De opmars van duurzame bouwmethodes is een antwoord op een mix van klimaatverandering, eindige fossiele brandstoffen en inefficiënt materialengebruik.
Er zijn verschillende duurzaamheidscertificaten, waarvan BREEAM en LEED de belangrijkste zijn. De eerste komt vanuit het Verenigd Koninkrijk, de tweede is zijn Amerikaanse tegenhanger die op dezelfde principes gebaseerd is.
BREEAM, dat staat voor Building Research Establishment’s Environmental Assessment Method, komt het vaakst voor in België. Het stelt een algemene duurzaamheidsscore op van nieuwe en bestaande gebouwen. Oorspronkelijk ontwikkeld voor de kantorenmarkt, is de meetmethode uitgebreid zodat ze ook bruikbaar is voor retail, industrie, scholen, ziekenhuizen, rechtbanken, gevangenissen,... Sinds de lancering in 1990 zijn er wereldwijd al 425.000 gebouwen mee gecertificeerd.
Het BREEAM-certificaat kwantificeert de 'groene prestatie' van een gebouw via een meetlat die loopt van één (‘geslaagd’) tot en met vijf sterren (‘outstanding’). Vanaf de eerste ster doet het bedrijf het al beter dan de wet voorschrijft. De beoordeling gebeurt op basis van zeventig parameters in negen categorieën: management, gezondheid & welzijn, energie, transport, water, materialen, afval, landgebruik & ecologie en vervuiling.
1. Kies voor de gemakkelijkst haalbare BREEAM-credits om de kosten te beperken. Sommige credits zijn wel verplicht, zoals een zekere mate van energie-efficiëntie.
2. Begin met BREEAM voor er één pennenstreek op papier staat. Wacht er zeker niet mee tot de bouwvergunning binnen is.
3. Een tussentijds certificaat is niet verplicht, maar het helpt wel om uit te maken hoe het er voor staat waardoor u zo nodig kunt bijsturen om voldoende credits te halen.
4. Als de bouwheer zelf onvoldoende kennis heeft van BREEAM, is de aanstelling van een BREEAM-expert een goede oplossing.
De performantie voor deze indicatoren wordt gemeten ten opzichte van bepaalde ijkpunten en omvat telkens processen tijdens de ontwerpfase, de constructie en het eigenlijke beheer. Het gaat dan onder meer over minder CO2-uitstoot, minder energieverbruik en een lagere milieu-impact. Denk aan ledverlichting, zonnepanelen, warmtepompen, nachtkoeling tijdens de zomermaanden, zonneweringen, liften met energierecuperatie, lekdetectie op waterleidingen. Maar er zijn ook credits te verkrijgen met administratieve prestaties, zoals een gebruikershandleiding voor het beheer van het gebouw, gaande van energie tot brandblustoestellen.
De creditering kan heel praktische gevolgen hebben voor de werknemers. Een goede aansluiting op het openbaar vervoer bijvoorbeeld, of fietsstallingen en douches die ook goede punten opleveren.
Die creditering komt er zeker niet zonder moeite. Alles moet goed gedocumenteerd en opgevolgd worden. Vooraleer de eigenlijke certificering aan te vragen via een assessment wordt afgetoetst welk potentieel het project heeft (pre-assessment). Tijdens het latere assessment worden de vereiste bewijsstukken verzameld.
Kosten
Een duurzaamheidscertificaat is niet wettelijk verplicht, maar er zijn verschillende redenen waarom bedrijven zich toch de moeite en kosten getroosten. Het helpt bijvoorbeeld om de werkingskosten van sites te vergelijken. Verhuurders van gebouwen kunnen hun huurders verplichten om bepaalde inspanningen te doen, zodat ze voldoen aan een bepaald BREEAM-niveau. Het is ook handig voor zowel de eigenaars als voor (potentiële) beleggers om beter de waarde van een gebouw in te schatten. Uit onderzoek blijkt dat eigenaars van duurzame gebouwen een hogere huur kunnen vragen, en dat ook de verkoopwaarde hoger ligt.
Kevin Schrijvers, operations manager bij energiestudiebureau Encon, stipt aan dat een BREEAM-certificaat 3 tot 15 procent extra investeringen vraagt. 'Daartegenover staat dat een gecertificeerd gebouw een 4 procent hogere bezettingsgraad kent, een 5 procent hogere huurwaarde, een 7,5 procent hogere vastgoedwaarde en een daling van 8 à 9 procent in de operationele kosten.'
Duurzame gebouwen kosten met andere woorden op de korte termijn misschien wel meer, maar dat verdienen ze op langere termijn terug. ‘We krijgen het laatste jaar steeds meer vragen over BREEAM, vooral van leveranciers van bouwmaterialen’, klinkt het bij Steve Van den Brandt, projectbegeleider bij Encon. ‘Zij krijgen van hun klanten de vraag om aan die standaard te beantwoorden en willen daarom weten wat ze precies moeten doen. Het leeft dus echt wel. We verwachten dan ook dat het aantal gebouwen met een BREEAM-certificaat de komende jaren flink zal stijgen.’