Technologie beheerst meer dan ooit alle uitdagingen waarvoor we als maatschappij staan. Veel te zelden geven ingenieurs hun kijk op de zaak. Nochtans kunnen zij creatieve en realistische oplossingen aanreiken, zeggen de ingenieurs Nancy Vercammen (ie-net) en Markus Berger (Elia), en Stefaan Caenepeel, decaan van de faculteit ingenieurswetenschappen aan de VUB.
Ingenieurs rond de tafel
- Nancy Vercammen is industrieel ingenieur landbouw-voeding en algemeen directeur van de ingenieursvereniging ie-net. Ze vulde haar ingenieursstudies aan met een extra opleiding communicatie.
- Markus Berger is afgestudeerd als burgerlijk ingenieur elektromechanica aan de ULB. Sinds zijn studies werkt hij in de energiesector. Bij Elia is hij als Chief Officer Infrastructure verantwoordelijk voor de investeringen van de Elia Groep. Daarnaast is hij Voorzitter van de Raad van Bestuur van Elia Grid International.
- Stefaan Caenepeel is geen ingenieur. De wiskundige en fysicus werkt al zijn volledige academische carrière aan de faculteit ingenieurswetenschappen van de VUB. Hij is er decaan.
Ingenieur is een diploma met toekomst. Er ligt genoeg werk op de plank als je nieuwsgierig bent van aard en altijd oplossingen wil aanreiken. Stefaan Caenepeel legt meteen een maatschappelijk brugje naar de studie ingenieurswetenschappen. ‘Toen ik begon als assistent was de opleiding burgerlijk ingenieur uitsluitend academisch. De eerste twee jaar kreeg je de basiswetenschappen wiskunde, fysica, scheikunde en informatica, en nadien moest je specialiseren. Vanaf het jaar 2000 kwamen we op een kantelpunt: plots was er meer aandacht voor soft skills, talenkennis, economie, ethiek, ... Nu nog hameren de visitatiecommissies voortdurend op zulke vaardigheden.’
Beantwoordt die evolutie aan de noden van de bedrijfswereld?
Markus Berger (Elia): ‘Als het gaat over ingenieurs, hebben we als onderneming uiteraard experts nodig. Mensen die houden van techniek en het ontwikkelen ervan, maar ook medewerkers die breder, conceptueel, kunnen denken. Soft skills kan je moeilijk aanleren, vind ik. Je kan wel communicatievaardigheden leren, maar IQ en EQ... die heb je, of heb je niet. Je kan mensen leren managen, maar in een stresssituatie val je terug op natuurlijke reflexen.’
Nancy Vercammen (ie-net): ‘Het is een misverstand dat er een apart vak moet zijn voor al die vaardigheden. Dat gaat niet. Je kan ze wel integreren. Mijn zoon, die het eerste jaar burgerlijk ingenieur volgt, krijgt het vak ingenieursprojecten. Studenten moeten daar samenwerken, hun werk presenteren, rapporteren, ... Op de middelbare school moet je voortdurend presentaties maken. Dat mag niet stoppen aan de universiteit.’
Markus Berger: ‘Ingenieursstudies zijn niet eenvoudig. Veel studenten denken dat ze er zijn zodra ze hun diploma op zak hebben, maar dat klopt niet. Je hebt tijdens je studies leren leren en je hebt een degelijke basis gekregen. Maar het is belangrijk nieuwsgierig te blijven. Als die drie elementen samenkomen, dan pas ben je vertrokken.’
Welke mogelijkheden ziet u om de ingenieursopleiding te verbeteren?
Markus Berger: ‘Er moet nog meer interactie met de industrie. Ik heb het niet over spin-offs, maar over het inzicht hoe de theorie in de praktijk verloopt. Studenten kunnen dan leren wat het beroep inhoudt.’
Nancy Vercammen: ‘Dat beantwoordt aan een bestaande behoefte, leren we uit onze bevragingen. Ingenieurs vragen naar de inhoud van het beroep. Studenten kiezen vaak voor een ingenieursopleiding omdat ze voeling hebben met techniek en gepassioneerd zijn door technische vakken, maar één op vier komt in een baan terecht die niet overeenstemt met zijn verwachtingen. Ingenieur is een diploma, geen beroep. Het is een titel die je krijgt en die je toegang geeft tot een brede waaier aan beroepsmogelijkheden.’
Aan alle grote maatschappelijke uitdagingen is een technische component verbonden. Je kan er niet buiten dat ingenieurs een belangrijke rol spelen.
Hoe zou u de samenwerking tussen bedrijven en universiteiten vormgeven?
Stefaan Caenepeel: ‘Wij nemen initiatieven. Sinds vijf jaar hebben wij bijvoorbeeld het concept van fellows – in elke faculteit, overigens. Dat zijn vaak alumni die in het bedrijfsleven een bepaalde positie verwierven en enkele keren per jaar samenkomen om input te geven voor de programma's. Dikwijls geven zij ook gastcolleges.’
Markus Berger: ‘Het kan ook verder gaan. Neem nu Duitsland, waar bedrijven veel meer opdrachten geven aan universiteiten dan bij ons. In plaats van een consultancybureau in te schakelen, trekken ze voor studies, analyses, enzovoort naar de universiteit. In Frankrijk zijn er aan de universiteiten meer en meer personen uit de industrie die cursus geven. Zo begrijpen de studenten ook beter wat de praktische kant van de job inhoudt. Het gebeurt hier wel – ik geef zelf les aan de KU Leuven – maar we kunnen daarin nog veel verder gaan.’
Ingenieur is een diploma, geen beroep. Het is een titel die je krijgt en die je toegang geeft tot een brede waaier aan beroepsmogelijkheden.
Het is de taak van een ingenieur om visionair te zijn. Om de toekomst te verbeelden en om haar te realiseren?
Stefaan Caenepeel: ‘Ik denk het wel. Het kan ook niet anders. Aan alle grote maatschappelijke uitdagingen is een technische component verbonden. Je kan er niet buiten dat ingenieurs een belangrijke rol blijven spelen. Dromen mag, ook als ingenieur. Op initiatief van professor Hugo Thienpont hebben wij een paar jaar geleden een eredoctoraat uitgereikt aan Sir Patrick Stewart, een van de hoofdrolspelers in de televisiereeks Star Trek, omdat die reeks je doet dromen over de toekomst. Ik heb een jongere collega die droomt van en werkt aan elektrische vliegtuigen.’
Markus Berger: ‘Neem nu de wereld van de energie, die is in volle evolutie. Hoe zien die metiers er morgen uit? Dat is een vraagteken, maar je moet je wel voorbereiden. En dat is onmogelijk als je het conceptuele niet in je hebt. De basisopleiding moet blijven bestaan zoals ze is. Als de interactie tussen bedrijf en universiteit versterkt, kan die integratie alleen maar vlotter verlopen.’
Veel studenten denken dat ze er zijn zodra ze hun diploma op zak hebben, maar dat klopt niet. Het is belangrijk nieuwsgierig te blijven.
Ingenieurs tekenen de toekomst van bedrijven mee uit. Tegelijk zien we minder ingenieurs die maatschappelijk de lijnen uitzetten in het parlement of op het publieke forum. Moeten we ons daarover zorgen maken?
Nancy Vercammen: ‘Wij zien heel wat ingenieurs die hun bedenkingen hebben bij beslissingen. Daarom zijn we eind 2016 samen met politici gestart met onze 'ingenieursdebatten' over maatschappelijke thema's. We willen voornamelijk het signaal geven aan onze stakeholders dat ingenieurs een belangrijk verhaal te vertellen hebben. We hebben inderdaad het gevoel dat het debat te veel overheerst wordt door economen en juristen, en minder door ingenieurs. Een ingenieur heeft zijn eigen kijk. Is een voorstel technologisch haalbaar? Wat zijn de gevolgen? We vinden het belangrijk om de politiek daarop af en toe attent te maken.’