De gezondheidszorg staat op een kantelpunt. ‘Met technologie kunnen we de mens gezonder laten leven’, zegt dokter Paul Stoffels, Chief Scientific Officer bij farmareus Johnson & Johnson. ‘Dat maakt onze sector erg aantrekkelijk voor de jongste generatie die echt een verschil wil maken.’
Belg Paul Stoffels staat bij Johnson & Johnson, moedermaatschappij van Janssen Pharmaceutica, aan het hoofd van 12.000 R&D-professionals. Nieuw en voldoende talent vinden, is een van zijn grote uitdagingen.
Hoe pakt u de war for talent in de farmaceutische sector aan?
‘Wij hebben één groot voordeel: de jongere generaties zijn bijzonder gemotiveerd om het verschil te maken in de wereld. Als je bij ons komt werken, kan je een wezenlijk verschil maken in de strijd tegen kanker, dementie, depressie, diabetes, hiv, ebola enzovoort. In een bedrijf als het onze kan je je job koppelen aan een ongelooflijke missie. Je werkt samen met de grootste talenten en collega’s die baanbrekende zaken realiseren. Maar voor instant gratification moet je niet bij ons zijn. Vaak moet je jaren werken aan een project voor er resultaten zijn.’
Wat voor organisatie vindt een jonge onderzoeker bij jullie?
‘We hebben erg uitgebreide interne onderzoekslaboratoria, maar houden ook goed in de gaten wat er extern gebeurt. Wereldwijd beschikken we over twaalf incubatoren, ook in België. Zo sourcen we innovatie: we lanceren of ondersteunen nieuwe bedrijven – vaak gericht op een specifieke uitdaging – en brengen er talent in samen. Via onze incubatoren hebben we meer dan 500 bedrijven bijgestaan in de opstart. Daarnaast werken we samen met zo’n 400 bedrijven via onze innovatiecentra in San Francisco, Boston, Londen en Sjanghai en hebben we een eigen venture-capitalgroep die zo’n 50 tot 70 investeringen doet per jaar.’
Wat betekent dat voor de bedrijfscultuur?
‘Het gaat vooral om decentralisatie en ondernemerschap. We decentraliseren beslissingen, maar nemen wel verantwoordelijkheid. You take the risk, I take the blame. We geven ruimte om risico’s te nemen, en fouten te maken. In een organisatie waar experimenteren centraal staat, kan je niet anders. Ik vind het alleszins een fantastische uitdaging om, met 12.000 mensen en een van de grootste researchbudgetten, van de wereld een gezondere plek te maken voor iedereen.’
We decentraliseren beslissingen, maar nemen wel verantwoordelijkheid. You take the risk, I take the blame.
Hoe ziet u onze gezondheidszorg evolueren?
‘De volksgezondheid zal zich sterk ontwikkelen. De bevolking veroudert, wat gepaard gaat met een toename van ouderdomsziektes zoals dementie en kanker. We moeten ons nog meer richten op het behandelen en voorkomen van die ziektes.’
‘Ook op technologisch vlak staan we op een kantelpunt. Met de nieuwste technologie kunnen we steeds beter diagnosticeren, wat leidt tot betere therapieën en preventie. We kunnen er mee voor zorgen dat de bevolking gezonder leeft. Bovendien zijn mentale gezondheidsproblemen aan een opmars bezig. Dat is een reactie op de stijgende druk in de maatschappij en de toenemende eenzaamheid. We moeten in staat zijn om daar ook medische oplossingen voor te vinden.’
Welke rol kunnen jonge wetenschappers en onderzoekers daarin opnemen?
‘Onze industrie is altijd al een vorm van zeer doorgedreven wetenschap geweest. Wij zetten wetenschappelijke bevindingen om in concrete medische interventies om ziektes op te lossen. Die maatschappelijke rol blijven we opnemen. Wat zal er veranderen? We zullen in een steeds vroeger stadium diagnoses kunnen stellen, waardoor we steeds vroeger kunnen behandelen. Dat zorgt voor een hogere kans op genezing.’
Aan welk tempo raast de technologische revolutie door de farmaceutische sector?
‘Onze sector is altijd al gekenmerkt door technologische evolutie en wetenschappelijke doorbraken. En nu nog steeds. De vaccinindustrie bestaat al honderd jaar en werkt nog altijd. Nieuwe technologie heeft te maken met antilichamen en is het belangrijkste platform voor oncologiegeneesmiddelen, die zeer gericht kankercellen kunnen vernietigen. Daar zijn nu ook nieuwe vormen van: dual targeted antibodies die een immuuncel met een kankercel verbinden en zo de kankercel uitschakelen. Hetzelfde proberen we nu ook te realiseren via CAR-T-cellen. Dat zijn cellen die we in het lab zeer doelgericht activeren tegen de specifieke tumor van de patiënt en opnieuw inbrengen bij de patiënt om kanker te bestrijden.’
‘We zijn met zoveel tegelijk bezig. Binnenkort kunnen we naar alle waarschijnlijkheid aangeboren oogafwijkingen behandelen en heel wat kankers genezen. Bovendien zullen we ziektes bijzonder vroeg opsporen door de diagnostiek van het menselijke genoom. En ook in de wereld van de vaccins staan we voor een revolutie. We zullen in staat zijn om de kans dat mensen met hiv of ebola besmet raken, sterk te verlagen.’