Crowdfunding vervelt langzaam tot een volwaardige manier om een bedrijf te financieren. Financiële participaties nemen de overhand op eenmalige schenkingen. En het enthousiasme en de voorkeur van de crowd bieden een risicoschuwe opstap naar een brede financiering.
Banken die kreunen onder de regels en elk risico ontwijken als was het duivel. Spaarders die door de lage rente bijna wanhopig op zoek zijn naar rendabele investeringen. Een match made in heaven voor crowdfunding, zou je denken. En toch loopt het in België vooralsnog niet storm. De 15 platforms die actief zijn in ons land verzamelden in 2014 ongeveer 4,5 miljoen euro via crowdfunding, een habbekrats vergeleken met de 63 miljoen euro in Nederland of de 1,898 miljard (!) in Groot-Brittannië.
1 Wat was het ook weer?
Dat onbekend onbemind is, speelt zeker mee. Uit een enquête van iVox eind vorig jaar bleek dat de helft van de Belgen nog nooit van crowdfunding had gehoord. Wie het wel kent, denkt vaak uitsluitend aan een eenmalige online geldophaling. Maar wereldwijd komt driekwart van het opgehaalde geld van zogenoemde financiële crowdfunding. In ruil voor hun investering krijgen de crowdleden aandelen of obligaties waarop ze een – al dan niet financiële - return krijgen. Bijzonder populair zijn leningen, waarbij de crowdfunder boven op de terugbetaling een intrest of een beloning in natura krijgt.
Beide vormen bouwen op het enthousiasme van de mensen die een project weet aan te spreken. ‘De financier is tegelijk je toekomstige klant’, zegt Luc Colebunders, voorzitter van de Belgische Crowdfundingfederatie en oprichter van het platform Crofun. ‘Een starter kan zijn lumineus idee meteen toetsen aan de realiteit. De kans op mislukking neemt daardoor af.’ Dankzij het geld van de crowd is een ondernemer ook minder afhankelijk van eigen middelen. ‘Mislukken betekent niet langer dat je jarenlang moet afbetalen. Natuurlijk loopt de investeerder een risico. Maar met een gemiddeld investeringsbedrag tussen 50 en 100 euro blijft dat beperkt.’
2 Aanvulling of alternatief voor bankfinanciering?
Bovendien werkt dat opgehaalde geld als een hefboom. ‘Banken en businessangels zien een eigen vermogen en een idee dat vooraf is getest. Ze laten zich zo makkelijker over de streep trekken’, zegt Colebunders. ‘Wanneer die partijen dan instappen, brengen ze hun knowhow mee en leggen ze een stevig fundament voor groei. De beide vullen elkaar dus aan.’
Banken hebben crowdfunding ontdekt als mogelijke missing link in hun financieringsmodel. Een jaar geleden startte Bolero, het online beleggingsplatform van KBC, met een eigen crowdfundingplatform. ‘Een bank krijgt massa’s vragen van starters’, zegt Koen Schreven, CEO van Bolero Crowdfunding. ‘De meeste van die vragen moeten we afwijzen, omdat ze een gigantisch risico meebrengen. Maar tegelijk krijgen we via Bolero ook de vraag van beleggers die willen investeren in start-ups voor ze naar de beurs gaan. Die twee groepen proberen we nu met elkaar in contact te brengen.’
3 Duurzaam?
Betekent die inkapseling in de bankstructuur dat het crowdfunding aan duurzaamheid ontbreekt? ‘De meeste crowdfunders zijn sociaal gemotiveerd of hebben een sterke persoonlijke affiniteit met het project’, zegt Luc Colebunders. ‘Ze investeren omdat ze ergens in geloven, en niet – uitsluitend – voor de beloofde return. Wie die band met zijn crowd goed onderhoudt, kan dus makkelijk ook een tweede of derde keer op hen een beroep doen.’
Wie na de eerste crowdfunding een beroep wil doen op durfkapitaal, moet wel uitkijken met zijn aandelenstructuur. ‘We hebben gemerkt dat businessangels afhaken als ze zien dat er meteen 100 aandeelhouders aan boord zijn’, zegt Koen Schreven. ‘De crowd wordt daarom het best ondergebracht in een CVBA-structuur die optreedt als een aandeelhouder. Niets belet hen om later opnieuw te investeren. We behouden het enthousiasme van de crowd en sluiten de optie durfkapitaal niet uit.’
4 Alleen voor starters?
Niet alleen start-ups maar ook bedrijven die hun groei willen financieren, kunnen terecht bij een welwillende crowd (zie case p7). Een platform als Look&Fin richt zich bijvoorbeeld op vastgoed- en technologiebedrijven die de crowd willen aanspreken voor een lening. Het risico wordt duidelijk gemaakt via een rating. Zodra intrest en kapitaal worden afgelost volgens het vooropgestelde plan, daalt dat risico. ‘Wij hadden ooit een bedrijf dat bij de bank geen financiering kreeg en dan maar het eigen personeel aansprak’, zegt Colebunders. ‘Hun reactie was overweldigend. Resultaat? Het project kreeg vorm en de band met het personeel werd versterkt.’
5 Wat ontbreekt nog om meer bedrijven over de streep trekken?
Een sluitend juridisch en fiscaal kader zou crowdfunding een flinke duw in de rug kunnen geven. De eerste stappen zijn gezet. De regering besliste vorig jaar om beleggers die geld lenen aan een crowdfundingproject van een startende onderneming vrij te stellen van roerende voorheffing tot een schijf van 15.000 euro. De lening moet minstens over 4 jaar lopen en afgesloten zijn via een erkend platform.
Crowdfunding zou ook in aanmerking komen voor de taxshelter: een belastingvermindering van 30 tot 45 procent voor wie maximaal 100.000 euro participeert in het kapitaal van een startende onderneming. Alleen moet de financiële waakhond FSMA dan eerst een licentie toekennen aan de platforms. En dat gebeurt met wat geluk pas deze zomer.
Ook de investeringslimiet van 1.000 euro per persoon voor projecten die meer dan 100.000 euro ophalen, blijkt een rem voor beleggers die financieel rendement zoeken. Starters die voor zware investeringen staan, vinden de bovengrens van 300.000 euro dan weer te laag. Volgens de studie van Bolero overstijgt de financieringsbehoefte na de aanvangsfase al snel de 1 miljoen euro.
Voorlopig is het behelpen. ‘Wij combineren crowdfunding met een win-winlening (maximaal 200.000 euro) en inkomsten uit een exclusieve voorverkoop. Als je die bedragen samentelt, heb je een mooi startkapitaal’, zegt Luc Colebunders.