De historisch lage rentevoeten hebben wealth-cliënten massaal naar de vastgoedmarkt geduwd. Hoe moet het verder, nu de rente weer in stijgende lijn zit.
Het strenge rentebeleid van de ECB was een opkikker voor de vastgoedmarkt. Beleggers, ook veel grote vermogens, ruilden hun obligaties massaal in voor bakstenen. ‘Vaak voor een hoge prijs’, zegt Pol Tansens, Head of Real Estate Investment Strategy bij BNP Paribas Fortis Wealth Management. ‘Maar zelfs hun bescheiden huurrendementen zijn nog altijd beter dan de teleurstellende coupons op obligaties of intresten op spaarboekjes.’
Een licht inflatoire markt is ideaal om vastgoed voort te laten renderen.
‘Het succes van vastgoed hebben we grotendeels te danken aan de kapitaalmarkten. Bovendien hebben veel beleggers graag iets materieels in handen, en dat geldt zeker voor de grotere vermogens. Zelfs wie niet rechtstreeks een pand koopt en indirect investeert via een vastgoed-vennootschap, beschouwt zich vaak nog altijd als co-eigenaar. Ook die visie heeft de markt mee ondersteund.’
Alternatieven
De rentevoeten zitten weer in de lift. ‘Mogelijk wordt de vastgoedmarkt daardoor aangetast’, stelt Tansens. ‘Die krijgt meer concurrentie van obligaties. Als blijkt dat de rentestijgingen een gevolg zijn van een aantrekkende economie, dan is dat wél goed nieuws voor vastgoedbeleggers. Dan gaan ook de huurprijzen de hoogte in.’
Tansens gelooft in zo’n langetermijnscenario. ‘Een licht inflatoire markt is ideaal om vastgoed voort te laten renderen. Als de huurprijzen hierdoor stijgen, zal ook de waarde van vastgoed toenemen. Die wordt bepaald door de waarde van alle toekomstige kasstromen. Het is wel belangrijk als vastgoedbelegger een adequaat rendement te eisen: dat moet het risico op leegstand compenseren.’
Een gebouw moet energiezuinig en flexibel zijn.
Het vastgoedrisico kan evenwel afnemen door opbrengsteigendommen over sectoren en/of landen te diversifiëren. ‘Dit is een trend die we zowel bij Belgische als internationale beleggers waarnemen. Het spreiden van eigendommen beoogt eerder een diversificatie van de huurinkomsten dan het realiseren van een hogere meerwaarde in het buitenland’.
Ook duurzaamheid is volgens Tansens een aandachtspunt.‘Panden die niet duurzaam zijn, wil niemand huren of kopen’, zegt hij. ‘Duurzaamheid gaat verder dan materialen. Een gebouw moet niet alleen energiezuinig zijn, maar ook flexibel, zodat je het gemakkelijk kan aanpassen aan de moderne noden van de gebruikers. Ook de bereikbaarheid via openbaar vervoer is een absolute must.’
Duurzaamheid in nieuwe hoofdzetel
BNP
Paribas Fortis zet intensief in op duurzaamheid. Ook bij de bouw van de nieuwe hoofdzetel
aan de Brusselse Warandeberg komt die filosofie duidelijk naar voren. Uit
financiële én ecologische overwegingen koos de bank voor nieuwbouw in plaats van
renovatie. Het Brusselse bedrijf Rotor recycleerde 98 procent van het
oorspronkelijke gebouw. Dit opmerkelijke initiatief werd gelauwerd met de
prestigieuze Henry van de Velde Award. ‘In de nieuwe hoofdzetel brengen we alle
Brusselse medewer kers samen in een centrale en makkelijk bereikbare cluster. Het
wordt een passief gebouw, dat streeft naar het BREEAM Excellent-certificaat’, zegt Frederic Van de Putte, CEO van BNP
Paribas Real Estate.
‘Daartoe wordt een ‘Seasonal Thermal Energy Storage’-systeem geïnstalleerd. Dat
slaat seizoens-gebonden warmte of koude op en geeft ze later via warmtepompen
af.’