Decennialang was de farmaceutische industrie een van de economische sterkhouders van Europa, met België in een leidende rol. Maar zonder ingrijpende maatregelen dreigt die positie te verzwakken. De economische én maatschappelijke impact hiervan valt amper te overschatten.
Mario Draghi waarschuwde in zijn fel besproken rapport The future of European Competitiveness voor een ‘perfect storm’ in Europa. Een storm die bijzonder hard dreigt huis te houden in een van Europa’s cruciale sectoren: die van de farmaceutische industrie.
De algemene Europese productiviteit daalt al jaren, terwijl de bevolking in snel tempo veroudert. Na Japan is de EU de snelst verouderende regio ter wereld. Hierdoor zal de beroepsbevolking tegen 2040 naar verwachting met bijna 2 miljoen werknemers per jaar krimpen, terwijl de zorgvraag navenant zal stijgen. Draghi stelt dat we onze economische groei enkel kunnen behouden door fors in te zetten op een productiviteitsstijging.
De situatie wordt nog penibeler door Europa’s achterstand in innovatie. Anno 2024 zijn amper vier van ‘s werelds vijftig grootste technologiebedrijven Europees. ‘Doordat we de digitale revolutie hier grotendeels gemist hebben, liepen we ook de productiviteitswinsten die daaruit voortvloeiden mis,’ stelt Draghi vast.
Deze waarschuwing weerklinkt luid in de farmaceutische sector. Die kampt in Europa met een moeilijk concurrentieklimaat ten opzichte van Azië en de VS, en met dalende investeringen in klinische innovatie. In België vormen trage goedkeuringsprocedures voor nieuwe medicatie een bijkomende uitdaging. ‘Net omwille van de snel voortschrijdende vergrijzing, is het nochtans essentieel om de toegang tot geavanceerde therapieën te blijven waarborgen,’ zegt Caroline Ven, CEO van sectororganisatie pharma.be. ‘Om competitief te blijven, moet de overheid dringend investeren in digitalisering en talentontwikkeling. Onze beleidsmakers zijn dus aan zet willen ze onze toekomst robuust en toekomstbestendig houden.’
‘We hebben de digitale revolutie grotendeels gemist en daarmee ook de productiviteitswinsten.’
Europees aandeel innovatie zakt weg
Het is een boutade, maar disruptieve innovatie drijft vooral op een disruptief concurrentievermogen. De voorbije decennia bouwde ons land op dat vlak een benijdenswaardig ecosysteem én een wereldwijde reputatie op. Anno 2024 is België gastheer voor maar liefst 23 headquarters en 37 productiesites van farmaceutische bedrijven. Daarnaast biedt België ook onderdak aan 18 bio-incubatoren en aan meer dan vijftig R&D-faciliteiten, en kunnen we terugvallen op de expertise van zeven academische ziekenhuizen.
Toch boekt men elders in de wereld grotere vooruitgang. Belangrijke farmaceutische innovaties worden immers almaar vaker buiten de EU gerealiseerd. Zo ligt het aantal zogenaamde ATMP-trials – testen van geneesmiddelen voor geavanceerde therapie – in Europa al de helft lager dan in de VS. Die kloof is de voorbije jaren ook enkel maar groter geworden. En terwijl Europa in 1990 nog de wereldwijde koploper in farmaceutische R&D-investeringen was, lopen we nu ook op dat vlak fors achter op de VS. De voorbije jaren zagen we ook een daling van het Europese aandeel in de nochtans wereldwijd snelgroeiende biotech-markt, terwijl het Amerikaanse aandeel in de productie daarvan net toenam.
‘De snelheid en schaal van deze achteruitgang zijn ronduit zorgwekkend’, stelt Nathalie Moll, directeur van EFPIA, de Europese belangenvereniging van innovatieve farmaceutische bedrijven. ‘In slechts twee decennia verloor Europa een kwart van zijn aandeel in wereldwijde R&D-investeringen.’
‘We investeren veel in gezondheidszorg, maar relatief minder in innovatieve geneesmiddelen zodat onze verouderende bevolking paradoxaal genoeg minder snel toegang krijgt tot betere behandelingen.’
Specifiek voor ons land valt ook de minder snelle toegang voor patiënten tot innovatieve medicatie op. De doorlooptijd naar de markt voor dergelijke nieuwe medicijnen is de voorbije jaren fors langer geworden, waardoor ons land hierin nog slechts een Europese middenmoter is geworden. In 2022 was slechts 46% van de nieuwe geneesmiddelen die in Europa beschikbaar waren, ook in België verkrijgbaar. ‘We investeren veel in gezondheidszorg,’ merkt Caroline Ven op, ‘maar relatief minder in innovatieve geneesmiddelen, zodat onze verouderende bevolking paradoxaal genoeg minder snel toegang krijgt tot betere behandelingen.’
Minder innovatieve medicatie heeft op termijn ook onvermijdelijk een brede maatschappelijke impact. Zo is het aantal overlijdens ten gevolge van kanker sinds 1991 wereldwijd met 21 procent afgenomen. En 95 procent van de 15 miljoen Hepatitis C-patiënten in Europa kunnen nu dankzij innovatieve medicatie binnen een periode van 8 tot 12 weken genezen. Caroline Ven waarschuwt dan ook om een aantal knipperlichten niet langer te negeren. ‘Te trage goedkeuringsprocessen, een te laag investeringsniveau en een gebrek aan strategische samenwerking bedreigen op termijn de concurrentiepositie van de Europese farma-industrie. Deze uitdagingen komen bovendien ook op een kritiek moment, nu andere regio’s zoals de VS en China net versneld investeren in technologische vooruitgang binnen de gezondheidszorg.’
Tijd voor strategische gezondheidsalliantie
De Europese farmaceutische industrie kan dus enkel concurrerend blijven met een radicale koerswijziging. De prioriteiten? Meer digitalisering, snellere toegang tot innovatie en een geïntegreerde aanpak. Niet toevallig voeren de VS, Japan en China vandaag het lijstje aan met landen die het zwaarst investeren in farmaceutische R&D. Duitsland en Zwitserland eindigen op de vierde en vijfde plaats in die ranking, ons land staat zevende. Caroline Ven pleit dan ook voor de oprichting van een strategische gezondheidsalliantie die verschillende stakeholders bij elkaar brengt om innovatie te stimuleren. ‘We moeten afstappen van het silo-denken en overstappen naar een meer geïntegreerde aanpak waarbij alle stakeholders betrokken zijn,’ klinkt het. Moll sluit zich hierbij aan: ‘De sector heeft samenhangend beleid nodig om de behoeften van alle 27 lidstaten te verenigen. Alleen met een geïntegreerde aanpak kan Europa zijn positie als farmaceutische leider veiligstellen.’
‘In slechts twee decennia verloor Europa een kwart van zijn aandeel in wereldwijde R&D-investeringen.’
Caroline Ven geeft voorbeelden van wat ze met de strategische gezondheidsalliantie bedoelt, en benadrukt dat de voor de hand liggende samenwerking tussen farmaceutische bedrijven en ziekenhuizen niet volstaat. ‘Onderzoeksinstellingen en overheidsorganen moeten eveneens meer connecteren en gebruik maken van innovatieversnellers zoals AI en machine learning om sneller doorbraken te realiseren. Daarnaast moeten ook publiek-private partnerschappen bespreekbaar zijn. Enkel door barrières te doorbreken, kunnen we sneller innoveren en betere resultaten behalen voor onze patiënten. Last but not least moeten we terug werk maken van snellere en flexibelere goedkeuringsprocedures, zodat Europa opnieuw een stuk aantrekkelijker wordt voor farmaceutische bedrijven en de beste zorg biedt aan haar inwoners.’