Virtual engineering gebruikt of combineert nieuwe technologie, zoals artificiële intelligentie, een digital twin, toegevoegde of virtuele realiteit en IoT. Bedrijven verkleinen zo de ontwikkelingstijd, -kosten en -risico’s van hun producten en processen. Maar kan virtual engineering ook een antwoord bieden op het tekort aan ingenieurs op de arbeidsmarkt? Hebben ondernemingen, dankzij die technologie, straks minder ingenieurs nodig?
Systemen sneller en nauwkeuriger maken, de kostenefficiëntie van fabricageprocessen verbeteren, producten verduurzamen en verschillende toepassingen doen samenwerken: de uitdagingen waar een ingenieur vandaag mee te maken krijgt, worden steeds complexer. Virtual engineering biedt ondernemingen een potentiële oplossing.
Slim algoritme
Het Belgische Diabatix ontwikkelde bijvoorbeeld een slim algoritme dat op klantenmaat ontwerpen creëert voor het koelen van apparatuur. Op basis van een aantal ingevoerde parameters ontwerpt hun door artificiële intelligentie aangedreven software volledig zelfstandig een koelingsdesign, bijvoorbeeld voor de batterij van een elektrisch voertuig, een smartphone, computerprocessor of een productie-installatie.
De gebruiker geeft aan wat hij wil, de software realiseert een ontwerp om dat doel te bereiken. ‘Onze oplossing neemt een aantal taken over van menselijke ingenieurs en voert die sneller en nauwkeuriger uit’, zegt Lieven Vervecken, CEO bij Diabatix. ‘Bekijk het als een slim systeem dat de menselijke capaciteiten op componentniveau van een ontwerp overtreft. Ingenieurs krijgen tijd vrij om op een hoger niveau over het design na te denken.’
Geen moment te vroeg
De virtual-engineeringtechnologie evolueert razendsnel. En dat is niet toevallig. Computers beschikken nu pas over voldoende rekenkracht en databronnen om de ontwikkeling van industriële toepassingen tegen een betaalbare prijs mogelijk te maken, weet Albert van Breemen, die als AI-expert mee aan de wieg stond van het Eindhoven Artificial Intelligence Systems Institute (EAISI).
‘Artificiële intelligentie maakt het werk van ingenieurs makkelijker én complexer’
‘Het enige wat vandaag nog ontbreekt zijn voldoende mensen die het potentieel van virtual engineering inzien én snappen. Dan heb ik het zowel over de ingenieurs die deze toepassingen ontwerpen en gebruiken, als over bedrijven die de technologie inzetten op de werkvloer.’ Er is een betere brug nodig tussen de vakgebieden van datawetenschappers en ingenieurs om dit op te lossen, meent Albert van Breemen.
‘Ingenieurs die vandaag op de arbeidsmarkt komen, zijn nog altijd opgeleid via klassieke technieken. Ze missen voldoende kennis over AI. Aan de andere kant: AI-experts zijn getraind in wiskunde en informatica, maar missen kennis over mechanica, elektrotechniek enzovoort. We hebben dus meer verbindingen nodig tussen de competenties en kennis van AI-specialisten én ingenieurs.’
Meer of minder ingenieurs?
Krijgen ondernemingen met virtual engineering ook een extra strijdmiddel om de ingenieurskrapte op de arbeidsmarkt te bekampen? Lieven Vervecken meent van wel. ‘Almaar meer bedrijven worden gedwongen om ingenieurstaken uit te besteden. Omdat ze intern in sommige domeinen over te weinig gespecialiseerde kennis beschikken. Maar ook omdat ze door de oorlog om talent vaak zélf onvoldoende ingenieurs vinden. Virtual engineering kan dit probleem aanpakken.’
‘Almaar meer bedrijven worden gedwongen om ingenieurstaken uit te besteden’
Maar Albert van Breemen denkt net het tegenovergestelde. Volgens hem helpt virtual engineering wél om de krapte aan te pakken bij ingenieurs die routinematig inspectiewerk verrichten, zoals het handmatig controleren van hightech onderdelen. Die taken kunnen deels of volledig geautomatiseerd worden. Maar bij het ontwerpen van systemen en oplossingen ziet hij virtual engineering vooral als een ondersteunende tool. ‘Virtual engineering zal de komende jaren zelfs een nieuwe krapte op de arbeidsmarkt veroorzaken’, meent hij, ‘van ingenieurs die met AI-algoritmes kunnen omgaan in hun vakgebied.’
Vervecken kan die redenering volgen, maar nuanceert. ‘Om virtual-engineeringtoepassingen te ontwikkelen, uit te testen en te controleren heb je inderdaad gespecialiseerde AI-ingenieurs nodig. Maar we houden onze toepassing voor de gebruikers/ingenieurs doelbewust zo laagdrempelig en gebruiksvriendelijk mogelijk: iedereen met een technische basisopleiding kan ermee werken. In die zin zorgt virtual engineering er mee voor dat bedrijven straks minder specialisten nodig hebben. Zeker omdat je een AI-oplossing specifiek in één nichegebied kunt trainen om almaar slimmer te worden. Wel zullen specialisten kunnen helpen bij het interpreteren en eventueel bijsturen van ontwerpen die door de computer gegenereerd werden.’
De toekomst
Er zijn nieuwe ingenieursopleidingen nodig die beantwoorden aan de hedendaagse noden van de arbeidsmarkt, concludeert Albert van Breemen. ‘Opleidingen die de missing link vormen tussen AI- en ingenieurskennis, en die focussen op de competenties van de toekomst. Dat is meteen de reden waarom de universiteit van Eindhoven volgend academiejaar start met twee masteropleidingen rond engineering en AI. Die twee groeien de komende jaren steeds dichter naar elkaar toe.’
Lieven Vervecken voorspelt voor de nabije toekomst een explosie aan virtual-engineeringtoepassingen. ‘Ondernemingen zullen ze niet alleen nodig hebben om hun menselijk capaciteitsprobleem aan te pakken, maar ook om hun concurrentiekracht te vergroten.’ Dat geldt dubbel zo fel voor hightechbedrijven waarbij innovatie en snelheid primeren.
Ooit komt er misschien een tijd waarin ingenieurs vooral nodig zullen zijn om die slimme oplossingen te ontwikkelen en te controleren, en algoritmes de rest van de ingenieurstaken overnemen. Best mogelijk, besluit Lieven Vervecken. ‘Dat is de robotisering van de ingenieursindustrie. En die is nog maar net gestart.’