Enerzijds hebben startende ondernemers een grote behoefte aan externe financiering, anderzijds willen steeds meer ondernemers en particulieren investeren in startende, beloftevolle of snelgroeiende ondernemingen. De federale regering brengt beide partijen dichter bij elkaar met twee concrete fiscale maatregelen en ondersteunt start-ups met een loonlastenverlaging.
Kleine en middelgrote ondernemingen spelen een cruciale rol in onze economie. Zij zorgen niet alleen voor een gezonde economische dynamiek, maar leveren ook een belangrijke bijdrage aan het creëren van arbeidsplaatsen. Op Europees niveau wordt liefst 85 procent van de nieuwe arbeidsplaatsen door kmo’s gecreëerd. Toch is het voor kmo’s - zeker in een beginfase - vaak moeilijk om op te boksen tegen grotere ondernemingen. Ook al hebben die kleine en middelgrote ondernemingen een goed businessplan en stevige groeiperspectieven, vaak blijkt het toch een heikele klus om financiering te bekomen.
Financiële instellingen, de traditionele geldschieters, vragen immers een grote zekerheid voor de terugbetaling van verleende kredieten. Tegelijk bereikt het particulier spaarvermogen in ons land ongeziene hoogtes. Business angels zoeken naar opportuniteiten om hun kennis en kapitaal bij start-ups te laten renderen. Ook particulieren hebben de mogelijkheid om bijvoorbeeld via crowdfunding hun steentje bij te dragen aan de financiering van een startende onder neming. Met de programmawet 2015, waarvan de tekst recentelijk werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, heeft de regering Michel I met die realiteit rekening gehouden. Ze voerde drie maatregelen in die start-ups makkelijker aan kapitaal moeten helpen.
Belastingvermindering voor investeringen in een startende kmo
Een eerste maatregel is de invoering van een belastingvermindering voor privépersonen die investeren in een startende kmo. Voor een inbreng in geld naar aanleiding van de oprichting of naar aanleiding van een kapitaalverhoging binnen de vier jaar na de oprichting kan een investeerder genieten van een belastingvermindering in de personenbelasting van 30 procent. Dat percentage wordt verhoogd tot 45 procent als het gaat om een micro-onderneming, een vennootschap die bepaalde criteria op het vlak van balanstotaal, omzet en personeelsbestand niet overschrijdt. Ook bestaande ondernemingen komen in aanmerking voor de nieuwe maatregel indien ze ten vroegste op 1 januari 2013 werden opgericht. Het kan gaan om een rechtstreekse inbreng, om een inbreng via een crowdfundingplatform of om het verwerven van deelnemingen in een erkend fonds dat investeert in startende kmo’s. De aandelen of deelnemingen in zo’n startersfonds die men ontvangt in ruil voor de inbreng, dienen in principe wel vier jaar te worden aangehouden. Het valt toe te juichen dat de regering niet alleen de kaart trekt van de klassieke kapitaalverschaffers, maar ook oog heeft gehad voor alternatieve financieringsvormen als crowdfunding.
Bij dat systeem wordt via het internet geld bij het publiek opgehaald voor een specifiek doel, zonder tussenkomst van kredietinstellingen. Die vorm van financiering kent in een aantal landen al een grote populariteit en groeit ook snel in ons land. Met de wet van 25 april 2014 heeft nu ook ons land een wettelijk kader voor crowdfunding gecreëerd. Aangezien het voor een onderneming vaak moeilijk is om in de beginfase financiering langs de klassieke kanalen te bekomen, is het stimuleren van die innovatieve financieringsmethode een interessant initiatief. Om voor de gunstregeling in aanmerking te komen, dient rekening te worden gehouden met drie criteria. Ten eerste komt slechts een maximaal bedrag van 100.000 euro per belastingplichtige en per belastbaar tijdperk in aanmerking voor de belastingvermindering. Ten tweede wordt voor de betalingen die meer dan 30 procent van het maatschappelijk vermogen van de onderneming vertegenwoordigen, geen belastingvermindering verleend.
Ten slotte kan een onderneming in totaal niet meer dan 250.000 euro ontvangen met toepassing van het gunstregime. Die maatregel verleent een mooi fiscaal voordeel aan personen die beslissen te investeren in een startende onderneming. Daarbovenop kan onder bepaalde voorwaarden een verlaagd belastingtarief worden genoten van 15 of 20 procent voor dividenden die voortvloeien uit die investeringen. Om misbruiken te voorkomen staan er wel een aantal uitsluitingen in de wet. Zo vallen onder meer de investering in vastgoedvennootschappen en managementvennootschappen uit de boot. Ook de inbreng van een bedrijfsleider in zijn eigen vennootschap komt niet in aanmerking. De wettekst sluit het gunsttarief echter niet uit voor familieleden van de bedrijfsleider. Gelukkig heeft de wetgever geopteerd om al te veel voorwaarden, beperkingen en controles te vermijden. Met die vereenvoudiging wil de wetgever maken dat de maatregel in de praktijk succes kent en dat de verhoopte doelstellingen snel worden bereikt.
Belastingvrijstelling voor intresten afkomstig van leningen toegekend aan startende ondernemingen
Een tweede maatregel betreft leningen van privépersonen aan startende kmo’s of micro-ondernemingen. Indien die leningen toegekend worden via een erkend crowdfundingplatform, zal de privékredietgever een vrijstelling van belasting kunnen genieten op de ontvangen intresten. De vrijstelling geldt enkel gedurende de eerste vier jaar van de looptijd van de leningen. Het bedrag van de vrijstelling is geplafonneerd. Het geldt enkel voor de intresten die betrekking hebben op de eerste schijf van 15.000 euro van de toegekende leningen. De leningen moeten bovendien een minimale looptijd van vier jaar hebben en afgesloten zijn na 1 augustus 2015.
Gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing
Een laatste maatregel ter ondersteuning van de startende ondernemer mikt niet op de investering door business angels en andere privépersonen, maar betreft een gedeeltelijke vrijstelling van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing. Kmo’s en natuurlijke personen die opereren via een eenmanszaak en formeel aan de criteria van een kmo beantwoorden, zullen voortaan genieten van verlaagde loonlasten gedurende de eerste vier jaar na hun oprichting. Voor bezoldigingen uitbetaald aan hun werknemers na 1 augustus 2015, dient 10 procent van de bedrijfsvoorheffing niet langer te worden doorgestort naar de schatkist. Dat tarief wordt opgetrokken tot 20 procent indien aan de kwalificatie als micro-onderneming wordt voldaan.
Alleen ondernemingen in moeilijkheden zijn uitgesloten van die vrijstellingsregeling. Met de drie besproken maatregelen wil de regering de startende ondernemer een duwtje in de rug geven en ondernemerschap stimuleren. De eerste twee maatregelen zijn hopelijk een stimulans voor heel wat mensen om te investeren in de droom van een jonge ondernemer. Volgens de website van het Business Angels Netwerk Vlaanderen, bedraagt de gemiddelde investering in een start-up tussen de 25.000 en 250.000 euro.
Meer informatie ? Neem contact op met Wout Coppens, vennoot EY Private Client Services, T. 02 774 93 08 of met Kimberley De Plucker, consultant EY Private Client Services, T. 09 242 51 02