Er zijn meer data voorhanden dan ooit, de ene digitale trend na de andere ziet het daglicht, disruptieve zakenmodellen kannibaliseren de omzet van menig grote onderneming. Is die revolutie een bedreiging of een opportuniteit?
Patrick Rottiers, CEO van EY België en Marion Debruyne, Decaan van de Vlerick Business School, steken de koppen bij elkaar in een open brainstorm over data, disruptie en digitalisering.
De term disruptieve innovatie komt uit het baanbrekende boek ‘The Innovator’s Dilemma’ van 1995. Clayton M. Christensen beschrijft er hoe kleinere bedrijven met succes gevestigde waarden kannibaliseren. Succesvolle bedrijven focussen traditioneel op producten en diensten voor hun meest veeleisende klanten. Maar zo negeren ze de noden en wensen van hun minder winstgevende klanten. Als nieuwe spelers met nieuwe zakenmodellen die noden efficiënter bedienen, kunnen ze snel marktaandeel afsnoepen van de gevestigde waarden. Dan spreken we van disruptie. Het mooiste voorbeeld zijn wellicht de lagekostenmaatschappijen in de luchtvaart. Die gooiden in een mum van tijd de hele sector door elkaar.
‘Als data op een digitale manier ingezet worden, gekoppeld aan disruptieve zakenmodellen, dan verandert de hele omgeving.’
‘Disruptie is een overgebruikt woord geworden’, zegt Marion Debruyne. ‘Het staat tegenwoordig zelfs voor innovatie in het algemeen, of voor digitalisering. Gevolg? Er wordt vaak angstiger dan nodig naar digitalisering gekeken.’
Toegevoegde waarde
Een mooi voorbeeld van digitale innovatie die niet disruptief hoeft te zijn, is RPA of Robotic Process Automation. ‘Als we in een bedrijf via RPA een aantal processen automatiseren, is dat een technologische evolutie. Maar dat hoeft het zakenmodel niet te kannibaliseren. Dat onderscheid is belangrijk’, zegt Patrick Rottiers.
‘Eerst en vooral hebben werknemers hun handen vol om die robots te controleren en bij te sturen’, stelt Rottiers. ‘Vervolgens moeten de resultaten geïnterpreteerd, verpakt en gecommuniceerd worden. Werknemers krijgen tijd vrij om interessantere taken aan te pakken, met meer toegevoegde waarde.’
Marion Debruyne
• Burgerlijk Ingenieur aan de UGent in 1995.
• Speciale Licentie Marketing aan Vlerick Business School in 1996.
• Doctor in de Toegepaste Economische Wetenschappen aan UGent in 2002.
• Tussen 1999 en 2005 ver-bonden aan de Wharton School (University of Pennsylvania), Visiting Scholar aan de Kellogg Graduate School of Management en de Goizueta Business School.
• Associate Professor en Partner aan de Vlerick Business School sinds 2005.
• Decaan van de Vlerick Business School sinds 2015.
De jobinhoud moet dan wel opnieuw gedefinieerd worden, en dat vraagt bijscholing en training. Maar als het goed aangepakt wordt, is dat geen bedreiging, maar net een opportuniteit. Debruyne geeft de digitalisering van een aantal lessen bij Vlerick als voorbeeld: ‘Professoren moeten nu voor de camera online lesgeven. We zetten ook interessante digitale tools in om online samen te werken. Daar is training voor nodig, maar dat is net heel verrijkend.’
‘Bij EY zullen audits over vijf jaar volledig met computers gebeuren’, zegt Rottiers. ‘Klassiek zetten we nieuwe medewerkers in voor de reguliere, repetitieve taken. Nu die geautomatiseerd worden, moeten nieuwe medewerkers vanaf dag één meedraaien in complexere taken met meer toegevoegde waarde. Dat is vandaag een van onze grote uitdagingen.’
De 3D-wereld
Debruyne praat graag over de 3D-wereld, waarin we ondergedompeld worden in de megatrends disruptie, digitalisering en data: ‘Als data op een digitale manier ingezet wordt, gebeuren transacties zo goed als gratis, en in real time. Als je dat koppelt aan disruptieve zakenmodellen, dan verandert de hele omgeving.’
De gevolgen zijn zichtbaar op industrieniveau, met de opkomst van spelers als Netflix, Uber of Airbnb, die gevestigde waarden in een hele sector bedreigen. Ook op het niveau van bedrijven hebben die megatrends een grote impact. Medewerkers moeten getraind worden om anders om te gaan met informatie, te durven experimenteren en sneller te schakelen.
Revolutie
‘We staan nog aan het prille begin van de digitale revolutie’, zegt Rottiers. ‘Het gaat hard, en de versnelling van innovatie en disruptie wordt nog altijd onderschat. Daarom is wendbaarheid het sleutelwoord.’
Het borrelt in Silicon Valley, in China, en ook op sommige plaatsen in Europa. ‘Zeker in de sectoren waar Vlerick een bijzondere expertise heeft, gaat het hard’, zegt Debruyne. ‘Vooral gezondheidszorg, energie en financiën worden nu geconfronteerd met HealthTech, CleanTech en FinTech.’
‘Door digitale automatisering krijgen werknemers tijd vrij voor taken met meer toegevoegde waarde.’
‘Ook in België zijn we goed bezig’, gaat Debruyne voort. ‘We hebben een grote troef met onze sterk opgeleide mensen. Een aantal mooie scale-ups, zoals Showpad, tonen dat je ook in België kunt groeien. Maar innovatie is hier nog te vaak technologiegedreven. Succesvolle innovatie start het best vanuit het zakenmodel.’
Rottiers is het daarmee eens: ‘Qua technologie en innovatie staan we sterk in ons land. Een minpuntje? We missen nog het lef om te durven doorgaan. Bij een eerste succes wordt te vaak gekozen voor het snelle geld. We hebben zeker de capaciteit om door te groeien. Op managementniveau zijn we trouwens erg sterk. Wereldwijd leiden heel wat Belgen grote ondernemingen.’
Experimenteren
Bedrijven die willen overleven, moeten voortdurend hun omgeving scannen om nieuwe trends te spotten. Ze moeten het lef hebben om te experimenteren, en om hun eigen succesvolle zakenmodel te hertekenen voor iemand anders het doet. Maar ook snel en flexibel opereren in een netwerk van externe partners is een cruciale competentie in de digitale revolutie.
Patrick Rottiers
• Master Economie en Far Eastern Business
• Aan de slag bij EY sinds 1988
• Vennoot sinds 2000
• Real Estate Leader EY België in 2003
• Managing Partner van de regio Antwerpen en Limburg sinds 2008
• Verantwoordelijke vennoot van EY Bedrijfsrevisoren sinds 2011
• Lid van het Regional Leadership Team van België, Nederland, Luxemburg en Frankrijk.
• CEO van EY België vanaf 1 juli 2017.
EY heeft met The Factory een interessant initiatief om creatieve samenwerking over de bedrijfsgrenzen heen te ondersteunen. Start-ups worden aangezocht om in de organisatie aan specifieke uitdagingen te komen werken. ‘De automatisering van btw-listings is een mooi voorbeeld’, zegt Rottiers. ‘Dat was een arbeidsintensief manueel proces, maar we hadden de competentie niet in huis om het proces te automatiseren. Dus hebben we vijf starters uitgenodigd om dat probleem aan te pakken. Samen zijn we snel tot een optimale oplossing gekomen.’
Een ander initiatief zijn de EY Wavespaces, technologische “labs” waarin start-ups en EY collega’s de nieuwste technologie uitproberen en co-developen. ‘Onze gevestigde klanten lopen er langs, en dat creëert vaak een boeiende kruisbestuiving’, zegt Rottiers. ‘Ik kijk uit naar de zomer, wanneer de EY Wavespace in ons nieuwe kantoor in Antwerpen operationeel moet zijn.’
Ook door de regelmatige hackathon-competities gaat experimenteren bij EY deel uitmaken van de cultuur. ‘We dagen onze mensen uit om zich 24 uur lang te concentreren op een aantal goed gedefinieerde problemen uit onze dagelijkse praktijk. Daar komen altijd creatieve oplossingen uit.’
Raad van bestuur
Om vernieuwing in het DNA van een bedrijf te krijgen, moet je het lef hebben om de tijd en middelen vrij te maken. Een cultuurverandering kan niet gedelegeerd worden. Het topmanagement moet het voorbeeld geven.
‘Ook de raad van bestuur moet mee’, zegt Rottiers. ‘Bestuursmandaten waren vroeger vaak eerder ceremonieel. Nu wordt van bestuursleden verwacht dat ze mee een bredere kijk op de wereld garanderen. Daar is diversiteit voor nodig. Het is een mooi idee om een of meer succesvolle starters te integreren in de raad van bestuur.’
‘Dat hebben we bij Vlerick net gedaan’, zegt Debruyne. ‘Louis Jonckheere, medestichter van Showpad en alumnus van de school, is onlangs tot onze raad van bestuur toegetreden.’