Voorkomen is beter dan genezen, luidt het gezegde. Toch schort er nog heel wat aan het preventiebeleid in ons land. Op vlak van vaccinaties is er bijvoorbeeld nog winst te boeken, en experts wijzen op een gebrek aan middelen en een versnipperde aanpak. ‘Het is moeilijker om in het nieuws te krijgen hoeveel doden je hebt voorkomen dan hoeveel er gevallen zijn.’
Preventieve maatregelen besparen niet alleen veel menselijk leed, maar ook aanzienlijke kosten. Vaccinaties zijn een goed voorbeeld: één prik kan soms decennialang ziekte voorkomen. ‘Vaccinatie is een bijzonder kosteneffectieve vorm van preventie’, zegt Marie Vande Ginste, adviseur preventie en duurzaamheid bij pharma.be. ‘Een recente studie toont aan dat vaccinatie bij volwassenen tot 19 keer de initiële investering aan de samenleving kan teruggeven. Dit rendement is te danken aan de brede sociaaleconomische voordelen, zoals lager ziekteverzuim, verminderd antibioticagebruik en een daling van ziekenhuisopnames door griep bij ouderen.’
Ook betere voorlichting kan zowel voor patiënten als de maatschappij een groot verschil maken. ‘Neem HIV en andere seksueel overdraagbare aandoeningen’, zegt Leïla Belkhir, professor Infectieziekten aan de UCL. ‘Gelukkig kan je tegenwoordig leven met HIV, maar je hangt wel levenslang vast aan een behandeling. We zien ook dat bacteriën die gonorroe, longontsteking en chlamydia veroorzaken, steeds resistenter worden. Die ziekten voorkomen, is dus belangrijk in de strijd tegen antibioticaresistentie.’
Toch krijgt preventie nog altijd niet de aandacht die ze verdient. ‘Het hangt af van de berekeningsmethode, maar geschat wordt dat ongeveer 3 procent van het gezondheidsbudget naar preventie gaat’, zegt Philippe Beutels, professor gezondheidseconomie aan de Universiteit Antwerpen. ‘De exacte baten van sommige vormen van preventie zijn moeilijk te berekenen. De overheid kan gezond gedrag subsidiëren en ongezond gedrag taxeren, en door subtielere vormen van gezondheidspromotie, zogenaamde ‘nudging’, mensen op allerlei manieren tot gezondere keuzes aanzetten. Maar hoeveel mensen in welke mate hun levensstijl aanpassen is op voorhand moeilijk te zeggen. Het is dan ook veel moeilijker in te schatten hoeveel kankergevallen je voorkomt door levensstijlaanpassingen, dan hoeveel je er kan genezen door kankertherapie. Bovendien liggen de baten van preventie vaak ver in de toekomst. Kortom, dit vergt een brede visie, want je kan er op korte termijn wellicht weinig politieke munt uit slaan.’
Preventie regionaal, behandeling federaal
De manier waarop de bevoegdheden in ons federale België verdeeld zijn, maakt preventie bovendien onnodig complex. ‘Preventie valt onder de bevoegdheden van de regio’s, terwijl behandeling federaal geregeld is’, zegt Marie Vande Ginste. ‘Kindervaccins in vaccinatieprogramma’s worden georganiseerd en terugbetaald via de regio’s, terwijl vaccins voor risicogroepen, zoals volwassenen, meestal via de federale ziekteverzekering lopen. Maar er zijn uitzonderingen en geen duidelijke lijn. Dat maakt het complex en verwarrend.’
‘Is er een positieve aanbeveling voor vaccinatie voor een bepaalde groep, dan moeten we die tijdspanne tussen aanbeveling en toediening kunnen verkorten.’
Een betere samenwerking tussen beleidsniveaus is noodzakelijk, bevestigt ook Leïla Belkhir. ‘Op voorhand handelen is zoveel goedkoper dan achteraf. Vaccins tegen pneumokokken bij volwassenen, hemofilie en dergelijke, zijn nog altijd niet correct terugbetaald. Nochtans zou dat veel leed kunnen voorkomen. Tijdens de COVID-19-pandemie hebben we bewezen dat gratis en toegankelijke vaccinatie mogelijk is. Waarom zou dat nu niet kunnen?’
Ook voor Marie Vande Ginste is een strategie rond volwassenenvaccinatie essentieel. ‘Te beginnen met een duidelijke vaccinatiekalender, net als bij kinderen, en een bijhorend budget. Is er een positieve aanbeveling voor een bepaalde groep, dan moeten we die tijdspanne tussen aanbeveling en toediening kunnen verkorten’, zegt ze. ‘We hebben ook meer real-time data nodig over vaccinatiegraden, zodat we weten waar we aan toe zijn. Zo registreren niet alle zorgverleners de toediening van vaccinaties, denk maar aan de griepinentingen in bedrijven. Daarnaast is er nog werk aan bewustwording, zowel van burgers als van zorgverleners.’
Fake news bestrijden
Sinds Covid is de vaccinatiebereidheid bij een deel van de bevolking afgenomen, mede door verspreiding van allerlei geruchten op sociale media. ‘Fake news moeten we bestrijden met duidelijke, eerlijke en transparante communicatie’, zegt Philippe Beutels. ‘We mogen niet wachten tot de problemen in het nieuws zitten en dan pas reageren. We moeten vaccinatoren en vooral ook huisartsen wapenen met correcte informatie, zowel over de werkzaamheid als over bijwerkingen van een vaccin. En we moeten meer rapporteren over de positieve kanten: het is nu eenmaal moeilijker in het nieuws te krijgen hoeveel doden je hebt vermeden, dan dat er zijn gevallen.’
‘Fake news moeten we bestrijden met duidelijke, eerlijke en transparante communicatie.
Ook Leïla Belkhir benadrukt dat bij haar studenten. ‘Als de kindersterfte in België en de meeste andere rijke landen vandaag laag is, en de levensverwachting hoog, dan komt dat voor een groot deel door vaccinatie. Dat lijken we soms te vergeten.’
Preventie toegankelijker door innovatie en educatie
Technologie kan helpen om preventie laagdrempeliger te maken. ‘Nieuwe toedieningsmethoden, zoals nasale sprays of combinatievaccins, kunnen mensen over de streep trekken’, zegt Philippe Beutels. ‘Denk bijvoorbeeld aan zwangere vrouwen die minder vaak een prik nodig hebben of ouderen die dankzij slimme gezondheidsapps hun vaccinaties beter opvolgen. Ook sensortechnologie en onze kennis van het genoom kunnen helpen om mensen met een verhoogd risico op ziekte vroeger te identificeren. Daarnaast is medicatie die de werkzame stoffen vertraagd afgeeft in het lichaam eveneens veelbelovend. Dit kan medicatieschema’s vereenvoudigen en zo de therapietrouw verhogen.’
‘Bacteriën die gonorroe, mycoplasma en chlamydia veroorzaken, worden steeds resistenter. Die ziekten voorkomen, is dus belangrijk in de strijd tegen antibioticaresistentie.’
Verder blijft ook sensibilisering essentieel. Jongeren beseffen onvoldoende het belang van een gezonde levensstijl of het gebruik van preventieve middelen zoals condooms, zegt Leïla Belkhir. ‘Mensen begrijpen niet altijd dat preventie dient om dingen te voorkomen die ver in de toekomst liggen. Neem het vaccin tegen het menselijk papillomavirus (HPV), dat onder andere baarmoederhalskanker kan voorkomen; sommigen vragen zich af waarom je dat al zeer vroeg aan adolescenten moet geven. Ze denken dat we daarmee toestemming geven om seksueel actief te worden, wat natuurlijk niet klopt. Dit vaccin heeft nu eenmaal meer effect op de immuniteit als het op jonge leeftijd wordt toegediend.’
Gezondheidszorg en bredere maatschappelijke factoren
Ook op vlak van basisgezondheidszorg is er nog winst te boeken. ‘De levensverwachting in Vlaanderen ligt hoger dan die in Wallonië, net als deels de vaccinatiegraad’, stelt Leïla Belkhir vast. ‘En dat heeft ook met armoede te maken. Zaken zoals tandartsbezoek zijn nog altijd te duur en mensen stellen het uit. Voorbeelden genoeg dus van ongelijkheid in de primaire gezondheidszorg.’
Wat de zaken nog ingewikkelder maakt, is dat veel beslissingen rond preventie buiten de gezondheidszorg genomen worden, zegt Philippe Beutels. ‘Studieniveau en familiale omstandigheden bijvoorbeeld zijn bepalend voor de gezondheid. Of denk aan luchtkwaliteit, of aan infrastructuurwerken: verkeersongevallen kosten nog altijd veel gezonde levensjaren. Preventie is een complexe puzzel.’