De veranderende mobiliteit heeft gevolgen voor de jobinhoud van fleet managers. “Onze taken en verantwoordelijkheden zijn sterk uitgebreid”, klinkt het. “Op pakweg drie jaar tijd kreeg onze functie een compleet nieuwe invulling.”
Anno 2023 is een fleet manager verantwoordelijk voor alles wat te maken heeft met de mobiliteit binnen zijn of haar organisatie. En dat begrip is erg ruim. Bestond een bedrijfsvloot vroeger enkel uit auto’s en een handvol tankkaarten, dan komt daar vandaag veel meer bij kijken. Door de elektrificatie van het wagenpark krijgt de fleet manager bijkomende verantwoordelijkheden. Denk aan de laadinfrastructuur in het bedrijf en bij de werknemers thuis, laadpassen, terugbetaling van de laadstroom, en de wagenkeuze in functie van de ruimte en het rijbereik.
“In het verleden werd onze functie vaak ondergewaardeerd”, zegt Britt De Winter, manager fleet services bij de externe wagenparkbeheerder MobilityPower. “Door de opmars van de elektrische wagen en van de talrijke mobiliteitsalternatieven is het takenpakket van fleet managers sterk geëvolueerd. Zoals iedereen – bedrijven, leasemaatschappijen en werknemers – moeten we ons aanpassen aan de veranderende wereld.”
“Fleet managers worden inderdaad steeds meer change managers”, bevestigt Kristof, de vlootbeheerder van een groot marketingbureau. “Mobiliteit is in volle transitie. Op pakweg drie jaar tijd kreeg onze functie een compleet nieuwe invulling. Dat komt niet alleen doordat de elektrificatie van het wagenpark definitief is ingezet, maar ook door de invoering van mobiliteitsbudgetten en cafetariaplannen. Die maken de bedrijfswagen voor meer werknemers in de organisatie beschikbaar.”
Vernieuwende mobiliteitsoplossingen
Binnen zo’n mobiliteitsbudget of cafetariaplan kunnen medewerkers in ruil voor een stuk brutosalaris opteren voor een bedrijfsfiets. “Het feit dat elke onderneming in ons land vanaf 1 mei 2023 verplicht is om werknemers die met de fiets naar het werk komen hiervoor te vergoeden, kan die trend nog versterken”, meent Sam Lauwers, fleet manager van Mediafin. “Al hangt het succes ervan uiteraard af van de locatie. Bovendien houden pendelaars vaak vast aan een bedrijfswagen, die hen door weer en wind ter plaatse brengt.”
Het spreekt voor zich dat de ruimere mobiliteitsmix de fleet manager meer taken, verantwoordelijkheden en administratie bezorgt. ”Maar dat hoort er nu eenmaal bij”, relativeert De Winter. “We evolueerden van een situatie waarin de auto centraal stond naar een markt waarin de werknemer en zijn behoeften vooropstaan. Het is de taak van de vlootbeheerder om vernieuwende mobiliteitsoplossingen op de werkvloer te implementeren, die passen binnen de ambities van de organisatie.”
Het is de taak van de vlootbeheerder om vernieuwende mobiliteitsoplossingen op de werkvloer te implementeren, die passen binnen de ambities van de organisatie.
Twaalf tot vijftien maanden
Ook corona en de nasleep - denk aan de ernstige tekorten aan auto-onderdelen - heeft het de fleet manager niet makkelijk gemaakt. “Vóór de pandemie bedroeg de gangbare levertermijn zes tot negen maanden”, illustreert Lauwers. “Vandaag moeten we voor de populaire Duitse merken rekening houden met twaalf tot vijftien maanden. Dit dwingt ons om de huidige leasingcontracten - doorgaans afgesloten voor 48 maanden - langer te laten doorlopen. Daar komt dan ook de verplichte technische keuring na vier jaar bij.”
En dan is er natuurlijk nog de autofiscaliteit. De kennis en opvolging van de vaak veranderende wetgeving is voor veel vlootbeheerders een harde noot. “De regelgeving was de afgelopen jaren allerminst standvastig”, stelt fleet manager Kristof. “Maar wat mij betreft is het nu wel duidelijk waar de overheid naartoe wil inzake mobiliteit. Er is een helder fiscaal plan, waardoor bedrijven weten waaraan ze zich mogen verwachten.”
De overgang naar elektromobiliteit maakt het fleet managers ook moeilijker om een uitgebreid scala aan bedrijfswagens samen te stellen. Dat bevestigt Sam Lauwers van Mediafin: “Het elektrische aanbod is nog altijd beperkter dan dat van de klassieke voertuigen. Bovendien is het duurder, ondanks de gunstigere fiscaliteit. Werknemers moeten hierdoor vaak een stap terugzetten en een wagen uit een lager segment kiezen. Anderzijds zijn de nieuwe modellen doorgaans goed uitgerust. Kortom: less is more.”