Tine Plevoets en Milena Mitrovic hebben totaal verschillende profielen, maar vonden allebei hun droomjob in de IT. ‘We moeten van de perceptie af dat een IT’er iemand is die programmeert.’
Alle campagnes ten spijt blijven vrouwen een minderheid in de IT-sector. Maar daar staan Tine Plevoets en Milena Mitrovic amper bij stil. Allebei kwamen ze in hun huidige functie terecht via Egov Select, dat IT-profielen rekruteert voor federale overheidsinstellingen. En dat ze vrouw waren, speelde daarbij geen rol.
‘Ik zou geen job willen krijgen omdat ik vrouw ben, en bij mijn medewerkers kijk ik ook niet naar geslacht’, zegt Mitrovic, IT businesspartner bij Douane. ‘Passie en competenties, daar gaat het over.’
Commodore 64
En aan passie ontbreekt het Mitrovic niet. ‘Al sinds mijn veertiende ben ik gebeten door informatica’, vertelt ze. ‘In de jaren 1980 hadden we onze eerste computer, een Commodore 64 – die heb ik helemaal uit elkaar gehaald. Ik móést alles begrijpen: de processor, de harde schijf … IT studeren was dus een logische stap. Ik had ook weinig keuze: ik kom uit een nest van ingenieurs, en het moest of wiskunde of informatica zijn.’ Op haar dertigste had ze haar eerste managementfunctie beet en sindsdien is ze gefascineerd door people en change management, zonder daarbij de technische kant uit het oog te verliezen.
Bij Plevoets ging het heel anders. Zij werkt sinds anderhalf jaar bij de FOD Financiën als functioneel analist. ‘Ik heb een masterdiploma lichamelijke opvoeding, en daarna heb ik vooral in procesoptimalisatie gewerkt, in de farmaciesector en in retail. Ik heb er nooit bij stilgestaan dat IT iets voor mij zou kunnen zijn. Ik ben ook helemaal niet technisch onderlegd.’
Mijn eerste computer, een Commodore 64, heb ik helemaal uit elkaar gehaald. Ik móést alles begrijpen.
Gaandeweg leerde ze dat dat ook niet strikt noodzakelijk was om in IT terecht te komen. ‘Door met mensen te praten, onder andere met een ex-collega die de switch had gemaakt, besefte ik dat er ook veel jobs in IT zijn waarvoor je helemaal niet hoeft te kunnen programmeren. De rol van functioneel analist bijvoorbeeld. Toen ik de jobomschrijving las, bleek die perfect aan te sluiten bij mijn kwaliteiten en ervaring.’
Plevoets ging op zoek naar zo’n job, maar merkte dat ze in sollicitatieprocedures toch telkens op haar gebrek aan technische achtergrond botste. Zo kwam ze bij Egov terecht. Ze kreeg een korte, intensieve opleiding; niet om te leren programmeren, wel in het leren maken van analyses. Daarna kon ze starten met haar IT-carrière.
Coderdojo
Vrouwen blijven sterk ondervertegenwoordigd in de IT. Nog steeds volgen veel minder meisjes dan jongens IT-gerelateerde opleidingen. Hoe komt dat? ‘Het is de perceptie, denk ik’, zegt Tony Janssens van Egov. ‘Een IT’er, dat is iemand die programmeert, punt. Daar moeten we vanaf.’
Nochtans zijn er binnen IT heel veel verschillende functies. Jobs die vooral een beroep doen op logica en communicatie. ‘Functioneel analisten bijvoorbeeld, moeten kunnen luisteren, analyseren, overleggen. Eigenschappen die traditioneel meer aan vrouwen worden toegeschreven.’
Plevoets ziet een rol weggelegd voor het onderwijs. ‘Het enige wat ik op school leerde over technologie waren de EN- en de OF-poorten. Ik zag geen link met de echte wereld. Waarom werd er niet eens een radio uit elkaar gehaald? Al denk ik dat er, met de aandacht voor STEM en initiatieven als Coderdojo (waar jongeren leren programmeren, red.) al veel ten goede veranderd is.’
Ik had er nooit bij stilgestaan dat IT iets voor mij zou kunnen zijn. Maar de rol van functioneel analist paste perfect bij mijn profiel.
Leren delegeren
Man of vrouw, voor Mitrovic doet het er niet toe. Ze heeft ook nooit commentaar gekregen op haar studiekeuze. ‘Vroeger waren er wel eens reacties, maar dan vooral op mijn managementpositie’, vertelt Mitrovic. ‘Een jonge vrouw die oudere mannen managede: dat viel niet altijd goed. Daar werd over gepraat. Maar ik heb me dat nooit aangetrokken. Ik heb er altijd op vertrouwd dat als mensen mijn kwaliteiten leerden kennen, de commentaren wel zouden verstommen. En dat was zo.’
Ook Plevoets staat weinig stil bij het lage aantal vrouwen in IT. ‘In het Egov-traject startten we met twintig, mannen én vrouwen. En eerlijk, ik zie weinig verschil tussen de mannen en de vrouwen in mijn rol. Hét grote verschil zit voor mij tussen de mensen met en mensen zonder die technische bagage. Bij projecten kijken mijn collega’s meteen naar de technische kant, terwijl ik eerder de projectmatige dingen zie of bezig ben met people management.’
Dat Plevoets geen achtergrond in programmeren heeft, vormt in haar team geen probleem. ‘De ontwikkelaars hebben er totaal geen probleem mee om aan mij te rapporteren. Voor hen zou het geen meerwaarde zijn als ik in de code zou duiken. Ik geef hen het vertrouwen, en daar bloeien zij dan weer van open. Dat heeft me ook leren delegeren.’
Voor Plevoets is technologie nog altijd geen passie, maar wel een middel om andere dingen te bereiken. ‘Procesoptimalisatie bijvoorbeeld, dat is wat mij boeit. Hoe kunnen we energie-efficiënter worden door de bronnen die we hebben optimaal te gebruiken? En daar speelt IT een grote rol in.’
De juiste persoon op de juiste plek. Enkel wat je kan telt.
Balans werk en privé
Mitrovic ziet het genderonevenwicht op termijn vanzelf verdwijnen. ‘Maar alles vraagt tijd. Vrouwen blijven soms nog te veel in hun comfortzone zitten, vind ik. Ik moedig hen altijd aan om in minder voor de hand liggende functies, bijvoorbeeld management of IT-architect, te stappen. Er zijn zaken in beweging, maar we moeten geduld hebben.’
‘En ja, ook de gezinskwestie speelt daarbij nog. Ik herinner me nog hoe ik vroeger niet durfde te zeggen dat ik eigenlijk naar huis moest om de kinderen op te halen. Dat is gelukkig al verbeterd.’
Plevoets bevestigt. ‘Met Egov hebben we het geluk voor een werkgever te werken die veel aandacht heeft voor de balans tussen werk en privé. Tussen half vier en vier pauzeren om de kinderen van school te halen? Geen probleem. De mannen maken daar overigens net zo vaak gebruik van. Maar ik heb ook in andere organisaties gewerkt en besef heel goed dat het er niet overal zo aan toe gaat.’
Voor Janssens telt maar één ding: de juiste persoon op de juiste plaats. ‘Het zou moeten gaan zoals bij de blind auditions op televisie. Wie je bent of hoe je eruit ziet is van geen tel. Alleen wat je kunt, dat telt.’