Sommige consultants beweren dat de zoektocht naar een leidersfiguur in het kader van 'transitiemanagement' op twee belangrijke punten verschilt van een traditionele zoektocht naar leidinggevenden. De functie moet sneller worden ingevuld en de kandidaten moeten onmiddellijk aan alle functievereisten voldoen. Wim De Mulder, partner bij Accord Group, is het daar niet helemaal mee eens. ‘Wie zich tot dit perspectief beperkt, verliest een cruciaal kenmerk uit het oog: vaststellen welk niveau van complexiteit de manager zal moeten managen.’
‘Transitiemanagers kunnen zeer uiteenlopende opdrachten krijgen: procesoptimalisatie, strategische ontwikkeling, identiteitsontwikkeling. De meeste leiders voelen zich niet op hun gemak als ze complexiteit op al die niveaus moeten managen. Zij hebben een voorkeursniveau van complexiteit waar ze zich comfortabel bij voelen en waarop ze optimaal presteren.’
‘Een analytische geest, creativiteit, projectmanagementvaardigheden: deze vaardigheden zijn allemaal zinvol om het profiel van een transitiemanager te begrijpen.’
‘Maar ook de ervaring uit het verleden mag absoluut niet uit het oog worden verloren: vaardigheden alleen geven geen accurate informatie over de complexiteit van de vroegere opdrachten van een kandidaat. Bestond de opdracht uit het aanpakken van een bepaalde context en het zoeken naar manieren om die te optimaliseren? Of was het doel de context ter discussie te stellen omdat die context niet langer relevant was voor een veranderende omgeving?’
Vaardigheden alleen geven geen accurate informatie over de complexiteit van de vroegere opdrachten van een kandidaat.
‘Uitgebreid onderzoek wijst uit dat iedere manager zijn eigen beeld van de werkelijkheid vormt, gebaseerd op het aantal dimensies dat hij in staat is te percipiëren. Dit is het “niveau van bewustzijn” van de manager.’
‘In het algemeen zijn er drie types transitiemanagement-opdrachten die elk een ander bewustzijnsniveau vereisen. Afhankelijk van het niveau van bewustzijn zal een transitiemanager anders handelen en reageren op zijn omgeving.’
‘De drie meest voorkomende types van transitiemanagers zijn: Best Practice Managers, Strategische Ontwikkelingsmanagers en Transformationele Managers.’
‘Best Practice Managers zijn contextmanagers. Zij plaatsen zichzelf in het midden van een bepaalde context en bekijken hoe de verschillende elementen binnen die context met elkaar verbonden zijn. Ze streven naar het beste en integreren beschikbare best practices. Hun enige doel: de gegeven context optimaliseren. Geconfronteerd met een nieuwe context gaan zij op zoek naar de zwakste schakels en concentreren ze zich op het optimaliseren daarvan. Hun acties zijn gericht op het verbeteren van de efficiëntie: het verlagen van de kosten en het verhogen van de inkomsten.’
Uitgebreid onderzoek wijst uit dat iedere manager zijn eigen beeld van de werkelijkheid vormt.
‘Strategische Ontwikkelingsmanagers weten dat de context evolueert. Wanneer zij een nieuwe opdracht krijgen, zullen zij nieuwe groeiperspectieven zoeken door zich te richten op nieuwe methodes, concepten of systemen die op komende veranderingen reageren. Hun acties zijn niet in de eerste plaats gericht op het verbeteren van de efficiëntie (het verlagen van de kosten en het verhogen van de inkomsten), maar op het anticiperen op trends, het ontwikkelen van nieuwe producten, diensten of markten en het maximaliseren van de waarde voor de klant. Ze kijken verder dan de huidige context om te zien hoe relevant die in de toekomst zal zijn. Het hoofddoel wordt effectiviteit, in plaats van efficiëntie. Net omdat zij het vermogen hebben om meer dan één context tegelijk te zien, hebben zij ook het vermogen om nieuwe business-scenario's te creëren en te integreren in een bestaande context.’
‘Transformationele Managers zijn zich ervan bewust dat hun activiteit verbonden is met de rol die zij spelen in het leven van hun stakeholders. Door bewust vorm te geven aan de rol die ze willen spelen, kunnen ze nadenken over wie ze voor wie willen zijn, hoe ze die rol het best kunnen invullen en hoe ze de bestaande competenties van het bedrijf kunnen aanwenden. Doel hiervan is nieuwe businessmodellen en ervaringen te creëren die nog dichter staan bij de gewenste levensstijl van de klant of bij wat morgen zinvoller zal zijn in de maatschappij. Het gaat niet langer om het beheren van een context, maar om het creëren ervan. Zij zullen het succesvolst zijn in organisaties waar het huidige marktaanbod irrelevant dreigt te worden. Hun strategische intentie zal erop gericht zijn de onderneming van een nieuwe identiteit te voorzien.’
De meeste leiders voelen zich niet op hun gemak als ze complexiteit op al die niveaus moeten managen.
‘Het hoeft dus niet te verwonderen dat leiderschapsassessments voor transitiemanagers wereldwijd sterk aan populariteit winnen. Als ze goed worden uitgevoerd, betalen deze assessments zichzelf terug. De investering is verwaarloosbaar vergeleken met het risico op mislukking.’
‘Succesvol leiderschap hangt af van een complexiteitsoriëntatie die is afgestemd op een bepaalde situatie. Aangezien de complexiteitsoriëntatie van persoon tot persoon verschilt, zijn assessments een onmisbaar instrument om het risico op verkeerde aanwervingen van leidinggevenden te minimaliseren.’