Met een BREEAM-certificering kunnen vastgoedinvesteerders, ontwikkelaars en gebruikers in één oogopslag gebouwen beoordelen en met elkaar vergelijken op vlak van duurzaamheid. ‘Deze doelstellingen stijgen uit boven het wettelijk minimum en evolueren mee met bouwinnovaties’, vertelt Steve Van den Brandt van Encon.
De Building Research Establishment Environmental Assessment Method (BREEAM) is een wereldwijd erkend keurmerk dat de duurzaamheidsgraad van een gebouw vastlegt. Het BREEAM-certificaat wordt uitgereikt op basis van een puntensysteem. Een erkende assessor beoordeelt een gebouw op basis van honderd criteria in tien hoofdcategorieën: Management, Gezondheid & Welzijn, Energie, Transport, Water, Materialen, Afval, Landgebruik & Ecologie, Vervuiling en Innovatie.
‘Al die scores worden samengebracht tot één certificaat: het BREEAM-label Pass, Good, Very Good, Excellent of Outstanding’, verduidelijkt Steve Van den Brandt, die als expert duurzaam bouwen bij Encon in 2013 de eerste BREEAM-certificering van een gebouw in België mee begeleidde (het logistiek gebouw van H.Essers in Courcelles, nvdr). ‘Met die certificering zien stakeholders – van ontwikkelaars en investeerders tot kopers, huurders en overheden – meteen hoe duurzaam een gebouw is, zonder dat ze zelf technische aspecten moeten onderzoeken of beoordelen.’
Het BREEAM-label is een middel, geen doel op zich. De doelstelling blijft een kwalitatiever gebouw realiseren’
Kwalitatief gebouw
Een BREEAM-certificaat is dus een onafhankelijk bewijs van de duurzaamheidsgraad van een gebouw. Het verkleint het risico op greenwashing en is een extra troef om kopers en investeerders te overtuigen. Studies tonen aan dat de vastgoedwaarde van gebouwen met een BREEAM-certificaat met 7 tot 22 procent kan toenemen, afhankelijk van de investeringen en het behaalde label.
‘Wij adviseren vastgoed- en bouwprofessionals om zich niet blind te staren op een BREEAM-score, maar om in te zetten op criteria die écht toegevoegde waarde creëren’, zegt Van den Brandt. ‘Een label is een middel, geen doel op zich. De doelstelling blijft een kwalitatiever gebouw realiseren.’
BREEAM-criteria worden bij voorkeur vanaf de ontwerpfase van een gebouw mee in overweging genomen. Daarbij worden dan onder meer duurzame materialen, technieken en technologieën tegenover elkaar afgewogen. ‘Outstanding’ is de hoogst bereikbare BREEAM-kwalificatie. Deze gebouwen overstijgen als het ware zichzelf, en vervullen een voorbeeldfunctie die anderen kan inspireren.
Wij adviseren vastgoedprofessionals om zich niet blind te staren op een BREEAM-score, maar om in te zetten op criteria die écht toegevoegde waarde creëren
Aanpassingen en evoluties
De BREEAM-methodiek werd ontwikkeld door de Britse BRE Group (Building Research Establishment). Dezeorganisatie waakt er ook mee over dat de beoordelingsrichtlijnen regelmatig worden aangepast, in lijn met innovaties en evoluties. Van den Brandt: ‘Omdat het systeem bovenwettelijk is, en dus verder gaat dan wat regelgevers eisen, is het noodzakelijk om het wettelijk kader steeds een stap voor te blijven.’
De criteria voor energie-efficiëntie en de aandacht voor hernieuwbare energieoplossingen werden onlangs verscherpt. Er wordt verwacht dat ook de andere categorieën begin 2024 een update zullen krijgen. Hoe die nieuwe leidraad eruit zal zien, is nog onduidelijk. ’Ook de markt dwingt BREEAM om te blijven evolueren en vernieuwen’, klinkt het.
- Pass (Voldoende) ≥ 30%
- Good (Goed) ≥ 45%
- Very Good (Zeer goed) ≥ 55%
- Excellent (Uitstekend) ≥ 70%
- Outstanding (Uitmuntend) ≥ 85%