Logo
Tijd Connect biedt organisaties toegang tot het netwerk van De Tijd. De partners zijn verantwoordelijk voor de inhoud.

Sociaal overleg van de toekomst

©rv

Hoe zou de ideale sociale dialoog van de toekomst er moeten uitzien? Welke elementen komen in aanmerking in het kader van een gemeenschappelijk project op lange termijn? En wat is de rol van bedrijven en vakbonden? Heel wat vragen werpen zich op voor de sociale partners.

De chemie sector over de cultuurverschillen

Onze kracht? Samen oplossingen vinden voor morgen

Wim Michiels
CEO Proviron
©rv

Het Vlaamse chemiebedrijf Proviron telt twee vestigingen. ‘In Hemiksem, waar 40 man werkt, hangt nog de familiale sfeer en kent iedereen iedereen. De Oostendse vestiging met 240 medewerkers hebben we 20 jaar geleden overgenomen, maar de syndicale traditie gaat er al een eeuw terug’, schetst CEO Wim Michiels. Hij stelt verschillen tussen beide culturen vast. ‘In de kleine vestiging verlopen de contacten losjes en krijgen vragen meteen een antwoord. Dat werkt, als beide partijen van goede wil zijn. Hetzelfde zien we in de grotere vestiging, maar daar duiken soms vertaalfouten op tussen wat medewerkers en vakbonden willen. Met meer mensen moet je het overleg wel structureren, maar vakbonden denken te gauw dat werkgevers nog redeneren zoals een eeuw geleden. Ik ken geen enkele werkgever die dat doet. Vandaag beseft iedere werkgever dat hij gelukkige medewerkers moet hebben.’

Een concreet doel

Advertentie

Wim Michiels heeft geen probleem met het huidige overlegmodel. ‘De ene vakbondsafgevaardigde denkt beter dan de andere mee met het bedrijf en in functie van werkgelegenheid. Maar het loopt pas goed mis als van hogerhand vakbondsthema’s in het bedrijf worden doorgedrukt. We moeten vooral samen een concreet doel nastreven voor de gezondheid en de bestaansreden van het bedrijf. Het overleg werkt dan ook het best met werknemers in het bedrijf. Werkgevers moeten ook wel luisteren naar hun medewerkers. Dat er in het dagelijkse overleg soms iets fout loopt, is niet erg. Maar het moet de kracht van het overleg blijven dat we samen oplossingen vinden voor morgen.’

 

Betrokkenheid in KMO's

Verworvenheden moet je durven ter discussie te stellen

Dominique Rie Rodrigues
HR-manager Nomacorc
©Lieven Gouwy

Als HR-manager Europa in de kmo Nomacorc, goed voor 2 miljard wijnkurken per jaar, beleeft Dominique Rei Rodrigues de sociale dialoog dagelijks in de praktijk. Nomacorc heeft in ons land zowat 200 medewerkers en is mondiale marktleider in flessenkurken voor niet-bruisende wijn. Het bedrijf kent een belangrijke groei sinds de start op de Belgische markt in het begin van de jaren 2000. Een groei die voortkomt uit de voortdurende innovatie van zijn producten. Via de sociale dialoog betrekt de HR-manager de vakbonden volop in het groeiverhaal.

“We voelen wel wat impact van de huidige onrust in de sociale verhoudingen op nationaal en/of regionaal niveau, omdat sommige mensen al eens deelnemen aan vakbondsbetogingen of stakingen. Maar toch blijft de verstandhouding in het bedrijf goed. Dat heeft alles te maken met de kwaliteit en de frequentie van de informatie die we uitwisselen, en de open dialoog die we voeren”, meent Dominique Rei Rodrigues. “Zodra we een nieuwigheid in testfase willen brengen, betrekken we de vakbondsvertegenwoordigers erbij.”

Tijd voor een open onderzoek

 “De sociale dialoog heeft vooral genoeg flexibiliteit nodig, van beide kanten”, merkt zij op. “Dan boek je samen vooruitgang, zowel in ons bedrijf, als op grotere schaal. Maar de verwachtingen van werknemers raken steeds meer geïndividualiseerd, wat het moeilijker maakt om een gemeenschappelijke basis te vinden voor de verschillende groepen werknemers. Ook daarom moet je in de sterk veranderde context van vandaag de vroegere verworvenheden ter discussie kunnen stellen en er nieuwe bedenken die beter beantwoorden aan de huidige behoeften van werkgevers én werknemers. Het antwoord daarop zou dan geen ‘sociale voordelen’ zijn om bij de andere te voegen, maar wel een herdefiniëring van de huidige en de nieuwe sociale voordelen. ‘Het welzijn van de werknemers moet daarbij centraal blijven staan. We moeten durven de onderwerpen op tafel te leggen die een nieuwe doorlichting verdienen, actueler en in het belang van zowel werknemers als werkgevers.”

Advertentie

De evolutie volgens de vakbonden

We moeten compromissen blijven sluiten, net zoals in een relatie

Claude Roufosse
federaal secretaris van SETCa
©rv

Claude Roufosse vertegenwoordigt de socialistische vakbond ABVV onder meer bij de chemiesector, maar is ook federaal secretaris van SETCa, vakbondscentrale voor bedienden, technici en kaderleden. En dat hoor je aan de bedenkingen van Claude Roufosse bij de evolutie van de sociale dialoog en de knelpunten daarin. 

‘Het gaat wel, met de sociale dialoog. Maar soms hebben we de indruk dat werkgevers ons proberen te ontwijken. Zo krijgen we in de chemiesector geen toelating om kaderleden in de syndicale delegaties op te nemen, terwijl hun belang alsmaar toeneemt’, merkt Claude Roufosse op. Toch wil hij zich constructief en vooruitstrevend opstellen.

 Innoveren en leren voorop

“Wij zijn helemaal gewonnen voor innovatie. Natuurlijk verandert de wereld voortdurend, maar innovatie moet gepaard gaan met duurzame werkgelegenheid en doorgedreven inspanningen rond opleidingen tijdens de werkuren. Mensen moeten meer perspectief krijgen op de uitbouw van hun loopbaan, met contracten van onbeperkte duur. Ik was onder de indruk van wat ik bij BASF zag, waar nieuwe werknemers intern worden opgeleid en een loopbaan kunnen uitbouwen. Idealiter doet een sector als chemie meer met zijn winsten om compromissen te sluiten.'

Permanent overleg

De sociale partners vormen een koppel, dat altijd compromissen moet kunnen sluiten. Liefst gebeurt dat zonder conflicten vooraf. Dat lukt het best met een permanent, open en democratisch overleg. Als een van de partijen dogmatisch doet, wordt de andere dat ook.”

 

We kunnen elkaar nog op heel wat vlakken vinden

Filip Decorte
ACV BIE West-Vlaanderen
©rv

Met de structuur van ons sociaal overleg, van het federale niveau tot op bedrijfsniveau, zit het nog altijd snor, vindt Filip Decorte van ACV BIE West-Vlaanderen. ‘Het sociaal overleg bezorgde ons een hoog welvaartspeil. Internationale studies tonen dit verband aan. Maar we staan wel voor pittige uitdagingen en het wordt op alle niveaus moeilijker. Het kader oogt vandaag en morgen dan ook heel anders dan bij het ontstaan van het systeem in 1944: een mondiale concurrentiestrijd, een moeilijk loonkostendebat, weinig loononderhandelingsmarge, een voortdurende besparingsmodus in de bedrijven en het ontbreken van de smeerolie van de overheidsinvesteringen. Individualisering ondermijnt ook het geloof in het collectief overleg. Dat is trouwens nog altijd industrieel geschoeid, terwijl de industrie de baan ruimt voor een diensteneconomie.’

Terug naar de oorsprong

Waar ligt de oplossing? ‘We moeten terug naar de oorsprong van het doorgedreven sociaal overleg. Werknemers en werkgevers moeten zich samen in de huidige context afvragen: ‘Welke belangen lopen gelijk ?’. We kunnen elkaar nog op heel wat vlakken vinden.’

Toen de West-Vlaamse kunststofsector de vijftigste verjaardag van zijn provinciale cao vierde, bleek dat in die reeks onderbrekingen noch provinciale stakingen voorkwamen. ‘Die prachtige traditie diepen we nu verder uit met de vzw PlastIQ, waarin we met Essenscia werknemers en werklozen vorming aanreiken en jongeren motiveren voor deze sector. Het gevolg? Alle partijen winnen. Werkgevers krijgen technologisch beter geschoolde werkkrachten, werknemers versterken hun positie en werklozen krijgen meer kansen op werk.’ Met de structuur van ons sociaal overleg, van het federale niveau tot op bedrijfsniveau, zit het nog altijd snor, vindt Filip Decorte van ACV BIE West-Vlaanderen. ‘Het sociaal overleg bezorgde ons een hoog welvaartspeil. Internationale studies tonen dit verband aan. Maar we staan wel voor pittige uitdagingen en het wordt op alle niveaus moeilijker. Het kader oogt vandaag en morgen dan ook heel anders dan bij het ontstaan van het systeem in 1944: een mondiale concurrentiestrijd, een moeilijk loonkostendebat, weinig loononderhandelingsmarge, een voortdurende besparingsmodus in de bedrijven en het ontbreken van de smeerolie van de overheidsinvesteringen. Individualisering ondermijnt ook het geloof in het collectief overleg. Dat is trouwens nog altijd industrieel geschoeid, terwijl de industrie de baan ruimt voor een diensteneconomie.’

  

 

Hij vertegenwoordigt de socialistische vakbond ABVV onder meer bij de chemiesector, maar is ook federaal secretaris van SETCa, vakbondscentrale voor bedienden, technici en kaderleden. En dat hoor je aan de bedenkingen van Claude Roufosse bij de evolutie van de sociale dialoog en de knelpunten daarin.

 

‘Het gaat wel, met de sociale dialoog. Maar soms hebben we de indruk dat werkgevers ons proberen te ontwijken. Zo krijgen we in de chemiesector geen toelating om kaderleden in de syndicale delegaties op te nemen, terwijl hun belang alsmaar toeneemt’, merkt Claude Roufosse op. Toch wil hij zich constructief en vooruitstrevend opstellen.

 

Innoveren en leren voorop

 

“Wij zijn helemaal gewonnen voor innovatie. Natuurlijk verandert de wereld voortdurend, maar innovatie moet gepaard gaan met duurzame werkgelegenheid en doorgedreven inspanningen rond opleidingen tijdens de werkuren. Mensen moeten meer perspectief krijgen op de uitbouw van hun loopbaan, met contracten van onbeperkte duur. Ik was onder de indruk van wat ik bij BASF zag, waar nieuwe werknemers intern worden opgeleid en een loopbaan kunnen uitbouwen.”

 

“Idealiter doet een sector als chemie meer met zijn winsten om compromissen te sluiten. De sociale partners vormen een koppel, dat altijd compromissen moet kunnen sluiten. Liefst gebeurt dat zonder conflicten vooraf. Dat lukt het best met een permanent, open en democratisch overleg. Als een van de partijen dogmatisch doet, wordt de andere dat ook.”

Advertentie
Logo
Tijd Connect biedt organisaties toegang tot het netwerk van De Tijd. De partners zijn verantwoordelijk voor de inhoud.