertwijfeling. Gidsland Nederland is de weg kwijt. Toch is het er lang niet zo erg aan toe als België.

‘Kom je kijken of wij nog het gidsland zijn? Je zult teleurgesteld geraken.’ Een Nederlandse collega heeft grote bedenkingen bij de idee dat zijn land nog altijd een voorbeeld is voor België. Weg is de Hollandse arrogantie, die misschien wel het best onder woorden werd gebracht door schrijver Harry Mulisch. ‘Als ik aan andere mensen dacht, moest ik wel eens lachen’, schreef hij ooit.

Dat lachen is Gidsland Nederland, de staat die ooit werd geroemd voor zijn openheid en tolerantie, intussen vergaan. 2021 is goed op weg een horrorjaar te worden. Op het Binnenhof in Den Haag kopiëren ze Belgische recepten: bijna negen maanden na de verkiezingen van 17 maart is er nog altijd geen nieuw kabinet. Door de toeslagenaffaire, waarbij de overheid mensen onterecht van fraude met kindergeld beschuldigde, is het imago van de staat als goede huisvader overigens al langer om zeep.

Advertentie

De politieke impasse lijkt nergens over te gaan. De afgelopen maanden draaiden vooral rond de vraag hoe zijn tegenstanders premier Mark Rutte konden verjagen uit Het Torentje.

De politieke impasse lijkt nergens over te gaan. Belgische politici kunnen zich verstoppen achter de onbegrijpelijke staatsstructuur en de tegengestelde Vlaamse en Waalse kijk op de economie. In Den Haag is het partijlandschap weliswaar zeer versnipperd, maar zijn de tegenstellingen minder groot. De afgelopen maanden draaiden vooral rond de vraag hoe zijn tegenstanders premier Mark Rutte konden verjagen uit Het Torentje.

Terwijl de Vlaamse en de Franstalige media traditioneel smullen van politieke ruzies, zijn de Nederlandse al lang afgehaakt. De afstand tussen de politiek en de media is er veel groter, en de fixatie op het politieke spel beperkter. Toen Den Haag onlangs zijn record formeren brak - de teller staat nu (zaterdag) op 262 dagen - verspilden kranten daar amper inkt aan. Zorgen hoeven wij Belgen ons overigens nog niet te maken: ons wereldrecord van 541 dagen is lang niet in zicht.

Corona

Het slappe coronabeleid duwde politiek Nederland verder in de put. De eerdere golven doorstond het land bijna even slecht als België, en dat wil wat zeggen. Als eerste West-Europees land moest het afgelopen maand ook weer in lockdown, zij het een lightvariant. De Belgische overheid krijgt dan wel kritiek dat ze te laat is met het zetten van derde prikken, Nederland hinkt pas echt pijnlijk achterop. Het is nu pas begonnen met het boosteren van de alleroudsten.

Advertentie

Het economische imago van Nederland kreeg een knauw toen het na het hoofdkwartier van de voedingsgigant Unilever ook dat van Shell zag vertrekken.

Het economische imago kreeg een knauw toen Nederland na het hoofdkwartier van de voedingsgigant Unilever ook dat van Shell zag verhuizen naar het Verenigd Koninkrijk. Die beslissing werd dan wel vergoelijkt met de dooddoener dat de oliereus de oude economie vertegenwoordigt en niemand nog iets aan zulke bedrijven heeft, het deed pijn dat Shell niet langer Royal Dutch is.

Het wordt nog erger, want eerder dit jaar werd de misdaadjournalist Peter R. de Vries vermoord. Wellicht was er een link met zijn werk over de criminele onderwereld. Onder de welluidende kop ‘Käse, Koks und Killer’ zette het Duitse blad Der Spiegel Nederland twee maanden geleden weg als narcostaat. Moorden op prominente personen zijn het land helaas niet vreemd. In 2002 werd politicus Pim Fortuyn vermoord, twee jaar later opiniemaker Theo van Gogh. PVV-leider Geert Wilders moet dag en nacht worden bewaakt uit vrees voor een aanslag. En zelfs Rutte kwam onlangs in het vizier.

Oude zekerheden

Een defaitistisch spook waart door Nederland. Typisch voor onzekere tijden is dat mensen zich vastklampen aan oude zekerheden. Een deel van de bevolking zoekt bescherming bij Rutte, die al meer dan tien jaar premier is en ondanks alle tegenslagen Hollandse zelfverzekerdheid blijft uitstralen. Coryfee Louis van Gaal, zelfverzekerder zijn ze amper te vinden, werd na een mislukt Europees kampioenschap voetbal opnieuw van stal gehaald als bondscoach.

Louis Van Gaal, bondscoach in een rolstoel.
Louis Van Gaal, bondscoach in een rolstoel. ©Reuters

Protestpartijen als de PVV van Wilders en het Forum voor Democratie van Thierry Baudet teren op diezelfde onzekerheid. Het vertaalt zich in intrieste parlementaire debatten. ‘Waarom wilt u Nederland kapot’ en ‘wie vertegenwoordigt u eigenlijk, de taliban?’, vroeg een PVV-politicus onlangs aan staatssecretaris Ankie Broekers-Knol. De Tweede Kamer lijkt vooral nog te dienen om likes te kunnen scoren op het volkstribunaal dat de sociale media zijn geworden.

Baudet werpt zich op als de beschermheilige der wappies, een bont allegaartje van complotdenkers en antivaxers. Net als in de Verenigde Staten is een luide minderheid steeds verder gaan afdrijven van de realiteit, waarbij achter alles een complot van de elite wordt gezien. Het trieste dieptepunt waren de rellen bij betogingen tegen de coronamaatregelen, waarbij de politie om zichzelf te beschermen in de richting van betogers schoot.

Thierry Baudet.
Thierry Baudet. ©BELGA

Van het waanzinnig gave land, zoals Rutte Nederland in de verkiezingscampagne van 2017 noemde, blijft weinig over. Het gidsland is de pispaal geworden en schikt zich in die rol. Of, wat provocerend gesteld in de spreekkoren die Belgische voetbalsupporters zo graag tegen oranje gebruiken: ‘O, wat zijn die kezen stil.’ Kezen is een scheldwoord dat Belgen en Duitsers gebruiken voor Nederlanders. Het kan slaan op de voornaam Kees en op kaas.

Het gezaghebbende blad The Economist noemde België onlangs de meest succesvolle failed state ter wereld. Met enige zurigheid zou je je haast afvragen waarom ons land en niet Nederland die twijfelachtige eer te beurt viel. Maar alleen wie België niet kent, komt in die verleiding dat te denken. En onze bovenburen kennen ons land niet. Ze spiegelen zich aan de Scandinavische landen en aan Duitsland.

Alleen over het Vlaams - ‘zo schattig’ - en onze culinaire tradities hebben Nederlanders - weliswaar geïdealiseerde - ideeën. Onze noorderburen zien ons als een Italië aan de Noordzee, waarbij clichés over met rode wijn overgoten lunches en diners die nooit voor acht uur ’s avonds beginnen hardnekkig leven. De realiteit is, helaas, calvinistischer. De meeste Vlamingen eten ook gewoon rond zes uur.

Minder morsen

Wie verder kijkt, merkt dat Nederland nog altijd veel beter is voorbereid op de wereld van morgen dan België. In eender welke vergelijkende statistiek ligt het geen arm- maar straatlengtes voor. Er zijn veel meer mensen aan de slag, de koopkracht ligt er hoger en de armoede lager. De pensioenen zijn er beter. En doordat het vooral de bedrijven zijn die voor hun werknemers moeten sparen, ontwrichten ze de overheidsfinanciën minder.

In eender welke vergelijkende statistiek ligt Nederland geen arm- maar straatlengtes voor op België.

Er wordt veel minder gemorst met belastinggeld, waardoor vadertje staat de begroting beter op orde heeft en de staatsschuld in verhouding de helft kleiner is. Over de toestand van de wegen zullen we maar helemaal zwijgen. Aan een vergelijking tussen het kraaknette Amsterdam en het vuile Brussel valt niet te beginnen. En - o jee, het cliché - door de opkomst van ontelbare microbrouwerijen is het bier er intussen zelfs te drinken. Over bier gesproken: het blijft bij Belgen steken dat Heineken met slappe pils maar pientere marketing de hele wereld veroverde.

Soms krijgt Nederland het verwijt hardvochtig te zijn, maar dat blijkt niet uit de omgang met de zwaksten. Het verplicht asielzoekers zich in Ter Apel, een dorpje in het verre Groningen, te registreren. Het lijkt pestbeleid, maar er is wel plaats om iedereen opvang te verstrekken, zij het in uitzonderlijke momenten op veldbedden in grote tenten. In België slapen asielzoekers, zelfs gezinnen met kinderen, voor het ogenblik op straat.

Belangrijke sociaal-economische hervormingen waar België zich nu over buigt, zoals de flexibilisering van de arbeidsmarkt en het activeren van langdurig zieken, werden in Nederland al in de jaren negentig doorgevoerd. Zoals steeds blijken de Belgische plannen kleine stapjes in die richting te zijn. We zijn al blij dat een volgende regering er geen processie van Echternach - drie stappen vooruit, twee achteruit - van maakt waarbij ze deels terugkomt op hervormingen van voorgaande regeringen.

Toegegeven, Nederland slaat soms door. De arbeidsmarkt is te flexibel geworden, waardoor de zwakste werknemers vaak alleen beschamende contracten krijgen. Het op- en afschalen, waarbij overbodige capaciteit steevast wordt afgebouwd, is te ver doorgedreven. Het is een van de redenen waarom het land niet klaar was om de bevolking versneld een derde keer te prikken.

Een truck die te snel rijdt en de volgende bocht dreigt te missen, kan je doen vertragen. De vertwijfeling kan Den Haag ertoe brengen dat te doen. Een truck die vast zit in de modder, krijg je alleen met het zwaarste materiaal losgetrokken. In België lukt dat niet. De Nederlandse gids is de weg dan wel kwijt, hij loopt nog altijd voorop.

Advertentie
Gesponsorde inhoud