In België beweegt er wat op het vlak van AI. Gent profileert zich als een AI-hotspot, enkele start-ups tonen veelbelovende toepassingen, en traditionele spelers doen inspanningen om zichzelf heruit te vinden. Maar we staan aan het begin van een lange reis en de wedloop is meedogenloos. Met hyperscalers (grote datacenters die enorme rekenkracht leveren) die miljarden kunnen investeren en een snel evoluerend landschap, vraagt technologie-expert en investeerder Peter Hinssen zich af: hoe blijft België relevant in de AI-race?
Hoe staat België ervoor op het gebied van AI?
‘We doen het niet slecht. Gent is een mooi voorbeeld, met de AI-community die zich rond het Wintercircus ontwikkelt. Maar laten we eerlijk zijn: AI is een globaal fenomeen. De kans dat België een concurrent voor OpenAI voortbrengt, is klein. Wat we wél kunnen doen, is AI toepassen in domeinen waarin we sterk staan, zoals landbouw, gezondheidszorg, logistiek en mobiliteit. Daar liggen nog grote kansen.’
Welke bedrijven of initiatieven inspireren u?
‘Er zijn veel inspirerende bedrijven, zowel start-ups als wat ik ‘feniksen’ noem: traditionele bedrijven die zichzelf heruitvinden. Polysense bijvoorbeeld, een Gentse start-up, werkt onder andere aan AI-oplossingen om voedselverliezen in de industrie te beperken. Het is een prachtig voorbeeld van hoe AI kan bijdragen aan zowel (kosten)efficiëntie als duurzaamheid.’
‘Daarnaast is er Perlego (Peter Hinssen is mede-investeerder in zowel Polysense als Perlego, nvdr.), dat je als een Spotify voor studieboeken kunt zien. Voor een vast bedrag per maand krijg je toegang tot een enorme collectie academische publicaties. Bovendien maakt AI het mogelijk om studenten bijna persoonlijk door de jungle van studiemateriaal te begeleiden. Maar ook traditionele bedrijven zoals Belfius en KBC springen eruit. Ze integreren AI in hun toepassingen om hun diensten slimmer en gebruiksvriendelijker te maken.’
AI is een domein dat nog fluïde en fragiel is en dat zich constant heruitvindt. Het is geen goed idee om daar nu al rigide richtlijnen en regels voor op te stellen.
Naast de voortrekkers, hoever staat de adoptie van AI bij 'doorsnee' Belgische bedrijven?
‘De bewustwording groeit, maar er is nog koudwatervrees. Veel bedrijven experimenteren al, bijvoorbeeld door Microsoft Copilot te installeren. Dat is een goede eerste stap, maar het echte potentieel realiseer je pas als AI volledig wordt ingebed in de processen.’
‘Een van de grote struikelblokken voor bedrijven die AI willen inzetten, is het omgaan met ongestructureerde data en content. Aan de contentkant is de afgelopen twee jaar een revolutie ontstaan dankzij generatieve AI. Het potentieel is enorm, maar je haalt er niet zomaar de voordelen uit. Bedrijven moeten deze technologieën echt integreren met hun eigen contentarchitectuur en unieke signatuur. Daar zijn de meeste organisaties vandaag nog niet klaar voor.’
‘Het heeft ons 15 tot 20 jaar gekost om gestructureerde data enigszins op orde te krijgen. Nu merk ik dat bedrijfsleiders plotseling verwachten dat ongestructureerde content vanzelf resultaten oplevert dankzij generatieve AI. Dat is een illusie.’
‘Er is een enorme inhaalslag nodig op het gebied van wat ik content science noemt, een equivalent van data science. We moeten leren omgaan met ongestructureerde gegevens en die waardevol maken. Dit vereist tijd, middelen en strategie, want AI alleen is geen toverstaf.’
Europa lijkt voor te lopen op het regelgevende kader. Is dat een goede zaak?
‘Ik ben geen grote fan van wat er vandaag gebeurt. AI is een domein dat nog fluïde en fragiel is en dat zich constant heruitvindt. Het is geen goed idee om daar nu al rigide richtlijnen en regels voor op te stellen. Het gevaar is dat we een keurslijf creëren waarin bedrijven meer hinder ondervinden dan voordeel.’
Vorige week stapte ik in New York en in Hongkong het vliegtuig op met gezichtsherkenning. Efficiënt en eenvoudig. In Europa mag dat niet, en daarmee schieten we onszelf in de voet.
‘Een voorbeeld? Vorige week stapte ik in New York en in Hongkong het vliegtuig op met gezichtsherkenning. Efficiënt en eenvoudig. In Europa mag dat niet, en daarmee schieten we onszelf in de voet. Door dit soort beperkingen maken we Europa minder aantrekkelijk voor bedrijven en onderzoek rond AI. Als het moeilijker wordt om hier te doen wat nodig is, zullen bedrijven andere bestemmingen kiezen. We hebben in Europa net alle innovatie nodig die we kunnen krijgen om te overleven in een heel competitieve wereld.’
‘Ik zie wat dit betreft parallellen tussen de AI-regelgeving en de invoering van de GDPR (General Data Protection Regulation). Het idee achter de GDPR was nobel: de privacy van gebruikers beter beschermen. Maar de realiteit is dat bedrijven hier enorme hoeveelheden tijd, geld en energie in hebben gestoken, met twijfelachtig resultaat. We klikken nu vaker op consent forms (zoals online cookie consents, red.) dan ooit tevoren, terwijl spam en andere problemen nauwelijks zijn afgenomen.’
Hoe kijkt u naar de financiering van Belgische AI-start-ups?
‘Er is een duidelijke hype rond AI, maar dat is een internationaal gegeven. Start-ups halen momenteel makkelijk geld op. De echte uitdaging ligt echter in het opschalen. Veel kleine spelers zullen hun groeispurt niet overleven. De technologie-adaptatiecurve is een S-beweging. In het begin overhypen we, investeren we bakken geld, en vervolgens worden we teleurgesteld. Op middellange termijn blijven slechts enkelen overeind.’
‘We hebben bedrijven nodig die verder kijken dan de kerktoren en een globale aanwezigheid kunnen opbouwen. De grootste uitdaging is dat we bij ons geen hyperscalers hebben. In de VS en Azië investeren techgiganten tonnen geld in datacenters; Microsoft momenteel één miljard dollar per week. Die infrastructuur is cruciaal voor AI, en zonder dat blijven we achter. Het is een wapenwedloop waarin wij nauwelijks meedoen. Dat is een hypotheek op onze toekomst.’