Toen AMGEN in 1980 werd opgericht in de VS, was biotechnologie nog pionierswerk. Vandaag produceert de biotechreus 17 geneesmiddelen voor verschillende therapeutische gebieden. Zijn onafhankelijke koers is het bedrijf in al die jaren nooit verloren.
‘Vandaag is biotechnologie goed ingeburgerd, maar vroeger domineerde de traditionele chemie de geneesmiddelenontwikkeling’, zegt Corinne Blachier-Poisson, algemeen directeur van AMGEN Belux. ‘We zijn er echter altijd van overtuigd geweest dat de sleutel tot genezing verborgen ligt in onze eigen biologie.’
AMGEN richtte zich bij zijn start vooral op de behandeling van nierziekten en de oncologische zorg. Daarna breidde het zijn portfolio uit naar hematologie, botziekten,hart- en vaatziekten en inflammatie. Vandaag heeft de biotechreus een omzet van 23 miljard dollar, is het bedrijf aanwezig in ongeveer 100 landen en stelt het meer dan 20.000 mensen tewerk. Opvallend is dat het deze resultaten behaalt met ‘slechts’ 17 producten, waarvan er 14 in Europa gecommercialiseerd worden.
‘We focussen heel bewust op een klein aantal zeer innovatieve producten’, zegt Corinne Blachier-Poisson. ‘We willen het leven van patiënten verbeteren, maar ook dat van artsen vergemakkelijken. Ons portfolio bevat geen me too-producten die het werk van concurrenten nabootsen met als enig doel een stuk van de markt te veroveren. Wij doen ons onderzoek zelf. Dat heeft ons onder andere behandelingen tegen osteoporose en een te hoge cholesterol opgeleverd. Vandaag bevinden er zich 33 geneesmiddelen van AMGEN in de fases 1 tot 3 van de klinische studies die nodig zijn om een medicijn op de markt te brengen.’
Voor één van onze geneesmiddelen betalen wij de behandeling in plaats van het RIZIV als het medicijn niet aanslaat bij de patiënt.
Biosimilars
In tegenstelling tot chemische geneesmiddelen kunnen biotechmedicijnen overigens niet zomaar gekopieerd worden. ‘Als het octrooi van een chemisch geneesmiddel afloopt, verschijnen er vaak identieke generische producten op de markt. De biotech werkt met levende organismen: eiwitten, gisten, celculturen. Die kunnen nooit identiek gereproduceerd worden. Daarvoor is hun structuur te complex’, legt Corinne Blachier-Poisson uit.
Wanneer het octrooi van een biologisch geneesmiddel verloopt, mogen farmaceutische bedrijven hun eigen versie op de markt brengen. Dat heet een ‘biosimilar’. ‘Het is dan kwestie van zo dicht mogelijk bij het oorspronkelijke geneesmiddel te komen’, aldus Corinne Blachier-Poisson.
Voor het op de markt brengen van biosimilars legt het EMA hogere eisen op dan voor generische geneesmiddelen. Biosimilars moeten, in tegenstelling tot generische geneesmiddelen, ook getest worden op mensen. De kwaliteit en het productieproces van biosimilars moeten bovendien aan dezelfde eisen voldoen als die van het orgineel biotechproduct. AMGEN ontwikkelt vandaag verschillende biosimilars voor de ziektegebieden waarin het actief is.
Pay for Performance
AMGEN innoveert niet alleen met zijn geneesmiddelen, maar ook in de manier waarop het die op de markt brengt. Het bedrijf sloot onlangs voor één van zijn geneesmiddellen een ‘Pay for Performance’-overeenkomst af met het RIZIV. ‘Daarin staat dat het RIZIV het geneesmiddel enkel terugbetaalt aan patiënten bij wie de behandeling resultaat oplevert. Slaat ons geneesmiddel niet aan, dan betalen wij de behandeling terug. We doen dit om innovatieve geneesmiddelen beschikbaar te houden voor de patiënt zonder dat het zorgbudget ontspoort. We zijn in verschillende opzichten geen klassieke geneesmiddelenproducent’, besluit Corinne Blachier-Poisson. ‘AMGEN is altijd een onafhankelijk biotechbedrijf geweest, en daar zijn we trots op.’