Investeringen in ICT zorgen niet alleen voor meer productiviteit en een betere dienstverlening, maar ze zijn ook levensnoodzakelijk als een onderneming op langere termijn wil overleven.
‘België heeft Silicon Valley heus niet nodig om in de ICTwereld te excelleren’, verklaart Marc De Keersmaecker, General Manager van het beursgenoteerde RealDolmen. Zijn bedrijf verkoopt infrastructuur producten zoals computers, printers en netwerken, en biedt softwarediensten zoals cloud computing en big data aan. ‘Kijk, het is leuk om eens het sfeertje op te snuiven in San Francisco, maar er bestaan meerdere van die centra in de wereld. Bovendien is het economische weefsel veel ruimer dan de innovatie en creativiteit die aan Silicon Valley gelinkt worden. Nieuwe technologie moet nog altijd geïmplementeerd worden.’ Hendrik Serruys, vennoot bij EY People Advisory Services, valt hem bij.
‘We hebben hier misschien geen Facebook of Google, maar we moeten ook niet te bescheiden zijn. De laatste jaren domineerden ICT-bedrijven de lijst van meest beloftevolle ondernemingen in België. Je vindt hier drive, dynamisme en harde werkers, en heel veel mooie producten waar we trots op mogen zijn.’ Daarbij zit zeker ook Itineris, een jonge Gentse IT-consultant die wordt geleid door zijn oprichter, Edgard Vermeersch. Itineris helpt spelers uit de energie- en watersector hun backoffice beter te beheren. In 2012 werden ze bekroond als Beloftevolle Onderneming van het Jaar. Het bedrijf telt zo’n 350 werknemers, minder dan een derde van RealDolmen, en heeft onder meer GDF Suez, E.ON en De Watergroep als klant. Vermeersch haalde vorig jaar nog 10 miljoen euro op om de expansie van zijn bedrijf in de VS op te schroeven.
Een gesprek over de toekomst van ICT in België met een ondernemer die de VS als zijn grote wingebied ziet. Wat mogen we daaruit afleiden?
Edgard Vermeersch: ‘Onze activiteiten in de VS zullen dit jaar zesmaal hoger liggen dan in 2015, maar ook in Europa groeien we nog met 20 procent per jaar en meer. Omdat al onze productontwikkeling vanuit België gebeurt, wordt hier mee geprofiteerd van ons succes in de VS.’
‘Amerikaanse klantenbeheersystemen zijn niet klaar voor de wijzigende energiemix met toenemende nadruk op hernieuwbare energie’, verklaarde u een tijdje geleden. Waarom hebben ze specifiek Itineris nodig?
Vermeersch: ‘De VS lopen jaren achter in de liberalisering van de energiesector. In Europa heeft de Europese Commissie dat er met het zicht op een eengemaakte interne markt veel sterker doorgeduwd, waardoor wij daar meer ervaring hebben dan Amerikaanse spelers.’
Hoe doet de Belgische ICT-sector het over het algemeen? Zitten we in de groep van de voorlopers, of hinken we achterop?
Marc De Keersmaecker: ‘België is zeker niet de grote voorloper in de toepassing van nieuwe technologie en businessmodellen. Niettemin zorgen de technologische innovaties ook hier voor enorme veranderingen in het economische weefsel. Gelukkig zijn steeds meer bedrijven er zich van bewust dat het levensnoodzakelijk is dat ze daarop inspelen, omdat ze anders zullen verdwijnen.’
Creatieve geesten
‘Disruptie’ is hét buzzword van de ICT-sector. Opvallend is dat de term vooral valt als het over nieuwkomers en kleine ondernemingen gaat, en minder bij gevestigde namen.
Hendrik Serruys: ‘De Belgische ICT-sector telt ruwweg 33.000 bedrijven. Daarvan hebben er maar zo’n 1.300 meer dan tien voltijdse werknemers in dienst. Er zijn dus veel kleine ondernemingen, waaronder start-ups die met succes aan de weg timmeren. Je kunt elke dag verhalen lezen zoals dat van Itineris, of de appbouwers Showpad en In The Pocket. Grotere bedrijven hebben nood aan die start-ups, omdat zij inspelen op niches waar zijzelf niet mee bezig of vertrouwd zijn.’
Omdat al onze productontwikkeling vanuit België gebeurt, wordt hier mee geprofiteerd van ons succes in de VS.
Moeten grotere ICT-bedrijven die start-ups overnemen? Of zorgen voor een start-upcultuur in hun eigen onderneming?
De Keersmaecker: ‘Beide. Intrapreneurship creëert een enorm enthousiasme. We moeten er voor zorgen dat iemand die in ons bedrijf een goed idee heeft, ondersteund wordt en financiering krijgt. Daarnaast zijn er in België heel wat kleine startups met supercreatieve mensen. Door met hen samen te werken – ik laat in het midden onder welke vorm – creëer je toegevoegde waarde voor de klant.’
Serruys: ‘Bedrijven moeten creatieve geesten de ruimte geven om in een markt van snel evoluerende technieken mee te denken. Zo was ik onlangs op bezoek bij een softwareontwikkelaar, waar ICT’ers de vrijheid krijgen om in hun dagelijks werk inspiratie op te doen voor nieuwe ideeën en processen. Elke twee weken houden ze een vrijdag vrij om die te bespreken en uit te werken.’
Big Data
Door de informatisering hebben bedrijven toegang tot een enorme hoeveelheid data. Lukt het wel om daar de juiste gegevens uit te halen, en er iets nuttig mee te doen?
De Keersmaecker: ‘We zitten nog in een pril stadium. Veel bedrijven zoeken nog uit wat ze precies moeten aanvangen met die big data. Sommige proberen met “predictive analytics” bepaalde evoluties te voorspellen. Dat kan bijvoorbeeld helpen bij het optimaliseren van de logistieke keten, of om in te schatten wanneer een bepaalde machine aan onderhoud toe is.’
Vermeersch: ‘De techniek en de data evolueren, maar uiteindelijk blijft het toch gaan om de vraag wie de business snapt. De slimste mens ter wereld kan je big data bestuderen, maar als hij het inhoudelijk model van je klant niet snapt, kan hij daar niets nuttig mee doen. Nutsbedrijven bijvoorbeeld, moeten enorme volumes klantendata beheren. Om te identificeren wie de goede en minder goede klanten zijn, en welke extra diensten je aan de verschillende profielen kunt aanbieden, moet je de business van die klant begrijpen.’
De Keersmaecker: ‘Dat is inderdaad de grote uitdaging. Mensen spreken veel over big data, maar wat doen ze er mee? Er moet een combinatie zijn van data-experts en mensen die de business kennen, anders zoek je naar een speld in een hooiberg. Ik ben ervan overtuigd dat big data een enorm potentieel heeft, maar het zal altijd drijven op een link met de zakelijke componenten.’
Gat in de markt
Hoe goed is het financieringsklimaat voor startups in de ICT-sector?
Vermeersch: ‘Mij hoor je zeker niet klagen. Wij hebben met Itineris schitterende hulp gekregen van de Participatiemaatschappij Vlaanderen. Banken wilden geen geld op tafel leggen voor een start-up die op zoek is naar een groeifinanciering, maar dat begrijp ik best. Want wij hadden alleen wat tafels en stoelen in borg kunnen geven.’ ‘De steun van de PMV is een mooi voorbeeld van hoe de overheid een gat in de markt opvult. Let wel, ze doet er ook een goede zaak mee, want ze zal haar investering verschillende keren terugverdienen.’
De Keersmaecker: ‘Voor start-ups is geld niet het probleem, denk ik. Het belangrijkste is een goed idee, de juiste mensen, en een grote drive. Als dat plaatje klopt, vind je wel de centen. Het echte probleem is volgens mij dat in ons land ondernemerschap niet wordt aangemoedigd. Wie risico’s neemt en succes boekt, zou op een verhoogje moeten staan. Maar in plaats van respect krijgen geslaagde ondernemers vooral te maken met nijd.’
Wat moet de overheid doen om het voor ICT-ondernemingen in België gemakkelijker te maken?
De Keersmaecker: ‘De hele sociale en fiscale context kan beter. Om investeringen aan te trekken vanuit het buitenland is er rechtszekerheid nodig, en een zekere voorspelbaarheid. Dat is vandaag een probleem. Er is geen stabiel politiek en sociaal klimaat. Bovendien zien we nu veel sociale acties, denk maar aan de stakingen van de afgelopen maanden. Er wordt te veel vastgehouden aan dingen van dertig jaar geleden die nu totaal achterhaald zijn. De wereld verandert, maar wij lopen achter.’
Serruys: ‘De overdreven reglementering vormt vaak een rem op de groei. Denk aan e-commerce, een sector die in België niet zo sterk ontwikkeld is als in Nederland bijvoorbeeld. Een van de belangrijkste redenen daarvoor is de zeer rigide wetgeving op nacht- en ploegenarbeid. Daar komt nu gelukkig eindelijk verandering in.’
Kostenpost
Kan de overheid ook iets doen als afnemer van ICT-producten? Grote investeringen zijn uitgesteld door besparingen. Op Justitie bijvoorbeeld wordt nog altijd met de fax gewerkt…
De Keersmaecker: ‘De reglementering en complexiteit zijn vaak hallucinant. ICT kan zeker helpen om die processen te vereenvoudigen. Het probleem is dat ICT al te vaak als een kostenpost bekeken wordt, maar dat is antiek denken. Dergelijke investeringen zorgen net voor toegevoegde waarde in de dienstverlening aan burgers en bedrijven. Ze kunnen zelfs kostenbesparend zijn. Je hebt er dus meer van nodig, in plaats van er op te besparen.’
Vermeersch: ‘Ik begrijp dat er geen protectionisme mag zijn, maar België is daar toch een stuk naïever in dan veel andere Europese landen. Wij schrikken soms van het protectionisme elders. De Belgische overheid zou meer moeten zoeken naar manieren om lokale bedrijven die lokale werkgelegenheid creëren meer kansen te geven bij opdrachten voor ICT-oplossingen.’
De Keersmaecker: ‘Ik zie nog veel potentieel in de R&D die aan universiteiten gebeurt. Er zou meer aandacht moeten gaan naar het commercialiseren van dat onderzoek in spin-offs.’
Zijn er dan geen signalen van beterschap?
Serruys: ‘Toch wel. We zien dat er sinds 2010 een nieuwe wind blaast die probeert om onze achterstand op de koplopers weg te werken. Er zijn steeds meer investeringen in R&D voor software en engineering bijvoorbeeld, en fiscale maatregelen om de loonkosten te drukken. Daarnaast is het klimaat voor start-ups flink verbeterd, onder meer door de gedeeltelijke vrijstelling van de doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor startende ondernemingen.’
‘Er is niettemin nog veel werk aan de winkel. België is door Europa verplicht om zijn investeringen in ICT in het overheidsapparaat te verdubbelen tegen 2020, wat een hefboom zal betekenen voor dezelfde toename in de privésector. Daarin past bijvoorbeeld ook de digitalisering van de politiediensten die onlangs is aangekondigd.’
‘Er zijn in België gewoon veel te weinig ICT’ers’
‘Ik ben al 33 jaar bezig met ICT, en al die tijd kent België al een schromelijk tekort aan mensen die in deze sector willen werken’, verklaart Marc De Keersmaecker, General Manager van RealDolmen. ‘Elk jaar stromen er net zoveel ICT’ers in als er verdwijnen, waardoor het volume constant blijft. Terwijl de vraag alleen maar groter wordt.’ ‘De zoektocht naar goede mensen is een rode draad door mijn carrière als ondernemer’, zegt Edgard Vermeersch van Itineris. Zijn bedrijf probeerde twee jaar geleden onder meer via een radiocampagne op jongerenzender Studio Brussel ICT’ers te vinden. ‘Er zijn er gewoon te weinig. In andere landen kunnen ICT-bedrijven snel opschalen van tientallen naar honderden werknemers. Dat is in België totaal uitgesloten.’ Hoe komt dat toch? ‘Ik vrees dat mensen een verkeerd beeld hebben van ICT’, verklaart De Keersmaecker.
‘Het is nochtans zo’n boeiende wereld. We hebben meer campagnes nodig die de sector in een zonnig daglicht stellen. Het helpt in de beeldvorming trouwens ook niet dat het vandaag nog een echte mannenwereld is.’ Niet alleen vrouwen, maar jongelui in het algemeen tonen weinig interesse. In Gent bijvoorbeeld, studeren dit jaar maar een zeventigtal studenten informatica af. Dat zijn er minder dan in de richting Wijsbegeerte. ‘Met alle respect voor die filosofen, maar dat is toch hallucinant?’, zucht Vermeersch.
‘De ICT-sector is heel belangrijk voor de economische vooruitgang en onze toekomstige welvaart.’ De CEO’s passen zo goed en kwaad als het kan een mouw aan die schaarste. ‘Wij nemen in België dit jaar 68 informatici aan die van een hogeschool of universiteit komen’, stipt De Keersmaecker aan. ‘Maar we zijn ook gedwongen om oplossingen te zoeken in het buitenland, als we willen blijven groeien. Het is nu eenmaal een vrij arbeidsintensieve sector. Daarom werken we samen met een Portugees, Pools en Oekraïens bedrijf.’ RealDolmen ontloopt daarmee ook de hoge loonkosten in België.
Een Poolse ICT’er kost bijvoorbeeld maar de helft van zijn Belgische tegenhanger. ‘Natuurlijk speelt dat mee’, zegt De Keersmaecker. ‘Daar moeten we niet flauw over doen. Het is ook niet dat ze goedkoper zijn omdat ze minder goed zijn. Dat ballonnetje doorprik ik graag. Die mensen kennen evenveel van ICT als de ICT’ers hier in België.’