Hoe moeten we omgaan met technologie die slimmer is en sneller evolueert dan de mens? ‘Door de mens weer centraal te stellen’, zegt Fredo De Smet, digitale humanist. ‘Nu zetten we de consument centraal, maar niet de mens en al zeker niet gemeenschappen.’
Voor Fredo De Smet, auteur van Artificial Stupidity, is er geen ontsnappen aan. ‘We leven nu al in een soort metaverse, waarbij je digitaal en fysiek amper uit elkaar kunt houden. Duizenden Amerikanen bestormden het Capitool, aangevuurd door een president die liever zijn eigen naam gebruikt op Twitter dan het account van de president.’
Dat soort wereld zal nog gebruiksvriendelijker worden, voorspelt hij, en er zullen ook economische experimenten komen, bijvoorbeeld winkels die kledij verkopen voor avatars. ‘Zie het als een cadeau aan onszelf: we zijn verbonden met iedereen en alles tegelijkertijd. Natuurlijk, de manier waarop we het organiseren kan anders. Maar er is geen weg terug.’
En dat is ook geen ramp, zegt De Smet. ‘Ik vind het tof om verschillende identiteiten te hebben: ik kan een account hebben dat de echte Fredo weerspiegelt, en daarnaast business opbouwen met andere identiteiten. Dat is iets om naar uit te kijken. En tegelijkertijd heel kritisch over te zijn.’
Marktlogica
Kritisch omarmen, dat betekent zorgen dat wij als mens en als planeet weer in het centrum staan, zegt De Smet. ‘Nu draaien systemen als Facebook en Instagram op winstmaximalisatie voor aandeelhouders. Dat is op zich zelfs niet verkeerd. Maar dan mag je niet zeggen dat je een sociaal platform bent. Daarom is er een denkoefening voor nodig. En die is ook aan de gang.’
Een metaverse dat vertrekt vanuit de wil om een gemeenschap te bouwen: daar zullen prachtige interacties zijn.
Ook Articifial Intelligence (AI) wordt vandaag vaak geïmplementeerd vanuit marktlogica. ‘AI is ondertussen enorm verankerd in ons leven’, zegt De Smet. ‘Neem een dag als vandaag. Ik heb op Spotify een lijstje afgespeeld, gebaseerd op één nummer: AI. Ik maakte een foto van mijn kinderen met een effect van dieptezicht: AI. Ik zocht de weg: AI. Ik kreeg een pop-up dat er nog muziek speelde thuis: AI. Dat zijn heel veel gebieden in mijn telefoon met AI. Alleen: ik dénk dat daar AI werkt. Ik heb in mijn instellingen geen lijstje met AI. En ik kan het ook niet uitzetten, zoals bluetooth. Dat stoort mij. AI is technologie die controle vraagt én krijgt. Er is heel weinig transparantie over - vooralsnog.’
Sociale bubbel
Platformen leven op een cultuur van te veel, legt De Smet uit. ‘Ze hebben van alles te veel: informatie, data, films, muziek, vrienden... Dat is eigen aan digitale cultuur. Dus stellen ze je een selectie voor. Ze steken je in een bubbel, ook sociaal. Dat is niet erg, in het echte leven omringen we ons ook meestal door mensen die op ons lijken. Maar zodra ik besefte dat die digitale filterbubbel bestaat, ben ik veel meer mensen gaan volgen die niet op mij lijken: mensen van kleur, jonge moslima’s, …
En door de rijkdom aan verhalen die toen ontstond, ben ik dat ook gaan doen in de echte wereld.’ De Smet noemt het advies dat ‘bijna te onnozel is om waar te zijn’: ‘Maar ga meer praten met mensen in plaats van op je gsm te kijken. Mens zijn is een teamsport. We kunnen een groot verschil maken in de wereld.’
Maar willen we dan een metaverse, waarin mensen leven en continu geconnecteerd zijn? ‘Vandaag leven we in een economie op basis van uitgevonden wensen, niet op basis van noden. Hoe zou een economisch systeem eruitzien als het gemaakt was op basis van wat we echt willen, en niet op basis van wat de reclame-industrie ons wijsgemaakt heeft? Een metaverse dat niet gemaakt is door Facebook/Meta, maar dat vertrekt vanuit een gemeenschappelijke uitdaging, de wil om een gemeenschap te bouwen: daar zullen prachtige interacties zijn.’