Steeds meer mensen denken na over alternatieve woonvormen, onder andere door de stijgende rentevoeten. Deze mogelijkheden tonen aan dat wonen ook anders kan.
1. Tiny house
Deze compacte huisjes zijn in trek bij singles en koppels die hun ecologische voetafdruk zo klein mogelijk willen houden en dicht bij de natuur willen leven. Alles wat nodig is om te kunnen wonen –keuken, leefruimte, badkamer en slaapgelegenheid – is slim ondergebracht op een beperkte oppervlakte, die doorgaans schommelt tussen 25 en 28 vierkante meter. Vaak zitten er hernieuwbare energieoplossingen in geïntegreerd, zoals zonnepanelen en een warmtepomp. Ook al hebben veel tiny houses wielen en zijn ze verplaatsbaar, toch mogen ze niet zomaar op elke grond neergezet worden. Veel Belgische gemeentes hanteren hiervoor intussen speciale bouwvergunningen.
2. Meegroeiwoning
Instapwoning, gezinswoning, seniorenwoning: een meegroeiwoning is het allemaal. Zoals de naam aangeeft, groeit deze flexibele woonvorm mee met de behoeften en de veranderende leefomstandigheden van de bewoners. Afhankelijk van de leeftijdsfase waarin zij zich bevinden, kan de woning aangepast worden. Bij het bouwproces wordt er gedacht aan toekomstige noden, bijvoorbeeld het opdelen van een ruimte in twee kleinere slaapkamers, of het wegnemen van een scheidingswand om het omgekeerde te realiseren. Doordat zo’n flexibele woning een ruime doelgroep aanspreekt, is ze bovendien aantrekkelijk om later te verkopen.
3. Cohousing
Cohousing gaat een stap verder dan kangoeroewonen, waarbij twee gezinnen samenleven in aparte delen van hetzelfde huis. Bij cohousing beperkt het concept zich doorgaans niet tot één woning. Zo zijn er cohousingwijken waar mensen samenleven zoals in een klein dorp, en waar ze een tuin, ontmoetingsplekken, eetruimtes en zelfs coworking spaces delen. De ideale bewonersgroep is een mix van singles, gezinnen met kinderen en ouderen. Bij cohousingprojecten beslissen de bewoners van de gemeenschap vaak samen over de gedeelde infrastructuur en ruimtes.