De doorbraak van artificiële intelligentie (AI) is razendsnel gebeurd, en daarbij worden weleens bepaalde grenzen aangetast, zegt Geertrui Mieke De Ketelaere, AI-experte bij imec. ‘De geneeskunde heeft 3.000 jaar gehad om een woordenschat te creëren die we wereldwijd verstaan, AI nauwelijks 30.’
Sinds haar studies burgerlijk ingenieur in de jaren 90 is Geertrui Mieke De Ketelaere, programmadirecteur AI bij onderzoekscentrum imec, gebeten door die technologie. ‘Hoe dat komt? Omdat ik van nature lui ben. Ik ben altijd op zoek naar technologie om dingen te automatiseren. Dus toen ik hoorde over technologie die denken kan automatiseren, dacht ik: dit is het.’
AI zit verweven in onze wereld, maar het is een verborgen technologie. En dat maakt het soms gevaarlijk.
AI gaat over slimme algoritmes, cookies op Facebook en bepaalde advertenties te zien krijgen. Maar het gaat nog veel verder, zegt De Ketelaere: ‘Als je bank moet berekenen of je al dan niet een lening krijgt, gebruikt die daar AI voor. Het zit verweven in onze wereld, maar het is een verborgen technologie. En dat maakt het soms gevaarlijk.’
Grenzen
Na dertig jaar blijft De Ketelaere geloven in de waarde van AI. ‘Maar we zijn de grenzen gaan opzoeken omdat het technisch kon en mocht. En daarbij zijn we gaan knabbelen aan twee uitersten. Ten eerste is er duurzaamheid: onze huidige slimme systemen wijken af van de originele droom, namelijk het brein nabouwen. Ons brein kan heel slimme dingen doen, met heel weinig energie. Grote systemen doen ook slimme dingen, maar met een CO2-uitstoot die niet meer te verantwoorden is.’
Daarnaast wordt ook aan de sociale fundamenten geknabbeld. ‘Onze systemen zijn gemaakt op basis van data uit het verleden. Die maken nu autonome beslissingen, ook over mensenlevens: bij sollicitaties selecteert AI bijvoorbeeld cv’s en beslist dan eigenlijk wie een job krijgt en wie niet. Maar door die data uit het verleden te gebruiken, blijven de denkfouten uit het verleden daar ook in zitten. Dat gaat vaak over diversiteit en inclusie. Het systeem is een wiskundige formule en weet niet wat een menselijk vooroordeel is. Daarom moeten we heel bewust kijken welke data we gebruiken.’
Dat is geen reden om AI aan de kant te schuiven, vindt De Ketelaere. ‘Ik vergelijk het met een wagen uit de jaren 50: die bracht ons ook van A naar B, maar zonder geen autogordels, met weinig verkeersregels en met een vervuilende motor. Toch was er niets mis met het concept “wagen”, er was alleen een beter kader nodig.’
Niet alleen voor techneuten
De groei van AI is te snel gegaan, denkt De Ketelaere. ‘In de jaren negentig was het nog een academische discipline, en dertig jaar later is het plots overal. Er is geen vertaalslag geweest. Vergelijk het met de medische wereld, daar hebben we 3.000 jaar tijd gehad om een woordenschat te definiëren die we wereldwijd verstaan, om rollen en kaders te bedenken, om de eed van Hippocrates te schrijven. Ingenieurs zijn gefascineerd door de technologie en de rest van de wereld hebben we achterwege gelaten. De kloof is nog nooit zo groot geweest.’
Je hoeft de fysica van je magnetron niet te begrijpen om het toestel juist te gebruiken.
‘Technologie was vroeger voor techneuten, nu is het voor iedereen’, vindt de AI-expert. ‘De consument heeft ook een verantwoordelijkheid. Zelfs als je de fysica van je magnetron niet begrijpt, weet je dat je er geen metaal in mag stoppen. Je hoeft de formules niet te kennen om de technologie correct te gebruiken. Maar we moeten wel allemaal de manuals beter lezen, en tot op bepaalde hoogte verstaan wat de gevaren zijn. En dat doen we niet graag.’
Toch moeten we de kloof dichten, vindt De Ketelaere. ‘Iedereen die in zijn domein met AI in contact komt, moet bruggen bouwen. Technici, legals, overheid, sociologen: het multidisciplinaire debat moet nog veel sterker geactiveerd worden.’