Wie denkt aan IT-systemen bij grote bedrijven, denkt niet meteen aan energiebesparingen en een verlaging van de CO2-voetafdruk. Toch slaagt AXA er net in dat departement in, om grote stappen te zetten op vlak van duurzaamheid. ‘We stellen alles kritisch in vraag. Van de levensduur van onze laptops tot de programmeertaal die we gebruiken om een app te ontwikkelen’, zeggen Eric Goethals en Nicolas Primen.
‘Vijf jaar geleden nam de AXA-groep het initiatief voor dit alles’, vertelt Eric Goethals, sponsor van de digitale duurzaamheid bij AXA.
‘De onderliggende gedachte is dat AXA haar verantwoordelijkheid wil opnemen binnen de maatschappij, onder meer op vlak van klimaat. Wij hebben toen ook voor België een initiatief opgestart. Een werk van lange adem, want het is lang niet evident om goed in kaart te brengen wat de klimaatafdruk is van al onze systemen en processen.
81 procent van de energie die een toestel gebruikt, komt van de productie van dat toestel.
Dat betekent echter niet dat AXA nog steeds in de studiefase zit. In die vijf jaar zijn al heel wat concrete stappen gezet. ‘De eerste werf was ons hele toestellenpark’, legt Nicolas Primen uit. Hij is de projectleider van de werkgroep, en dus verantwoordelijk voor de concrete implementatie van alle initiatieven.
Andere mentaliteit
‘Alles bij elkaar hebben wij zowat 3.500 laptops in gebruik. Door dat park slimmer te gaan beheren, kunnen we het totale volume van apparaten terugbrengen. Je moet weten dat 81 procent van de energie die een toestel gebruikt naar de productie ervan gaat. Simpelweg het aantal nieuwe toestellen verlagen, betekent dus al een belangrijke energiebesparing. Dat bekomen we door de levensduur van bijvoorbeeld laptops te verlengen van 3 naar 5 jaar. Elke verlenging van de levensduur met 6 maanden bespaart het uitstootequivalent van 100.000 kilometer autorijden.’
Op dit moment is het een win-winsituatie: een ecologische besparing komt ook neer op een financiële besparing.
Aanvaarden werknemers dan dat ze langer moeten wachten op een nieuw toestel, of bij hun start een tweedehandstoestel krijgen? ‘Alles hangt samen met een mentaliteitswijziging’, knikt Goethals. ‘Als we onze mensen uitleggen waarom we dit doen – niet om kosten te besparen maar om onze processen duurzamer te maken – merken we dat ze dit zonder problemen aanvaarden. En ja, op dit moment is het een win-winsituatie: een ecologische besparing komt ook neer op een financiële besparing.’
Primen beaamt: ‘De mentaliteit binnen AXA is echt gewijzigd. Mensen verwachten niet zomaar een nieuw toestel meer. En dat merk je aan allerlei zaken. Zo hebben wij in de afgelopen 3 jaar geen enkel nieuw beeldscherm meer aangeschaft.’
Ecodesign
Maar Goethals en Primen willen niet op hun lauweren rusten. De volgende mijlpaal is die mentaliteitswijziging nog dieper doen doordringen in de groep. Dat willen ze doen met wat ze ‘ecodesign’ noemen.
‘Dit concept is recent ingevoerd’, legt Primen uit. ‘We zijn volop aan het leren van de groep en identificeren de best practices.’ Ecodesign betekent het optimaliseren van producten en diensten gedurende hun levenscyclus met het oog op hun ecologische impact.
‘In zekere zin is het principe om zo’n oefening te doen vanuit een kostenlogica al een vorm van ecodesign. Maar dat willen we nu nog intensiever en doelgerichter doen. Dat kan heel wat vormen aannemen. Zo stellen we de functionaliteiten van elke applicatie vanuit dat principe in vraag.’
Overbodige functies
‘We zien historisch dat ongeveer 20 procent van de functionaliteiten van een applicatie wel wordt ontwikkeld, maar nooit wordt gebruikt. Andere apps zijn ontwikkeld om voortdurend realtime data weer te geven, terwijl het soms volstaat om met een enkele refresh per dag te werken. Het gaat zelfs zo ver dat we kritisch kijken naar welke code wordt gebruikt: de ene programmeertaal is energie-intensiever dan de andere.’
‘Het komt er finaal op neer dat we voortdurend de juiste vragen moeten stellen’, concludeert Goethals. ‘Zowel bij het ontwikkelen of herontwikkelen van toepassingen als tijdens het gebruik ervan.’