Logo
Tijd Connect biedt organisaties toegang tot het netwerk van De Tijd. De partners zijn verantwoordelijk voor de inhoud.

‘Ons doel? 17 procent van de CO2 in België uit de lucht halen'

Dries De Smet en Didier Van Osselaer

Af en toe is de som van één plus één drie. Extra toegevoegde waarde realiseren is ook de uitgesproken ambitie van de gloednieuwe fusiehaven Port of Antwerp-Bruges. Die wil zich op termijn opwerpen tot dé groene energiepoort van West-Europa. ‘Met dank aan de expertise en de complementariteit van beide havens’, zeggen Didier Van Osselaer en Dries De Smet, energiespecialisten van Port of Antwerp-Bruges.

De nieuwe fusiehaven Port of Antwerp- Bruges maakt zich sterk dat ze op termijn kan uitgroeien tot de groene energiehub van Europa. Waar zit de complementariteit van de havens die deze ambitie rechtvaardigt?

DIDIER VAN OSSELAER: ‘Op termijn moeten we volledig loskomen van alle fossiele energiebronnen. Alleen zo kunnen we tot een klimaatneutrale samenleving komen. We kunnen groene energie uiteraard deels in Europa opwekken, maar voor een zeer energie-intensieve regio als de onze zal het lokale aanbod wind- en zonne-energie niet volstaan om de omslag tijdig te kunnen maken. We moeten die groene energie dus ook buiten Europa halen, en dan komt een energiedrager zoals waterstof nadrukkelijk in beeld. Onze nieuwe fusiehaven beschikt over enkele stevige troeven voor de import van grote volumes waterstof.

In Zeebrugge kunnen we, dankzij de ligging direct aan zee, zeer grote volumes waterstof ontvangen en die vervolgens transporteren naar gebruikers in onze buurlanden. Antwerpen beschikt niet alleen over een aantal terminals om waterstof te ontvangen, er zijn in het havengebied ook een aantal zeer grote industriële bedrijven actief die waterstof als energiebron inzetten.’

Advertentie

Niet alle waterstof is groen en dus duurzaam. Waarin zit het verschil, en hoe groen zal de waterstof zijn die jullie willen importeren?

DRIES DE SMET: ‘We onderscheiden grijze, blauwe en groene waterstof. Waterstof die geproduceerd wordt op basis van fossiele brandstoffen en waarbij tijdens de productie nog eens broeikasgassen worden uitgestoten is grijs, en dus niet duurzaam. Blauwe waterstof doet het al een stuk beter vanuit ecologisch perspectief: de CO2 wordt afgevangen en opgeslagen, en komt dus niet meer in de atmosfeer terecht. Blauwe waterstof mag dan al min of meer klimaatneutraal zijn, echt duurzaam kun je ze nog niet noemen omdat voor de productie fossiele energiebronnen worden gebruikt. In een overgangsfase zullen we nog deels blauwe waterstof gebruiken, maar onze ambitie is groene waterstof, die volledig op basis van hernieuwbare energiebronnen geproduceerd wordt.

Waar Antwerpen met zijn bestaande terminals per onmiddellijk vloeibare waterstofdragers zoals ammoniak of methanol kan ontvangen, kunnen we met Zeebrugge ook de rechtstreekse toegang tot de zee uitspelen. Zowel grote volumes gasvormige als vloeibare waterstofdragers kunnen hier, met wat aanpassingen aan de infrastructuur, worden ontvangen. Aangekomen in Zeebrugge kunnen die vloeibare dragers opnieuw gesplitst worden in waterstof en zuurstof, waarna de waterstof via pijpleidingen verder naar de eindgebruikers kan worden vervoerd.’

Onze ambitie? Groene energie importeren via de fusiehaven en die ter beschikking stellen van een zeer ruim hinterland.

Didier Van Osselaer
Sustainable Transition Manager bij Port of Antwerp-Bruges

Advertentie

DIDIER VAN OSSELAER: ‘Als we op termijn een belangrijke rol willen spelen als groene energiepoort voor West-Europa, dan gaat het natuurlijk niet alleen over de toelevering van groene energie aan de industrie in en rond Antwerpen. We ambiëren om veel grotere volumes groene energie te importeren via onze fusiehaven, waarna we die dan ter beschikking stellen van een zeer ruim hinterland, denk aan de Duitse industriële regio’s. De grote volumes die de chemische cluster in Antwerpen sowieso zal afnemen, zijn dan een hefboom voor het in gang brengen van een waterstofeconomie buiten de haven.’

Vanwaar zal de groene waterstof worden ingevoerd?

DRIES DE SMET: ‘Ook die keuze is gemaakt op basis van een hele rist parameters, gaande van de afstand tot Zeebrugge en Antwerpen over de stabiliteit van het politieke regime ter plaatse tot uiteraard de zeer ruime aanwezigheid van zon en wind. Onder meer Oman, Chili en Namibië zijn vandaag mogelijke opties. Het rendement van wind– en zonne-energie ligt in die landen zo hoog en de productie van groene waterstof daar is zo goedkoop dat dit ruimschoots de transportkosten richting België kan compenseren.’

Welke technische obstakels zijn er vandaag nog om deze ambitieuze plannen concreet te realiseren en wat is de vooropgestelde timing?

DIDIER VAN OSSELAER: ‘We hopen tegen 2025 de eerste grote schepen met afgeleide vormen van waterstof zoals ammoniak of methanol, de zogenoemde waterstofdragers, te kunnen ontvangen. In eerste instantie zal dat in Antwerpen zijn, waar we al over flink wat opslagcapaciteit voor methanol en ammoniak beschikken. In een eerste fase zullen die volumes ingezet worden bij grote chemiebedrijven in Antwerpen.

Het rendement van wind– en zonneenergie ligt in Chili of Oman zo hoog dat het ruimschoots de transportkosten richting België compenseert.

Dries De Smet
Sustainable Energy Advisor bij Port of Antwerp-Bruges

Tegen 2025 willen we in het havengebied overigens een waterstofpijpleiding aanleggen. Op wat langere termijn hebben we veel grotere volumes nodig. Dan komt Zeebrugge in beeld. Vandaag zijn we volop bezig met de analyse: hoeveel volume zal er nodig zal zijn, waar moeten er extra investeringen komen en waar kunnen er knelpunten opduiken? Op termijn zal het transport van waterstof van Zeebrugge naar Antwerpen via pijpleidingen gebeuren, maar die moeten nog worden aangelegd. Tegen pakweg 2030 hopen we bovendien vanuit Antwerpen ook Duitsland met groene waterstof te bevoorraden. Daarover lopen vandaag volop gesprekken.’

DRIES DE SMET: ‘In Zeebrugge zal er tegen 2024 een site verrijzen waar we lokaal groene waterstof produceren. Daarvoor hebben onder meer Colruyt Group en Fluxys de krachten gebundeld. Zij hopen op termijn 25 megawatt te produceren, op basis van groene energie. Dit wordt een heus pioniersproject voor het Europese vasteland. Ook die waterstof zal vanuit Zeebrugge verder worden doorgevoerd naar Antwerpen en het verdere hinterland.’

Op kortere termijn koesteren jullie ook ambitieuze plannen om de CO2-uitstoot in de Antwerpse haven stevig te reduceren via de massale afvang en opslag van CO2.

DIDIER VAN OSSELAER: ‘Inderdaad, en in dat opzicht was de oprichting van het consortium Antwerp@C een belangrijke stap. Een aantal toonaangevende industriële bedrijven engageren zich daarmee om tegen 2030 de helft van alle CO2-emissies in de haven af te vangen en op te slaan, waardoor we uiteraard een belangrijke stap voorwaarts zetten in het klimaatneutraal maken van de haven. Vandaag wordt in gespecialiseerde installaties in de haven al grijze waterstof geproduceerd, maar daarbij wordt de CO2 nog niet afgevangen.

150
terawattuur
aan waterstof importeren, dat is zowat ons totale aardgasverbruik vandaag.

Door deze waterstofproductie aan Antwerp@C te koppelen, kan er blauwe waterstof worden geproduceerd. Maar belangrijker is dat we hier potentieel 18 miljoen ton CO2 of ongeveer 17 procent van de totale Belgische CO2-uitstoot uit de lucht halen. Het project Kairos@C van Air Liquide en BASF voor de afvang en opslag van CO2 luidt de kentering in. Dankzij de Europese miljoenensubsidies kunnen die bedrijven CO2-afvangers plaatsen bij enkele van hun installaties. De opgevangen CO2 exporteren ze vervolgens naar lege gasvelden op zee of die wordt hergebruikt.’

Met alle debatten over energie en klimaat is jullie ambitie om uit te groeien tot de groene energiepoort van West-Europa van groot belang, ecologisch én strategisch. Hoe ver reiken die plannen concreet, kunnen we daar al cijfers op kleven?

DIDIER VAN OSSELAER: ‘Het is lastig om dat nu al in concrete volumes te vertalen, maar in de Belgische waterstofstrategie wordt tegen 2050 een importvolume van zowat 150 terawattuur aan waterstof voor de Belgische industrie naar voren geschoven. Om een idee te geven: dit komt ongeveer overeen met ons totale aardgasverbruik van vandaag. Daarnaast zou ons land nog eens het dubbele daarvan kunnen doorvoeren naar andere landen. Europa ambieert dan weer om tegen 2030 al 10 miljoen ton waterstof te importeren. De plannen die nu op tafel liggen zijn dus zéér ambitieus.

Het is vandaag nog te vroeg om – met uitzondering uiteraard van een aantal grote industriële sectoren – al exact te voorspellen waar die enorme volumes aan waterstof nu precies zullen worden ingezet. Toch lijkt het vrij zeker dat onder meer de luchtvaart, de scheepvaart en een groot deel van de industrie op termijn waterstofdragers zoals methanol, ammoniak of synthetische kerosine op basis van waterstof zullen omarmen. Om in al die noden te kunnen voorzien, zullen we niet voldoende hebben aan onze lokale productie van groene energie.’

De energietransitie reikt uiteraard een heel stuk verder dan de import of productie van groene waterstof of het afvangen van CO2. Hoe proberen jullie ook op andere vlakken een stuk duurzamer te worden als haven?

DRIES DE SMET: ‘Met het oog op de lokale productie van groene energie willen we fors blijven investeren in windturbines. In Zeebrugge kunnen we, dankzij onze ligging vlak aan zee, terugvallen op het beste windrendement van het hele land. Tegelijk blijven we de groene energie verder ontwikkelen. Die energie vloeit deels naar het net, maar ook de haventerminals zelf kunnen een deel van die lokaal geproduceerde energie afnemen. Met het walstroom-concept willen we tegen 2030 grote passagiers- en containerschepen die in de havens aanmeren dan weer volledig laten draaien op lokaal geproduceerde groene stroom, zodat die schepen zelf hun hulpmotoren niet meer hoeven te laten draaien als ze aangemeerd liggen. Zo’n groot schip zorgt vandaag nog voor heel veel stikstof- en CO2-uitstoot. Op die manier kunnen we de emissies in de haven dus stevig reduceren.’

DIDIER VAN OSSELAER: ‘We hebben de voorbije jaren in onze havens en binnen de industrie al heel veel expertise en kennis verzameld over de energietransitie. Die willen we nu op een heel laagdrempelige wijze delen op NextGen Demo, een grote demozone van zowat 2 hectare binnen NextGen District. Die zal worden ingericht op de voormalige Opel-site in Antwerpen, uitgerust met alle nodige infrastructuur. De eerste twee concessieovereenkomsten werden trouwens intussen toegekend. Ook zo hopen we onze maatschappelijke rol verder te ontplooien.’

Advertentie
Lees verder
Een initiatief van
Logo
Tijd Connect biedt organisaties toegang tot het netwerk van De Tijd. De partners zijn verantwoordelijk voor de inhoud.