Het nieuwe gratis
BNP Paribas komt terug op zijn beslissing om de gegevens van klanten door te verkopen. Die duidelijkheid is goed nieuws, maar het debat over privacy is nog maar begonnen.
Als je iets gratis krijgt, ben je niet de klant maar het product. Die boutade werd lang geleden gebruikt voor commerciële radio’s, die de aandacht van hun luisteraars doorverkopen aan adverteerders. Maar nu technologie zo krachtig is dat big data makkelijk te beheren zijn, geldt ze meer dan ooit voor de hele consumentenmarkt.
Dat BNP Paribas zijn beslissing intrekt om zijn klantengegevens te verkopen is daarom geen anekdote in de stroom bedrijfsnieuws. Het is een belangrijke discussie voor deze tijd. Hele sectoren draaien op data. Amazon weet wat je koopt. Facebook weet wie je vrienden zijn en waarover je het met hen hebt. Google weet wat je zoekt. Alle drie gebruiken ze die informatie om winst te maken. De dienst is gratis, maar je betaalt door data over jezelf aan te leveren.
De nieuwe technologie creëert een nieuwe breuklijn.
Daar stopt het niet. Apple en Google weten via gpssystemen op gsm’s en iPads waar je bent, welke weg je elke dag neemt, wanneer je doorgaans wakker wordt en je telefoon aanzet en wanneer je gaat slapen en je smartphone uitzet. De nieuwste trend is medische informatie: met de iPhone in je hand of de iWatch rond je pols neem je je bloeddruk. Wat banken doen, past in dezelfde filosofie: ze weten wie je bent en willen die informatie gebruiken.
De nieuwe mogelijkheden leiden tot nieuwe discussies. Dat meer data voorhanden zijn, biedt ongeziene kansen. Wie elke weekdag op hetzelfde tijdstip dezelfde weg in Brussel aflegt, kan op zijn telefoon de melding krijgen dat de tunnels dicht zijn. Persoonlijke informatie van weggebruikers biedt via TomTom nu al betere file-informatie dan degene die de overheid aanbiedt. En als je telefoon je waarschuwt dat je bloeddruk in de gevarenzone komt, kan je daar alleen maar je voordeel mee doen.
Maar er is dus ook die immense keerzijde, waar BNP Paribas en in Nederland ook ING op botsten: privacy. Banken weten veel over een mens: hoeveel hij verdient, waaraan hij zijn geld spendeert, hoeveel schulden hij heeft, of hij maandelijks alimentatiegeld betaalt. De informatie die BNP Paribas wilde doorverkopen, sloeg niet op die dingen. Maar de reden waarom velen ongerust werden, is duidelijk.
Nieuwe technologie creëert zo een nieuwe breuklijn. Als socialist kan je blij zijn met de medische efficiëntie die de sociale zekerheid dankzij big data kan boeken, maar je kan ook ongerust zijn dat die data bij privébedrijven zit. Als liberaal kan je enthousiast zijn over de technologische mogelijkheden, maar je kan ongerust zijn over hoe velen uit onwetendheid vrijwillig hun privacy opgeven.
Het debat is moeilijk. Maar een eerste stap is dat die onwetendheid stopt en dat meer mensen zich bewust worden van privacykwesties. Een tweede, even belangrijke stap is dat iedereen het recht krijgt om te weigeren dat zijn persoonlijke data worden gebruikt of doorverkocht, desnoods in ruil voor een iets duurdere dienstverlening. Zodat je minstens opnieuw kan kiezen niet het product maar de klant te zijn.
Meest gelezen
- 1 Ghelamco-eigenaar Paul Gheysens verkoopt duurste penthouse van België
- 2 Vlamingen met buitenlands vastgoed verliezen voordeel bij aankoop gezinswoning
- 3 Vlaamse regering bikkelt over vermogenstoets voor renovatiepremies
- 4 Van 365-yoghurt tot Cara Pils: huismerken als geheim wapen van de supermarkten
- 5 Trump wil nu bondgenote Pam Bondi op Justitie