Metaalverwerkende bedrijven werken niet alleen steeds duurzamer, ze spelen ook een sleutelrol in de Belgische en Europese economie, onder andere voor de digitale en energietransitie. ‘De metaalsector heeft in ons land doorheen de jaren kennis en knowhow van onschatbare waarde opgebouwd. Die moeten we bewaren en erop blijven voortbouwen’, zegt Patrick Van den Bossche van Agoria.
De Belgische metaalindustrie kent een rijke geschiedenis. Het ontstaan van de sector gaat terug tot in de 19de eeuw, met de ontginning van onder andere ijzererts en het bouwen van hoogovens. Dankzij de industriële revolutie van toen, speelt de Belgische metaalsector vandaag een unieke voortrekkersrol in Europa.
‘Er is doorheen de jaren een compleet ecosysteem rond de Belgische metaalverwerkende bedrijven ontstaan’, verduidelijkt Patrick Van de Bossche, kenner van de sector en strategisch adviseur Green Transformation bij technologiefederatie Agoria.
‘Deze bedrijven wisselen kennis uit met andere ondernemingen, met onderzoeksinstellingen, maar zijn onderling ook verbonden door materiaalstromen. Wat voor het ene bedrijf een residu of bijproduct is, kan een ander bedrijf vaak gebruiken als grondstof.’
Dat geldt ook voor de zinksmelter Nyrstar, die extra waarde blijft creëren door bijproducten zoals koper, nikkel en kobalt maar ook zwavelzuur beschikbaar te maken of op te waarderen zodat andere bedrijven er mee aan de slag kunnen.
De metaalindustrie levert producten die essentieel zijn voor de digitale en energietransitie.
‘Nyrstar levert producten die essentieel zijn voor de energietransitie’, benadrukt Van den Bossche. ‘Zink is onmisbaar voor de productie van batterijen, en dient als coating om windmolens en zonnepanelen te beschermen tegen corrosie.’
Ook bijproducten die via zinkerts gewonnen worden, spelen hun rol in de digitale en energietransitie. Zo zijn gallium en germanium, beide te vinden in zinkerts, nodig voor de productie van halfgeleiders.
Maximale CO2-kost
Voor de Belgische en Europese economie is het belangrijk dat Nyrstar, en andere metaalverwerkende bedrijven, hier voet aan grond hebben en zich kunnen ontwikkelen. ‘België produceert per inwoner de grootste hoeveelheid metalen in Europa en meer dan de helft van alle strategische en kritische materialen voor de digitale en energietransitie in Europa. Daarmee staat onze sector aan de Europese top, met een aanzienlijke toegevoegde waarde en veel werkgelegenheid.‘
Desondanks blijven de omstandigheden uitdagend voor de metaalindustrie. Van den Bossche: ‘Om deze belangrijke bedrijven in ons land op lange termijn duurzaam te laten werken en hun bijdrage aan de digitale en energietransitie te laten groeien, is er nood aan een aangepast ondersteunend beleid. Een energiekost die competitief is met onze buurlanden, is heel belangrijk voor deze energie-intensieve bedrijven. De mogelijkheden die Europa ons biedt, zoals het compenseren van de indirecte CO2-uitstoot, moeten ten volle worden benut.’
Zo kan de metaalindustrie rendabel en competitief blijven. Op de wereldwijde metaalmarkt is er immers géén onderhandelingsmarge: een ton zink kost overal evenveel. ‘Het kan niet de bedoeling zijn om onze metalen te importeren uit andere landen en zo onze afhankelijkheid voor kritieke en strategische materialen voor de digitale en energietransitie te vergroten, als we die materialen ook hier kunnen vervaardigen’, besluit Van den Bossche. ‘De uitdaging is om zelf ambitieus te durven zijn. We moeten aantrekkelijk worden voor wie wil investeren in dit unieke Belgische ecosysteem. Het juiste beleid speelt daar een cruciale rol in.’