portret

M/V van de week | Walter Van Beirendonck

‘Teddybeer' van de Antwerpse Modeacademie onder vuur wegens hoge druk op studenten.

Hij heeft het uiterlijk van een hell’s angel. Zijn inborst is die van een teddybeer, zeggen zijn intimi. Maar in een reeks voornamelijk anonieme getuigenissen door voormalige studenten wordt Walter Van Beirendonck (61) als hoofd van de Antwerpse Modeacademie zwaar op de korrel genomen.

De school, een van de meest prestigieuze mode-instituten ter wereld, zou ‘een giftige omgeving’ zijn, waar slaaptekort, drugmisbruik en psychische problemen welig tieren onder studenten, die lijden onder de werkdruk en ‘manipulatie’ door docenten. Zelfs de schoolpsychologe noemt de verwachtingen ‘onrealistisch’.

Advertentie

De toonaangevende website The Business of Fashion verzamelde de verhalen naar aanleiding van de zelfdoding van een Zuid-Koreaanse student eind maart. Hoewel de aanleiding van zijn overlijden onduidelijk is, wijzen de studenten op het loodzware programma, het gebrek aan begeleiding en psychologische ondersteuning. Van Beirendonck, klinkt het, heeft een goddelijke status. De ontwerper zou zich gedragen als de gemene jury van de talentenshow Idool, die ongenadig beslist wie door mag en wie afvalt.

Van Beirendonck doceert al sinds 1985 aan de academie. In 2011 volgde hij Linda Loppa op als creatief hoofd. Hij is verantwoordelijk voor het programma en de methodiek. Zelf wenste hij niet te reageren.

Decaan Johan Pas, die ‘verrast’ is door de getuigenissen, noemt Van Beirendonck in een mail ‘charismatisch en een gereputeerd ontwerper’. ‘Maar net als artistieke topfiguren polariseert hij ook.’ Pas werkt aan een hervorming van de opleiding, in overleg met Van Beirendonck. ‘Hij staat open voor kritiek en commentaren. Van onfeilbaarheid en goddelijkheid is geen sprake. Hij neemt dit moment van crisis mee als nieuw vertrekpunt.’

Antwerp Six

Van Beirendonck maakte deel uit van de Antwerp Six, de zes bekende alumni (met Dirk Bikkembergs, Dries Van Noten, Ann Demeulemeester, Marina Yee en Dirk Van Saene, de levenspartner van Van Beirendonck). In de jaren tachtig zetten De Zes de modewereld op haar kop met hun vernieuwende ontwerpen in een radicale, speelse, onaffe stijl.

Cashflow

Van Beirendonck is een creatieve geest, geen gewiekst zakenman. In 2012 ging de bvba achter zijn Antwerpse winkel en kunstgalerij failliet na een conflict over de huurprijs. Ook de bvba van de ontwerper zat toen in slechte papieren. De winkel maakte een doorstart. ‘Ik investeer voor 100 procent zelf’, zei Van Beirendonck hierover. ‘Er zijn dus inderdaad momenten in het jaar dat ik fragiel ben, het cashflowprobleem kent iedereen in de mode. Maar ik ben er ook trots op dat ik als onafhankelijke ontwerper kan werken.’

JBC

De ontwerper, die bekend staat om zijn felgekleurde kleding met opvallende grafische elementen, tekent naast zijn eigen label ook collecties voor de Belgische merken Scapa en JBC. Ann Claes van JBC omschrijft hem als ‘een man die bijzonder respectvol te werk gaat, ook in de omgang met ons team. Ik ken Walter juist als iemand die complimenten geeft.’

Sterren

De modeacademie leverde sterontwerpers als Martin Margiela, Haider Ackermann, Kris Van Assche (Dior, vandaag Berlutti) en Demna Gvasalia (Balenciaga, Vêtements) af.

Aan de academie is de ‘afvalrace’ berucht. Doorgaans schrijven zich een stuk of tachtig studenten in en studeren er minder dan twintig af. Het gebeurt dat laatstejaars pas kort voor het slotdefilé te horen krijgen dat ze niet mogen meedoen, omdat de collectie niet aan de verwachtingen voldoet. De decaan wil dit veranderen door ‘een strengere selectie bij aanvang’, zodat docenten meer ruimte krijgen voor begeleiding.

Maar de Antwerpse academie, met haar naar internationale normen goedkope inschrijvingsgeld van enkele duizenden euro’s, is ook een democratisch instituut, waar creativiteit, experiment en het individu centraal staan. De meerwaarde van de opleiding in Antwerpen, zegt Pas, zit er net in dat ze ‘studenten perfect voorbereidt op wat in de professionele modewereld verwacht wordt: hoge kwaliteit en krappe deadlines’. ‘Gelukkig wordt dit paradigma ook in de modewereld meer en meer in vraag gesteld, en ik vind het de opdracht van een modeopleiding mee na denken over alternatieven en daar vorm aan te geven.’

Advertentie

De ontwerpster Veronique Branquinho, afgestudeerd in 1995 , is geschrokken door de beschuldigingen. Ze denkt aan haar opleiding en de lessen van Van Beirendonck terug als ‘een heel positieve, creatief stimulerende tijd, met docenten die de passie aanwakkeren’. ‘Ik ken Walter als iemand die zich al decennia met hart en ziel ten dienste stelt van de school.’

Ze erkent het individualistische karakter van de opleiding. ‘Ja, je staat er alleen voor en je moet alles zelf leren. Het is een kunstacademie, geen opleiding snit en naad. Ik heb er geleerd om niet te snel tevreden te zijn, om mijn eigen stem te vinden. Dat is soms een pijnlijk proces. Er wordt diep gegaan. Maar ik heb dat nooit als een probleem ervaren. Ik heb juist veel geleerd uit de kritiek die anderen kregen. Maar dat is misschien iets van een andere generatie.’

Branquinho wijst op grote veranderingen in de modesector. ‘Tegenwoordig zitten in het publiek headhunters van onder andere het luxehuis LVMH, op zoek naar werkkrachten voor de grote merken. Studenten werken met dure materialen, laten schoenen en handtassen professioneel produceren. Maar dat leggen ze zich zelf op. Er zijn opleidingen die je beter leren produceren. Willen we dan de zoveelste opleiding inrichten voor de industrie en het grote geld?’

Het is niet verkeerd om de zaken af en toe in vraag te stellen, zegt Branquinho. ‘De werkdruk is hoog, zowel voor studenten als voor docenten. Maar ik vind het verkeerd om na het tragisch overlijden van een jongeman naar de Academie te wijzen.’

Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de site www.zelfmoord1813.be

Advertentie
Gesponsorde inhoud