In Europa bedraagt het gemiddelde aantal vrouwelijke IT-specialisten nauwelijks 17,9 procent, zeggen cijfers van Eurostat. Voor België is het beeld nóg iets bedroevender: slechts 17,2 procent van de IT’ers zijn hier vrouw. Vier Belgische informaticaspecialisten vertellen wat hun organisatie onderneemt om dat tij te keren, en hoe de sector in het algemeen meer vrouwen zou kunnen aantrekken. ‘Neen, het is géén wereld van nerds.’
Waarom is de IT-sector nog altijd hoofdzakelijk een mannenwereld, hoe ervaren jullie dat?
Stefanie De Smet (Senior manager en lead van de Managed Services divisie van delaware Belux): ‘Dat komt volgens mij vooral door een verkeerde perceptie. Er werken in onze sector niet alleen programmeurs of mensen met een technische specialisatie. We hebben een breed scala aan functies. Afhankelijk van hun interesses en talenten kunnen mensen aan de slag met analyseren, projectmanagement, onderzoek, dataverwerking, cloudoplossingen, consultancy en nog veel meer.’
‘IT is een enorm breed domein: er bestaan zoveel functies, rollen en jobs om in te starten, in door te groeien en te evolueren’
Andy Stynen (CEO bij Ausy BeLux en Chief Digital Officer bij Ausy Group): ‘In de zeer technische functies als IT-development en IT-architectuur vinden we inderdaad veel meer mannen dan vrouwen. In zogenaamde communicatierollen – die de vertaalslag leveren tussen business en IT, denk aan analisten, business process managers en project managers – zie ik vandaag veel meer vrouwen dan vroeger. In ondersteunde diensten als IT-recrutering en human resources bedraagt het aantal vrouwen binnen ons bedrijf zelfs 70 procent. Vrouwen zijn doorgaans sterk in communicatie.’
Julie Scherpenseel (Chief Strategy Officer bij ML6): ‘In de begindagen van IT zijn er een aantal stereotypes ontstaan die vandaag nog altijd meegesleept worden, maar inmiddels compléét achterhaald zijn. Onze sector wordt niet gedomineerd door mannelijke nerds die zich met een videogameverslaving opsluiten in de garage of de kelder. Dat foute beeld verandert wel, maar het duurt volgens mij nog een poos voor we de effecten daarvan vertaald zien op de arbeidsmarkt, en we dus ook meer vrouwen zullen aantrekken.’
Wat kan er beter aan het onderwijs? De STEM-Monitor van 2021 becijferde dat 42 procent van de instromers vrouwen zijn, een lichte stijging tegenover 2020. Maar dat vertaalt zich nog niet in meer vrouwen binnen IT-opleidingen of -carrières.
Tony Janssens (Strategic Recruitment Manager bij Egov Select): ‘De manier waarop er in het middelbaar in het algemeen IT gedoceerd wordt, kan een stuk beter en breder. De lessen gaan vaak niet veel verder dan leren werken met een tekstverwerker, een elektronisch rekenblad en een mailprogramma. Dat is geen IT. Dat is elementaire basiskennis en maatschappelijke vorming. Over wat IT écht is, wordt geen woord gerept. Zo creëert het middelbaar onderwijs een verkeerde perceptie over technologie. En perceptie wordt vaak gezien als de waarheid. Een gevaarlijke tendens, want daaruit vloeien vooroordelen en misvattingen.’
‘We moeten vrouwen in ICT veel meer mogelijkheden bieden om op een podium te staan en andere mensen te inspireren’
Stefanie De Smet: ‘Mijn dochter volgt een STEM-opleiding. In haar richting zitten drie meisjes en 37 jongens. Dat is het levende bewijs dat er nog flink wat werk aan de winkel is. Duidelijker maken aan leerlingen en hun ouders wat zo’n richting daadwerkelijk inhoudt, en welke jobs je er later allemaal mee kunt uitoefenen, zou al een mooie start zijn IT en technologie zijn alomtegenwoordig in ons dagelijks leven, dáár moeten leerlingen meer bewust van gemaakt worden.’
Andy Stynen: ‘IT is voor veel jongeren nog altijd heel abstract. Bedrijven, de overheid en ook het onderwijs hebben een gedeelde verantwoordelijkheid om dat tastbaarder te maken. Mijn mensen en ik staan een paar keer per jaar voor de klas om daar iets aan te doen. Om jongeren te doen inzien wat er allemaal mogelijk is met technologie. Alleen al vertellen dat ze met IT bezig zijn als ze de afstandsbediening van de tv gebruiken of hun smartphone, wakkert hun interesse in technologie aan.’
Stefanie De Smet: ‘delaware verwelkomt elk jaar een aantal middelbare scholieren via de Youcadag. Dat is een actiedag waar leerlingen kunnen kiezen om een dag mee te werken in onze organisatie. We merken dat jongeren daar inspiratie uit putten. Het geld dat ze verdienen, wordt bovendien aan een goed doel geschonken.’
Julie Scherpenseel: ‘Vrouwen willen vaak een job met een maatschappelijke impact. Daar stemmen ze voorafgaand dan ook hun opleiding op af. Maar er wordt veel te weinig belicht welke immense maatschappelijke impact de technologische sector vandaag en morgen levert aan de wereld. Innovatie is de drijfveer van maatschappelijke vooruitgang. Vrouwen moeten niet per se arts of verpleger worden om andere mensen te kunnen helpen: ze kunnen dat ook doen via technologie. Dát moet veel meer aandacht krijgen.’
‘Het middelbaar onderwijs creëert een verkeerde perceptie over technologie’
Zijn er te weinig vrouwelijke rolmodellen? ICT-vrouwen die andere dames inspireren om in hun voetsporen te treden?
Andy Stynen: ‘Er zijn volgens mij zeker voldoende vrouwelijke rolmodellen in onze sector. Maar ze komen te weinig naar buiten. Of ze krijgen onvoldoende de kans om in de schijnwerpers te staan. Met andere woorden: we moeten hen veel meer mogelijkheden bieden om op een podium te staan en andere mensen te inspireren.’
Julie Scherpenseel: ‘Ik kijk heel breed naar vrouwelijke rolmodellen. Dat moeten niet per se topvrouwen zijn, zoals bijvoorbeeld Françoise Chombar. Ook leerkrachten en moeders kunnen rolmodellen zijn. Mijn lerares wiskunde was een sterke en intelligente vrouw. Ik zat twee uur per dag in haar klas: dát heeft mij beïnvloed: zij heeft er mee voor gezorgd hoe ik mijn loopbaan heb uitgestippeld en hoe ik naar bepaalde zaken kijk in het leven.’
Tony Janssens: ‘We moeten vrouwen binnen de maatschappij en binnen organisaties vooral de zin en goesting geven om die rol op te nemen, door hen de ruimte te bieden om dat te kunnen doen. Maar het moet een vrije keuze blijven.’
Julie Scherpenseel, u werd in 2020 Young ICT Lady of the Year: wat heeft die erkenning betekend voor uw carrière – bent u daardoor zelf een rolmodel geworden?
Julie Scherpenseel: ‘Ik kreeg dankzij die titel meer geloofwaardigheid voor mensen buiten de sector. En het was voor mij ook een platform waarmee ik meer impact kon maken. Door mijn verhaal te delen in de media en te spreken op events en voor studenten, heb ik veel mensen kunnen bereiken. Na een interview in Flair ontving ik bijvoorbeeld waanzinnig veel berichtjes van meisjes. Ze schreven dat ik hen geïnspireerd had en dat ze overwogen om voor een IT-opleiding te kiezen.’
Tony Janssens: ‘Als zo’n bekroning via de juiste kanalen breed wordt verspreid, dan is dat absoluut een mooie manier om de IT-wereld onder de aandacht te brengen bij vrouwen en helpt dat om de vrouwelijke instroom in de sector te vergroten.’
Vrouwen binnen IT hebben soms last van vooroordelen. Hoe gaan ze daar het best mee om?
Andy Stynen: ‘Inderdaad, ik merk dat vrouwen in technische functies soms met vooroordelen te maken krijgen, wat enorm jammer en ongegrond is. Ik probeer vrouwen in mijn omgeving telkens aan te moedigen om zich daar niets van aan te trekken en gewoon te gaan voor de job die hen gelukkig maakt. Daarnaast geloof ik dat iedereen in de bedrijfswereld wel eens met vooroordelen te maken krijgt. Ik werd bijvoorbeeld op mijn 34ste CEO van een grote organisatie. De meeste mensen daar waren een stuk ouder. Ik zag sommigen denken: wat komt die snotneus hier doen. De eerste maanden en jaren moet je jezelf dan dubbel bewijzen.’
Julie Scherpenseel: ‘Uiteraard zijn er enkele momenten geweest waarop ik het gevoel kreeg mij meer te moeten bewijzen dan mannelijke collega’s. Maar daaruit heb ik geleerd. Dat heeft me sterker gemaakt. Studies tonen aan dat vrouwen zich in de VS binnen ICT heel sterk moeten bewijzen. Maar in Europa en België heerst dat probleem veel minder. Heb je daar als vrouw toch op regelmatige basis last van? Verander dan van bedrijf, er zijn genoeg organisaties waar dat niet zo is.’
Zet uw organisatie specifieke stappen om vrouwelijk ICT-talent aan te trekken – of vrouwen in topfuncties te krijgen?
Stefanie De Smet: ‘In ons bedrijf is dertig procent van de medewerkers een vrouw – bij de technische specialisaties is dat aandeel wel een stuk kleiner. Wij vinden dat een organisatie gebaat is bij diversiteit. Die streven we ook sterk na. Dat gaat uiteraard verder dan alleen man of vrouw. Naast diversiteit is het belangrijk om te bevestigen dat er veel verschillende meningen en insteken nodig zijn om een organisatie te doen groeien en de juiste beslissingen te nemen Zo zullen er ook meer vrouwen de stap naar het management zetten. ’
Tony Janssens: ‘Een op zeven werknemers bij ons is een vrouw. Binnen de staf ben ik nagenoeg de enige man. We kiezen altijd voor de beste kandidaat op de juiste plaats. Niemand krijgt een voordeel omdat ze man of vrouw zijn. De job gaat naar de persoon met de meest passende competenties en cultural fit.’
Andy Stynen: ‘40 procent van onze 1.300 mensen zijn vrouwen. Kijken we naar de technische profielen, dan komen we rond de 15 procent uit. We hebben geen specifieke programma’s waarbij we meer vrouwen willen aantrekken. Wel meen ik dat veel afhangt van het senior management: een diverse managementploeg is áltijd beter. Het is zelfs wetenschappelijk bewezen dat bedrijven betere winstcijfers realiseren als er naast mannen ook vrouwen in de raad van bestuur zetelen.’
‘Vrouwen moeten niet per se arts of verpleegster worden om andere mensen te kunnen helpen: ze kunnen dat ook doen via technologie’
Julie Scherpenseel: ‘Er werken twintig procent vrouwen in onze scale-up. In totaal stellen we honderd mensen tewerk. Maar ons management bestaat wel voor de helft uit vrouwen. Dat komt grotendeels door ons peoplebeleid. We bieden elke werknemer een persoonlijk carrièrepad aan, en hebben een heel flexibele werkomgeving en inclusieve cultuur. Dat zorgt ervoor dat mensen, en ook vrouwen, lang blijven en getriggerd worden om leidinggevende rollen op te nemen.’
Helpen quota om meer vrouwen in managementfuncties te krijgen?
Tony Janssens: ‘Diversiteit moet over alles gaan: diverse meningen, achtergronden, nationaliteiten, religies, seksuele geaardheden, gender: noem maar op. Maar dat moet ook buiten onze sector nagestreefd worden. Waarom wordt er bijvoorbeeld zelden iets gezegd over het feit dat er in de vroedkunde en de verpleging nauwelijks mannen werken? Wat ik wil zeggen: eigenlijk geloof ik niet in quota. Die zouden niet nodig moeten zijn.’
Julie Scherpenseel: ‘Ik kijk daar minder zwart-wit naar. Ja: de juiste persoon moet op de juiste plaats zitten en vaardigheden en passie zijn daarbij het belangrijkste element. Maar quota kunnen wel helpen om iets onder de aandacht te brengen. Wat niet wil zeggen dat mensen een bepaalde job moeten krijgen omdat ze vrouw zijn.’
Welke tip of raad zouden jullie nog willen meegeven aan vrouwen die een ICT-carrière overwegen?
Stefanie De Smet: ‘IT is een enorm breed domein: er bestaan zoveel functies, rollen en jobs om in te starten, in door te groeien en te evolueren. Je hebt niets te verliezen.’
Andy Stynen: ‘Inderdaad: take a leap of faith. Probeer het eens. Het kan nooit slecht aflopen. Je kunt alle richtingen uit, en er zijn meer dan voldoende jobs en werkgevers om uit te kiezen.’
Tony Janssens: ‘Het moet klikken. Niets forceren: ga op zoek naar een goeie cultural fit bij een werkgever. De rest van je carrièrepad volgt vanzelf.’
Julie Scherpenseel: ‘Gewoon doen: werken in de IT-wereld is fascinerend, dynamisch, uitdagend en je kunt er maatschappelijke impact mee hebben!’