Logo
Tijd Connect biedt organisaties toegang tot het netwerk van De Tijd. De partners zijn verantwoordelijk voor de inhoud.

Qpinch laat bedrijven tot 30 procent van hun elektriciteit besparen

Wouter Ducheyne, Qpinch

In de chemiesector is stoom onontbeerlijk voor het laten draaien van processen. ‘Aan het einde van de rit blijft er restwarmte over van pakweg 100 graden. Bedrijven kunnen daar vaak niks mee, waardoor ze die uiteindelijk in de lucht of in het water pompen’, legt Wouter Ducheyne uit. Met zijn bedrijf Qpinch ontwikkelde hij de technologie om met die restwarmte toch opnieuw CO2-vrije energie op te wekken.

Wouter Ducheyne is burgerlijk ingenieur scheikunde en startte zijn carrière bij BASF, net als alle andere chemische bedrijven een grootverbruiker van energie. ‘Als maatschappij focussen we ons zo hard op elektriciteit dat je zou vergeten dat we het grootste deel van onze industriële energie verbruiken als warmte. Wij ontwikkelden een oplossing die een volgende stap is in energie-efficiëntie. De inspiratie voor deze benadering vonden we in de natuur: hoe slaan de mens, en eigenlijk alle organismes, energie op en hoe laten ze die los?’

Samen met UGent heeft Ducheyne dat proces verfijnd voor industriële warmterecuperatie. In tegenstelling tot warmtepompen gebruikt het gepatenteerde Qpinch-proces amper energie. Het resultaat? ‘Besparingen op de elektriciteitsuitgaven tot 30 procent, wat de terugverdientijd van de technologie significant inkort’, zegt Ducheyne.

Advertentie

Ook voor andere sectoren

Qpinch bestaat ondertussen tien jaar. Zijn eerste industriële klant was het internationale chemiebedrijf Borealis (zie kader), dat in Vlaanderen onder andere een vestiging heeft in Zwijndrecht, in de Antwerpse haven. ‘Onze technologie heeft, in de grootste chemische cluster van Europa, een potentieel voor een CO2-besparing van 200 megawatt per jaar. Zijn wij daarmee dé oplossing voor de groene transitie? Nee, maar we zijn een puzzelstukje in het geheel, naast zonne- en windenergie, die niet altijd beschikbaar zijn. Wij kunnen de industrie wel van een constante stroomproductie voorzien, wat uiteraard cruciaal is’, vult Ducheyne aan. Het is geen toeval dat het hoofdkwartier van Qpinch – de voorbije jaren uitgegroeid tot een scale-up met een twintigtal medewerkers – in de haven van Antwerpen ligt.

Wij zijn niet de oplossing voor, maar wel een puzzelstukje in de hele energietransitie.

Wouter Ducheyne
CEO en medeoprichter Qpinch

‘We konden onze proeffabriek in een leegstaande loods onderbrengen en in het hart van de haven, snel bij onze klanten en vlot bereikbaar voor medewerkers. Om impact te kunnen hebben met onze installaties moeten wij op schaalgrootte spelen. Wij mikken dus op grote volumes, en grote bedrijven vind je in de haven. Het hoeven trouwens niet per se chemische bedrijven te zijn, we gingen ondertussen ook in zee met bijvoorbeeld voedingsbedrijven’, zegt Wouter Ducheyne.

Advertentie

Of je de technologie van Qpinch ook zou kunnen inzetten voor residentiële doeleinden? ‘Warmte aanwenden om huizen of kantoren te verwarmen is niet optimaal. Voor zulke verwarming volstaan lage temperaturen, en je hebt er maar ongeveer een derde van de dag energie nodig, die zou dus verloren gaan. De industrie draait daarentegen 24 uur op 24 uur en heeft vaak behoefte aan warmte op hoge temperaturen.’

Multinationals pionieren in Vlaanderen

Volgens Ducheyne is de hele regio tussen Zeebrugge en Antwerpen één grote economische zone. ‘Zeker als je dat uit internationaal perspectief gaat bekijken. Een schaalvergroting kunnen wij dus alleen maar toejuichen. In de fusie tot Port of Antwerp-Bruges zie ik alleen maar voordelen. Het ecosysteem wordt groter en daarmee ook de visibiliteit van wat wij doen. Trouwens, het is geen toeval dat veel multinationals hier pionieren met nieuwe technologie. Ook wij kunnen rekenen op Vlaamse en Europese subsidies waardoor de investering voor bedrijven beter meevalt. Later exporteren ze deze CO2-besparende innovatie dan in andere landen binnen de groep.’

‘Dankzij Qpinch kunnen we enorme hoeveelheden industriële afvalwarmte verwerken’

Het internationale chemieconcern Borealis was de eerste commerciële partner van Qpinch. ‘Als starter kon het bedrijf op massale belangstelling rekenen nadat het in 2015 de Emerging Technology-prijs in de wacht had gesleept bij de jaarlijkse wedstrijd van de Britse Royal Society of Chemistry. Borealis en Qpinch werken sinds dan samen met professor Christian Steven van de UGent om de technologie commercieel op te schalen’, zegt Erik Van Praet, Vice President Innovation & Technology van Borealis.

‘In tegenstelling tot conventionele warmtepompen beperkt het gesloten proces van Qpinch onze bedrijfskosten en het stroomverbruik tot een minimum. De technologie is schaalbaar van 1 tot 50 megawatt (MW) en kan dus enorme hoeveelheden industriële afvalwarmte verwerken. De samenwerking met Qpinch was een belangrijke stap bij het streven van Borealis om onze CO2- uitstoot te verlagen en onze activiteiten energie-efficiënter en duurzamer te maken. We besparen nu zo’n 2.200 ton CO2 per jaar, wat overeenkomt met de uitstoot van 1.500 kleine gezinsauto's per jaar.’ De warmterecuperatie-installatie staat naast de fabriek van Borealis in Zwijndrecht.

‘Die eerste installatie op commerciële schaal was niet alleen een mijlpaal voor Qpinch, maar een baken voor de hele chemische sector’, blikt Wouter Ducheyne van Qpinch terug. ‘Dankzij onze samenwerking met een toonaangevende klant als Borealis zullen we onze technologie verder kunnen opschalen en zijn we op weg onze activiteiten wereldwijd te ontplooien.’

Advertentie

Advertentie
Lees verder
Een initiatief van
Logo
Tijd Connect biedt organisaties toegang tot het netwerk van De Tijd. De partners zijn verantwoordelijk voor de inhoud.