‘Er is een heel kluwen van elementen waarmee je rekening moet houden bij de rekrutering: kennis, ervaring, partner, kinderen,…’, zegt Philip Piron, personeelsdirecteur bij Jan De Nul. ‘Al die puzzelstukjes moeten in elkaar passen.’
Kom je dan niet snel uit op jonge, avontuurlijke mensen? ‘Dat klopt, daarom rekruteren wij ook veel op campussen. Pas afgestudeerden hebben nog geen huisje-tuintjekindje en zijn het meest flexibel.’ Julie De Nul, eveneens actief op de personeelsdienst, ziet een opmerkelijke trend bij die jongeren.
‘Je ziet steeds meer dat de partner van de expat op zijn of haar strepen staat. Veel vrouwen bijvoorbeeld hebben een hoog diploma gehaald en willen daar ook iets mee doen. Zij willen geen huismoeder zijn in een ver land.’ Jan De Nul krijgt daarom ook vaak de vraag of het bedrijf geen job kan vinden voor de partner. ‘Maar het is al zo’n grote puzzel om de juiste mensen op de juiste plaats te krijgen’, zucht Julie De Nul. ‘Niet iedereen kan bijvoorbeeld goed om met de Afrikaanse cultuur. Het is dan onbegonnen werk om ook nog eens voor een partner die verpleegkunde heeft gestudeerd een job in het plaatselijk ziekenhuis te vinden.’ Zijn er geen banen bij Jan De Nul zelf voor die partners? ‘Dan krijg je andere problemen’, zegt Piron.
‘Er zijn vijf mensen met een partner, maar slechts één positie. Wie kies je dan? Je maakt niet één partner gelukkig, maar vier ongelukkig.’ Ook als de partner zelf een job vindt, is het niet altijd een voordeel, merkt Piron op. ‘Dat kan een probleem zijn als we onze werknemer naar een andere bestemming willen sturen.’
Pragmatisch denken
Jan De Nul Group is voortdurend op zoek naar versterking, en dat in alle geledingen. Er werken dus niet enkel ingenieurs bij Jan De Nul, al mag hun aantal (580) best wel gezien worden. Ook technische profielen als bouwkundigen en elektromechanici zijn graag gezien. Voor elk van hen geldt dat ze niet hoeven vast te roesten op hun plaats. Het bedrijf voorziet immers in specifieke opleidingen en moedigt ook verschuivingen in de groep aan. 'Onze ingenieurs kunnen zich gemakkelijk heroriënteren door te migreren naar een andere dienst’, illustreert Julie De Nul.
Ingenieurs zijn daardoor geen vakidioten, maar wel gespecialiseerde generalisten. Sollicitanten moeten bovenal veel gezond verstand hebben. 'We zoeken bijvoorbeeld geen juristen die hun eigen wetten en regels stellen, maar juristen die pragmatisch in functie van de ingenieurs denken’, aldus Julie De Nul.