Advertentie

Een museum vol levende lijven

In ‘Work/ Travail/Arbeid’ bewegen de dansers en musiceren de musici op de begane grond tussen de toeschouwers. ©Anne Van Aerschot

Heeft choreografe Anne Teresa De Keersmaeker een nieuwe grens verlegd met haar levende tentoonstelling in Wiels? Haar ‘Work/Travail/Arbeid’ is een overweldigend kijkstuk.

Vrijdagnamiddag, Wiels in Brussel. In normale omstandigheden is op de openingsdag van een nieuwe tentoonstelling de druk wat van de ketel, zowel bij de kunstenaar als bij de organisatoren. Gedane zaken nemen geen keer. De kunstwerken hangen op hun plaats, de perspreview en vernissage zijn doorgespoeld. Maar bij het betreden van de kunsthal voelen we meteen een vreemde spanning in de lucht.

‘Work/Travail/Arbeid’ is dan ook geen tentoonstelling als een andere. Het is geen expo van een beeldend kunstenaar, maar van een podiumkunstenares. En nog wel van topchoreografe Anne Teresa De Keersmaeker, die hier met zowat haar hele gevolg moet zijn neergestreken. Wat we te zien zullen krijgen, heet in de brochure van Wiels ‘een herinterpretatie van een dansvoorstelling in een negen weken durende tentoonstelling’.

De dansvoorstelling bestond al. Ze heet ‘Vortex Temporum’. Rosas maakte ze in 2013 samen met het muziekensemble Ictus op muziek van Gérard Grisey. Het gezelschap herwerkte de één uur durende voorstelling over het uitrekken van de tijd tot een nieuw ‘levend museumstuk’ van negen uur. Hoe dat eruitziet? ‘Het is moeilijk uit te leggen’, vertelt een jonge bezoekster die ons pad kruist aan de bezoekerslift. ‘Het is bevreemdend. Overweldigend.’

Een voorsmaakje

Een andere toeschouwer die even een koffie komt nemen in de bar, zegt het zo: ‘Het is alsof de rollen worden omgekeerd. In een normale tentoonstelling beweegt het publiek en staan de kunstwerken stil. Hier zie je de tegenovergestelde beweging: de kunstwerken draaien in het rond en het publiek staat erop te kijken. Heel bijzonder.’

Cirkels

‘Work/Travail/Arbeid’ bestrijkt één verdieping van Wiels. Wat meteen opvalt, is het ontbreken van elk decorstuk of een ander ‘dood object’. Het enige materiële voorwerp in de ruimte is een piano, helemaal in de uithoek. Voor het overige zien we licht - véél licht - en mensen. Levende lijven. Op het moment dat wij de ruimte binnenstappen, brengen twee danseressen en een muzikant het vierde van de negen delen van ‘Work/ Travail/Arbeid’. Ze bewegen en musiceren op de begane grond tussen een 50-tal toeschouwers, niét op een podium: iedereen gelijk voor de wet.

Concentrische cirkels en lijnen op de vloer duiden aan dat de danseressen niet zomaar wat doen en een duidelijke marsrichting hebben. Dit ‘dansstuk’ is tot in de puntjes gerepeteerd. Ruimte voor improvisatie is er niet, tenzij je als toeschouwer de dansers daartoe verplicht. Dat kan, want elke aanwezige mag doen wat hij wil: zitten, liggen, staan, rondlopen, ja zelfs de ‘levende kunstwerken’ aanraken. Alleen lijkt niemand dat laatste te durven: de meeste toeschouwers leunen afwachtend tegen de witte muren van de expozaal.

Het moet een nieuwe collectieve ervaring worden, waarbij iedereen zijn eigen keuzes maakt.

Anne Teresa De Keersmaeker
choreografe

Uitlokken dan maar? We verplaatsen ons in de richting van een van de lijnen op de vloer waarop een van de danseressen haar bewegingen lijkt af te stemmen. Ze komt voorbij, tikt ons in een zucht aan - alsof ze ons subtiel wil duidelijk maken dat we in de weg staan - en danst verder. Dat is zo uniek aan dit overweldigende kijkstuk: je ziet de dansers werken, hoort hun ademhaling stokken of kunt de opperste concentratie aflezen uit hun ogen. Soms ruik je zelfs hun zweet.

Telefoneren mag ook. Of de actie filmen. Al voelt niemand van de toeschouwers zich geroepen om zijn gsm uit zijn broekzak te halen. Te overweldigd door de unieke setting? Te veel respect voor de dansers en de muzikanten? Tijdens de drie previews was het volk minder gezagsgetrouw, vertelt danseres Cynthia Loemij. ‘Toen gingen er wel gsm’s af of liepen mensen ons van dichtbij te filmen. Dat is intimiderend, maar we laten het toe. Het hoort bij de vrijheid die de toeschouwers krijgen van ons.’ De Nederlandse danst al 24 jaar bij Rosas. Ze staat voor het eerst in een museum. ‘Je wordt vanuit alle hoeken bekeken - negen weken lang. Ik ga er echt aan moeten wennen.’

Rosas in actie

Anne Teresa De Keersmaeker danst niet mee - al zal ze wel vaak aanwezig zijn omdat ze een verdieping lager aan een nieuwe voorstelling werkt. En uiteraard om haar troepen - de ‘cast’ van ‘Work/Travail/Arbeid’ telt 14 dansers, maximaal 7 tegelijk, en 6 muzikanten - te overschouwen, zoals ze ook doet op deze eerste dag.

‘Ik wilde mijn dans weghalen uit de black box van een theaterzaal: het publiek aan de ene kant en de actie aan de andere kant’, vertelt de choreografe. ‘Het moet een nieuwe collectieve ervaring worden, waarbij iedereen zijn eigen keuzes maakt.’ Ze is tevreden met de eerste dag. ‘Het is wonderbaarlijk hoe de mensen reageren’, vindt ze. ‘Maar we staan nog maar aan de voet van de berg. We moeten dit negen weken lang volhouden.’

Het museum sluit bijna. Twee muzikanten rollen de piano over het speelvlak terwijl de ene erop speelt. Twee mannelijke dansers flaneren zwetend maar elegant door de ruimte. Elke dag opnieuw zullen ze zeven uur lang dansen en musiceren tot de deuren sluiten - ook al kijkt er eventjes niemand mee. Een Picasso haal je ook niet van de muur als het museum even leeg is.

‘Work/Travail/Arbeid’ van Anne Teresa de Keersmaeker en Rosas, tot 27 mei bij Wiels in Brussel. Doorlopend van 11 tot 18 uur. www.wiels.org

Advertentie
Gesponsorde inhoud