Tijdens de coronacrisis zijn grote stappen gezet in de digitalisering. Toch vallen almaar meer Belgen in de spreekwoordelijke digitale kloof. ‘Mensen schamen zich omdat ze niet mee zijn. Dat moet je eerst overwinnen.’
Volgens cijfers van de Koning Boudewijnstichting ondervindt 40 procent van de bevolking problemen met dagelijks digitaal gebruik. ‘Dat gaat dan niet over exotische vaardigheden zoals programmeren, maar over praktische zaken als e-banking’, zegt Karen Boers, sociaal ondernemer en medestichter van de programmeerschool BeCode.
‘Bij laagbetaalden en -geschoolden stijgen die percentages tot 75 procent. Drie vierde van die mensen kan dus niet mee. Ik vind dat dramatische cijfers.’
Het onderwijs maakte met corona een inhaalbeweging, stelt Boers tevreden vast. ‘Elk kind heeft nu toegang tot een tablet of computer. Maar alleen een toestel geven is niet voldoende. Er moet een leerpad zijn, liefst zonder te veel druk, en die begeleiding ontbreekt vaak.’
Digitale wijsheid vergelijkt Karen Boers met leren fietsen. ‘Dat doe je niet met een handleiding, maar door te oefenen, desnoods met steunwieltjes in het begin. Digitale vaardigheden kun je perfect oefenen met games. Ook voor volwassenen zijn die speelse elementen erg belangrijk: het werkt laagdrempelig, de stressniveaus dalen, en zo wordt leren leuk.’
Taboe
Stel dat arbeiders vanaf morgen hun vakantie moeten aanvragen via een online tool in plaats van een blaadje in kantine. ‘Dat creëert verwarring en weerstand’, weet Boers. ‘Maar zodra werknemers de meerwaarde van die tool merken, krijgen ze een doel. Ze merken bijvoorbeeld dat de computer sneller feedback geeft over hun aangevraagde vrije dag dan de personeelsdienst. Dan wordt het de moeite waard om te leren.’
Als werkgever moet je allereerst beseffen dat er een enorm taboe rond hangt, zegt Boers. ‘Mensen voelen zich dom omdat ze het niet kunnen. Dus ga niet gauw een grote opleiding organiseren. Werknemers moeten eerst voorbij het stigma in hun eigen hoofd. Dat lukt het best met een kleine succeservaring, een yes-momentje.’
Dienstencheques
Ook wie vandaag mee is, kan morgen in de digitale kloof vallen. ‘Je stopt niet met leren zodra je de schoolbanken verlaat. Het is heel normaal dat je na een tijdje niet meer mee bent. En dus moet je jezelf de vraag stellen: wat moet ik bijleren om de komende drie tot vijf jaar weer bij te zijn?’
Digitale wijsheid is zoals leren fietsen. Je doet het niet met een handleiding, maar door te oefenen.
Werkgevers moeten er natuurlijk wel tijd en budgetten voor vrijmaken. ‘Dat is moeilijk voor bedrijven die gedreven worden door de korte termijn en de druk van de kwartaaldoelstellingen. Als je gaat investeren in leren, voel je de winst pas na een paar jaar. Dat is een problematische omslag waar we nu door moeten.’
Boers pleit tot slot voor een erg persoonlijke aanpak van digitale inclusie. ‘Je mag mensen niet het gevoel geven dat je op hen neerkijkt omdat ze niet mee zijn. Daarom kun je beter IT-studenten naar mensen thuis sturen, discreet in de woonkamer, in plaats van iedereen te verzamelen voor een openbaar lesje IT in de bib. De tools en platforms voor geïndividualiseerd leren bestaan, maar ze worden nog te weinig doelgericht ingezet.
Wie moeite heeft met Smartschool, moet geen uitleg krijgen over e-banking. Zo’n ecosysteem dat beantwoordt aan ieders individuele noden is niet zo moeilijk te organiseren. Het bestaat al. Mijn huis schoonmaken is een andere klus dan jouw huis schoonmaken. En toch betalen we met dezelfde dienstencheques. We hebben ook zulke vouchers voor leren nodig.’