De klimaatverandering leidt tot intensere regenbuien, maar ook tot langere droge periodes. De toegenomen verharding van onze gronden maakt het probleem nog erger. En dus dringt slim waterbeheer zich op in bouwprojecten.
In de jaren zeventig was ongeveer 5 procent van het grondoppervlak in Vlaanderen en Brussel verhard. Vandaag is dat al 15 procent. De doorgedreven betonnering van onze publieke en private ruimtes maakt ons extra kwetsbaar voor de klimaatverandering. ‘Door die verharding stroomt regenwater af naar rioleringen en waterlopen, in plaats van in de bodem te infiltreren’, weet Patrick Willems, hoogleraar waterbouwkunde aan de KU Leuven. ‘Dat bemoeilijkt de aanvulling van de grondwaterreserves, en leidt tot overstromingen, hittestress in de steden en biodiversiteitsverlies.’
Met het oog op slim regenwaterbeheer stelt Willems een drietrapssysteem voor bij bouwprojecten. Het hoofdprincipe: aflopend hemelwater van daken en verharde zones opvangen. ‘Een eerste stap is berekenen hoeveel regenwater een gebouw kan verbruiken’, illustreert hij. ‘Weet dat de verhouding hemelwater-leidingwater bij gezinnen ongeveer fiftyfifty is. Installeer dan een regenwaterput die de vraag kan dekken. In grotere woonprojecten, zoals woonwijken, kan je collectieve putten voorzien.’
‘In een tweede fase zorg je voor een groenblauwe inrichting. Ofwel: een overloop van de regenwaterput en een afloop van de niet op de put aangesloten verharding naar een lagergelegen zone. Dat kan in je eigen tuin, via baangrachten of door open ruimtes in de stad als wadi’s in te richten. Daar wordt het overtollige water tijdelijk geborgen, en krijgt het de kans om in de bodem te dringen. De derde stap: de straten waterrobuust inrichten op kritieke plekken, bijvoorbeeld via hoge trottoirs en door ze hol in plaats van bol aan te leggen. Zo veroorzaakt het overblijvende hemelwater geen overlast.’
Waterveilig bouwen
Volgens Patrick Willems kan je ook waterveilig bouwen op plaatsen waar je schade bij overstroming moet voorkomen of beperken. ‘Dat kan bijvoorbeeld door de vloer van het gebouw boven de hoogst bekende overstromingshoogte te leggen, een pompinstallatie en terugslagkleppen op de waterafvoer te plaatsen, en ondergrondse constructies te vermijden of te beschermen met een drempel’, zegt hij. Daarnaast wijst Willems op andere oplossingen, waaronder terreinen ontharden en vergroenen, groendaken installeren en compacter bouwen.
Maar het kan allemaal nog “slimmer”. De KU Leuven werkt samen met enkele partners aan een intelligente sturing rond waterbeheer. ‘De bedoeling is: anticiperen op basis van weersvoorspellingen’, legt Willems uit. ‘Dankzij dat systeem kun je eenzelfde opslagcapaciteit aan water zowel benutten voor droogtebeheer als tegen wateroverlast. Wordt er een lange droge periode voorspeld? Dan wordt het water wekenlang op voorhand vastgehouden. Verwachten we intense neerslag? Dan wordt het watersysteem geledigd, zodat er voldoende bergingscapaciteit vrijkomt.’
‘Bouwheren en architecten beschouwen slim waterbeheer nog te vaak als een opgelegd noodzakelijk kwaad.’
De overheid moet het goede voorbeeld geven, meent Patrick Willems. ‘Enkele steden werken al volop aan een klimaatadaptatieplan, en gemeentebesturen kunnen ook een en ander afdwingen via hun stedenbouwkundige voorschriften’, zegt hij. ‘Helaas beschouwen bouwheren en architecten slim waterbeheer nog te vaak als een opgelegd noodzakelijk kwaad. Dat leidt tot gemiste kansen. Wadi’s worden dikwijls achterin weggestopt, terwijl ze bij een goede integratie in het bouwproject net bijdragen tot een betere beleving, meer recreatie, beter groenbeheer en minder hittestress.’