Reizen zonder zorgen over boekingen en reservaties, een dagje blijven hangen waar het leuker is dan verwacht, of andere oorden opzoeken als het weer tegenzit… Een kampeerwagen - motorhome, zwerfwagen, camper, mobilhome… hoe u hem ook noemen wilt - biedt de vrijheid van kamperen zonder het geklooi met tentstokken of gehurkt koken in een gevecht met de wind. Maar wel een stevige hap duurder dan een tentje, natuurlijk.
Voor we u door alle kosten loodsen, een belangrijke vraag: hebt u al eens met een mobilhome gereisd? Zo niet, trek dan minstens één keer het budget uit om er een te huren voor een weekend (en liefst langer). Zelfs voor wie af en toe met een caravan op weg gaat, is het nog een heel andere ervaring om met een echt ‘huisje op wielen’ te reizen. Het zou zonde zijn te moeten vaststellen dat het helemaal niet uw ding is. Wilt u uw ‘miskoop’ weer doorverkopen, dan zult u altijd een verlies moeten slikken.
In het laagseizoen betaalt u 500 tot 600 euro per week voor een mobilhome waarin u met vier personen kunt reizen, in het tussenseizoen (mei, juni of september) veeleer 700 à 800 euro en in het hoogseizoen zelfs 1.200 à 1.400 euro per week. Bij het begin en aan het einde van de zomervakantie liggen de prijzen wat lager.
40.000 tot 120.000 euro
Geproefd van de vrijheid van het reizen met een mobilhome en helemaal verkocht? Dan helpen we u graag de rekening te maken of het de moeite loont een eigen wagen te kopen in plaats van te (blijven) huren.
Om te beginnen is er uiteraard de aankoop zelf. Grosso modo zijn er vier categorieën kampeerwagens. De kleinste modellen, maatje bestelwagen en bestemd voor twee personen, worden ‘van’ genoemd. U kunt er een nieuwe kopen vanaf 40.000 euro. De startprijzen voor de zogeheten ‘alkoof’-modellen, waarbij de cabine van een bestelwagen nog duidelijk herkenbaar is met daarboven een ruimte waarin een bed zit, liggen maar 3.000 euro hoger. Een klein prijsverschil, en u hebt meteen een ruimere wagen waarmee u met vier op reis kunt.
‘Toch kan een van interessant zijn voor wie slechts met tweeën reist’, zegt Guy Schoeters, ervaringsdeskundige en consulent bij de kampeerdersvereniging Pasar (het vroegere ‘Vakantiegenoegens’). ‘Met een van is je bewegingsvrijheid minder beperkt dan met zo’n grote wagen. Je kan zelfs overwegen je gewone personenwagen van de hand te doen en je thuis ook met je van te verplaatsen.’
Het duurst zijn de gestroomlijnde ‘integraalmodellen’, waarbij de cabine helemaal geïntegreerd is in het koetswerk - de ‘bussen’ onder de mobilhomes. Daar hangt een prijskaartje aan vast van 55.000 euro. Tussen alkoof en integraal, zowel qua prijs als qua vorm, zitten de ‘semi-integraal-’ of ‘geprofileerde modellen’.
Let wel, dat zijn startprijzen. ‘Elke wagen heeft alles aan boord om er zo mee op reis te kunnen’, verduidelijkt Diederik De Waele van de speciaalzaak Vanomobil. ‘De meeste klanten voegen echter een paar accessoires toe, bijvoorbeeld een luifel of fietsenrek, en komen aan een aankoopprijs die 5.000 tot 10.000 euro hoger ligt.’ Meer opties en een luxueuzere afwerking leiden uiteraard tot hogere prijzen. Een integraalmodel van meer dan 120.000 euro is helemaal geen uitzondering.
Kilometers
Het goede nieuws is dat u vele jaren plezier zult beleven aan uw aankoop. Zelfs een intensieve gebruiker - twee reizen per jaar plus enkele weekendtrips - rijdt in tien jaar ‘maar’ 120.000 kilometer. Dat haalt de wagen waarop uw rijdend vakantiehuis is gebouwd met gemak.
Waar en hoe u hem tussen uw trips door stalt, kiest u uiteraard vrij, al zorgen de meeste eigenaars voor onderdak om niet alleen de motor maar ook de rest van het voertuig in zo’n goed mogelijke staat te houden. Lukt dat niet in uw garage, dan zijn er legio aanbieders van staanplaatsen in loodsen en dergelijke. Reken op een kleine 500 euro per jaar voor een plekje, al kan de prijs een paar honderd euro hoger zijn voor langere voertuigen. ‘Een nadeel is dat je telkens een afspraak moet maken om in de loods binnen te kunnen’, vermeldt Schoeters.
Een andere niet onbelangrijke jaarlijkse kostenpost is de verzekering. Die is weliswaar goedkoper dan voor een personenwagen van een gelijkaardige aankoopwaarde, maar toch. ‘Een volledige omnium voor een mobilhome van zowat 50.000 euro zal ongeveer 750 euro per jaar kosten’, geeft De Waele als voorbeeld. Schoeters is niet te beroerd om zijn eigen rekening op tafel te leggen: ruim 1.200 euro voor een beperkte omnium (inclusief glasbreuk, diefstal en deel eigen schade). ‘Een serieus bedrag, maar met één steen in de voorruit van een integraalmodel haal je de premie eruit, want die ruiten zijn maatwerk.’
Onderhoud
Voor kampeerauto’s geldt geen belasting op de inverkeerstelling (BIV, ‘inschrijvingstaks’), maar is wel de jaarlijkse verkeersbelasting verschuldigd. Die bedraagt nu 132 euro voor een wagen met een gewicht tussen 1.500 en 3.500 kg, 145 euro tot 8 ton en 185 euro tot 11 ton. Jaarlijks moet u met uw mobilhome ook naar de automobielinspectie. De eerste keer is die keuring omvangrijk en wordt het voertuig onder meer gewogen. De jaren daarna blijft ze beperkt. De gewone keuring kost 55 à 60 euro, de eerste keer zal het ietwat meer zijn.
Voor het onderhoud van het technische gedeelte van de wagen kunt u terecht bij een gewone autogarage. ‘Ik laat hem twee keer per jaar nakijken’, verduidelijkt Schoeters, ‘een keer voor we op reis vertrekken en een keer voor ik ermee naar de automobielinspectie ga.’ Wellicht moet u ook nog enkele tientallen euro’s per jaar uittrekken voor kleine herstellingen aan het woongedeelte: een kapot waterpompje, een doorhangend kastdeurtje…Voor dat soort herstellingen kunt u bij uw dealer terecht.
Hoeveel uw eigenlijke reis zal kosten, kunnen we moeilijk voorrekenen. Alles hangt af van de vraag of u nooit, soms of altijd op een camping zult overnachten. Ook tolwegen en ferryovertochten kunnen - zeker voor grote voertuigen - merkbaar duurder uitvallen dan voor een personenwagen. En dan is er natuurlijk nog het verbruik: een ‘van’ kan het nog halen met 8 liter per 100 km, maar een alkoof slikt al snel 10 liter en voor een integraal wordt dat minstens 12 liter. ‘Als je een tijdje 120 km per uur rijdt, mag je daar snel nog twee, drie liter bijrekenen’, weet De Waele.
Tweedehands
U kunt het budget wel drukken door een tweedehandse kampeerwagen aan te schaffen. De prijs is afhankelijk van de leeftijd van het voertuig, hoeveel kilometers het al op de teller heeft en welke accessoires de vorige eigenaar al liet toevoegen.
Ook verhuurders verkopen geregeld mobilhomes die een paar jaar in de verhuring hebben gezeten, en daar kunnen interessante aanbiedingen tussen zitten. ‘Vraag eventueel je garagehouder mee te gaan om het technische gedeelte te beoordelen’, raadt Schoeters aan. ‘De staat van het woongedeelte kan je normaal gezien zelf wel inschatten.’
Zowel Pasar als VKT (Vlaamse Kampeertoeristen) organiseert jaarlijks een grote tweedehandsbeurs voor motorhomes, waar ook consulenten aanwezig zijn.