Tegen 2050 moet de Europese Unie klimaatneutraal zijn. Om dat mogelijk te maken in de vastgoedsector werkt Bopro mee aan de introductie van de principes van een circulaire economie. ‘Van hergebruik tot nieuwe technologie: we willen tonen dat circulaire principes vandaag al inzetbaar zijn.’
Stefaan Martel, Managing Director van Bopro: ‘De missie van Bopro blijft dezelfde: klanten begeleiden in het vastgoedproces en hen helpen hun doelstellingen te halen. Vroeger ging dat over kwaliteit, timing en budget, terwijl vandaag ecologische en sociale aspecten steeds belangrijker worden. Wij kijken naar een gebouw vanuit al die dimensies en geven advies over de beste manier om alle doelen te behalen.’
Steven Beckers, Circular Economy Expert bij Bopro: ‘Zie een gebouw als een levend wezen: het heeft een impact op het hele systeem erin en errond. In het beste geval is dat een positieve impact. Onze rol is die van orkestmeester: we geven aan welke keuzes onze klant kan maken, en welke gevolgen die keuzes hebben. ’ Kies je bijvoorbeeld voor de recuperatie van regenwater dan ga je het rioleringsstelsel minder belasten en heb je water om iijvoorbeeld een daktuin te irrigeren. Wat op zijn beurt mogelijkheden geeft om met de buurt te connecteren en het heeft een positief effect op het hitte-eiland effect in de bebouwde kom.’
De bouwsector evolueert naar een circulair model. Welke rol speelt Bopro daarin?
Beckers: ‘Een volledig circulair gebouw neerzetten is vandaag technisch gezien mogelijk, maar nog niet rendabel. Maar de meeste gebouwen zullen er over dertig jaar nog altijd staan. Voor de bouwsector is 2050 dus helemaal niet meer ver weg. We raden klanten aan om te bouwen met wat vandaag mogelijk is, met als doel morgen geen kansen te missen. Zo laten we mogelijkheden open om het gebruik van een gebouw aan te passen zonder het helemaal af te breken. Een gebouw dat echt futureproof is, houdt rekening met innovaties die nog moeten komen, en is in staat om te transformeren.’
‘Een gebouw dat zowel met haar sociale, economische als ecologische omgeving connecteert en hier flexibel kan op inspelen is een duurzaam gebouw.’
Martel: ‘Dat betekent ook dat we op zoek gaan naar nieuwe economische modellen, waarbij we afstappen van het gebouw als een product en kijken naar de functies van het gebouw als diensten. In Nederland experimenteert een bedrijf bijvoorbeeld met ‘Lift As A Service’: je bent dan niet de eigenaar van de lift, maar de gebruiker. En je betaalt dus voor het gebruik van de lift, in plaats van de lift zelf te kopen. Met andere woord op lange termijn betaal je minder voor meer kwaliteit.’
Futureproof bouwen betekent ook bouwen voor toekomstige wetgeving en regulering. Hoe pakken jullie dat aan?
Martel: ‘Europa streeft naar een CO2-neutrale economie in 2050 en een sterke CO2-daling tegen 2030. We zoeken samen met onze klanten naar de roadmap om die doelstellingen te behalen. Een gebouw hoeft vandaag nog niet CO2-neutraal te zijn, maar moet dat wel kunnen worden met de implementatie van latere innovaties. Veel vastgoedspelers zoeken nog uit wat dat precies betekent: hoe lossen we straks bijvoorbeeld de energievraag van gebouwen op?’
‘We raden klanten aan om te bouwen met wat vandaag mogelijk is, met als doel morgen geen kansen te missen.’
Beckers: ‘De certificering van BREEAM geeft ons en onze klanten een bruikbare houvast. Bouwheren moeten kunnen teruggrijpen naar iets dat meetbaar is, en BREEAM is een goede leidraad voor technische en ecologische aspecten. Maar we willen ook verder gaan. De principes van circulaire economie zitten daar nog niet in verwerkt en het systeem houdt ook geen rekening met de EU-doelstellingen. Het Duitse systeem DGNB doet dat bijvoorbeeld wel.’
Wat is volgens jullie het ideale gebouw?
Martel: ‘Een voor ons ideaal gebouw is klimaatrobuust en creëert een gezonde atmosfeer voor de gebruikers. Het staat open voor innovatie en alle materialen kunnen hergebruikt worden. Maar het is ook een architecturaal mooi gebouw, dat geënt raakt in de omgeving en waar gebruikers graag komen.
Nieuwe gebouwen neerzetten volgens circulaire principes is één ding. Maar wat met oude gebouwen? ‘Ook historische gebouwen kunnen ingepast worden in een circulaire economie’, zegt Steven Beckers. ‘Bestaande gebouwen hebben qua CO2-uitstoot alvast één groot voordeel: al het materiaal staat er al, dus dat hoef je niet meer te produceren of aan te voeren. Ook daar zoeken we naar de toegevoegde waarde.’