Voor de vierde keer publiceert pharma.be zijn Report to Society. De koepelorganisatie van de innovatieve biofarmaceutische sector in ons land mikt met het rapport op een breed publiek. Over het doel van het rapport en de rol van de sector spraken we met CEO Caroline Ven, voorzitter Frédéric Clais (GM Eli Lilly) en vice-voorzitter Xavier Hormaechea (GM UCB).
Meer dan een jaarverslag
Het rapport is visueel aantrekkelijk, met kleurrijke tabellen en citaten die de verhalen van mensen centraal stellen. Dit lijkt geen traditioneel jaarverslag.
Caroline Ven: Dat klopt. Een jaarverslag focust op de activiteiten van de organisatie zelf, maar het Report to Society gaat verder. We willen vooral laten zien wat de biofarmaceutische sector betekent voor de samenleving en de patiënten in België.
Hoe zou u die betekenis samenvatten?
Caroline Ven: De sector heeft een dubbele meerwaarde voor de samenleving. Enerzijds dragen we bij aan de Belgische economie: met meer dan 140.000 jobs, exportactiviteiten die de handelsbalans positief beïnvloeden, en onze bijdrage aan de toegevoegde waarde. Anderzijds – dit blijft vaak onderbelicht – toont het rapport hoe we meerwaarde creëren voor patiënten en burgers, door bijvoorbeeld nieuwe geneesmiddelen op de markt te brengen en zeldzame ziektes te helpen behandelen. We willen ook goed uitleggen waarom klinische studies zo belangrijk zijn.
Meerwaarde voor patiënten... én burgers?
Caroline Ven: Ik zeg ‘en burgers’ omdat we ook aan preventie doen: vermijden dat mensen ziek worden of dat hun ziekte sterker ontwikkelt. En dat omvat meer dan vaccins. Het gaat ook over het correct gebruik van geneesmiddelen.
‘We hebben de dialoog met de patiëntenorganisaties de jongste jaren nog versterkt. En we werken samen met artsen, met academici.’
Heus biofarma eco-systeem
Uw organisatie heet pharma.be maar in het rapport is vooral sprake van biofarma.
Xavier Hormaechea: De term farma verwijst oorspronkelijk naar fijn-chemische geneesmiddelen, maar de sector is nu steeds meer gericht op biologische oplossingen, zoals het kweken van antilichamen. De nieuwe innovaties in gen- en celtherapie stellen ons in staat om ziektes veel gerichter en efficiënter aan te pakken.
Het rapport toont ook veel sectoroverschrijdende samenwerking.
Caroline Ven: Omdat die van cruciaal belang is. We hebben de dialoog met de patiëntenorganisaties de jongste jaren versterkt. En we werken samen met artsen, met academici. De artsen kunnen ons feedback geven over hoe onze behandelingen bij patiënten werken, en wetenschap is altijd het fundament van innovatie.
Frédéric Clais: De biofarmaceutische sector is een netwerk van vele stakeholders. Het Report to Society vertelt het verhaal van deze samenwerking, want alleen door een breder perspectief kan de werkelijke impact van de sector duidelijk worden.
Xavier Hormaechea: Onze Belgische innovatiekracht komt uit een sterk ecosysteem: topuniversiteiten, -universiteitsziekenhuizen en -referentiecentra. Met toponderzoekers in onze bedrijven. Dit stelt ons in staat om wereldwijd te concurreren, niet alleen dankzij wetenschappelijke innovatie, maar ook door de uitstekende logistiek, waaronder gecertificeerde luchthavens en zeehavens die 'cold chain' transport van geneesmiddelen mogelijk maken.
‘De biofarmaceutische sector is een netwerk van vele stakeholders. Het Report to Society vertelt het verhaal van deze samenwerking en toont de impact van de sector.’
Ruime verspreiding
Hoe verspreidt u dit rapport?
Caroline Ven: Heel ruim. We delen het rapport niet alleen met onze leden, maar ook met partners, patiëntenorganisaties, de media, parlementsleden en beleidsmakers. Daarnaast publiceren we het op onze website en versturen we het naar onze nieuwsbriefabonnees — meer dan 4.500 geïnteresseerden. We organiseren ook een evenement om de publicatie te lanceren, met externe sprekers uit het beleid, de industrie en de administratie. Het evenement is vaak snel volgeboekt, wat de grote belangstelling voor het rapport weerspiegelt.
U bent ook actief op sociale media.
Caroline Ven: Ja, we zitten vooral op LinkedIn voor de professionele communicatie, maar ook op Instagram om jongeren te bereiken. We delen korte, toegankelijke filmpjes waarin onze experts belangrijke punten uit het rapport toelichten. Dit werkt goed, zoals bleek uit een filmpje over 'compassionate use', een manier voor patiënten om nog voor het geneesmiddel wordt terugbetaald een veelbelovende behandeling ter beschikking te krijgen van het bedrijf, dat tienduizenden keren bekeken werd.
Knelpunten en oplossingen
De Belgische toppositie op het vlak van klinische studies staat onder druk.
Frédéric Clais: België staat nog steeds in de top drie per capita voor klinische studies. In 2024 werden er 245 studies uitgevoerd, en in kankeronderzoek wordt een vijfde van de studies in Europa hier uitgevoerd. Maar de Belgische positie staat onder druk, omdat het Europese aandeel in klinische studies afneemt. Daarnaast maakt de centralisatie van procedures op Europees niveau België iets minder competitief binnen Europa.
Wat stelt u voor om die tendens tegen te gaan?
Frédéric Clais: We pleiten voor decentralisatie, zodat klinische studies dichter bij de patiënt kunnen worden uitgevoerd, of behandelingen gewoon thuis kunnen gebeuren. Digitalisatie en huisartsenbegeleiding spelen hier een rol. Decentralisatie vergroot de toegankelijkheid voor patiënten en maakt studies representatiever. We roepen het FAGG op om snel een goed kader voor decentralisatie te ontwikkelen.
Hoe doet België het in de nieuwste technologieën?
Caroline Ven: Op het gebied van geavanceerde therapieën, zoals gen- en celtherapie (ATMP’s), loopt België achter op bijvoorbeeld de VS en China. Hoewel er wereldwijd grote vooruitgangen zijn, blijft het aantal klinische studies in Europa, en in België, krimpen, onder meer door verouderde regelgeving.
Belgische innovatiekracht steunt op een sterk academisch ecosysteem en toponderzoekers bij de bedrijven.
U breekt in het rapport ook een lans voor een snellere terugbetaling van nieuwe geneesmiddelen.
Frédéric Clais: Geneesmiddelen die door het Europese Geneesmiddelenagentschap (EMA) goedgekeurd worden, moeten in België gemiddeld 565 dagen wachten op terugbetaling, vergeleken met 414 dagen in Nederland en 126 dagen in Duitsland. Dat België het nodig vindt om de hele medische evaluatie nog eens over te doen, blijft toch raar.
Caroline Ven: Daarnaast is het percentage goedgekeurde geneesmiddelen dat in België wordt terugbetaald lager dan in veel andere landen. Dit is vooral confronterend voor geneesmiddelen die… in België zijn ontwikkeld.
Frédéric Clais: Innovaties zijn cruciaal voor de gezondheidswinst. Studies tonen aan dat 75% van de gezondheidswinst in de afgelopen 25 jaar te danken is aan innovatieve geneesmiddelen.