Advertentie
nieuwsanalyse

Op een drafje naar 4 miljard euro aan Oosterweelwerken

Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) heeft een maand geleden de omgevingsvergunning afgeleverd voor Oosterweel. ©BELGA_HANDOUT

Oosterweel was bijna een kwarteeuw een processie van Echternach. Maar in 2020 ging het bijzonder snel. Lantis, de bouwheer van Oosterweel, gunde in iets meer dan zes maanden het overgrote deel van de werken. Ook de moeder aller omgevingsvergunningen werd afgeleverd.

De snelheid waarmee het Oosterweelproject nu vooruitgaat, zijn we in België niet gewoon. Wordt er al te gemakkelijk met geld gestrooid? Is dit een goudmijn voor de winnende bedrijven?

4 miljard euro aan aanbestedingen, waarbij de meeste grote aannemers in België aan hun trekken komen. Dat kan tellen. Of de aannemers er een gouden zaak aan doen, zal voor velen pas in de periode 2025-2030, na oplevering, duidelijk worden. Grote projecten houden grote risico's in.

Naast de klassieke directe werfgebonden kosten moeten de bouwbedrijven hun algemene kosten (management, centrale diensten als studiebureau...) zien te recupereren. Die vertegenwoordigen snel 7 à 8 procent van de omzet. Als een bouwbedrijf de voorbije jaren op het einde van de rit een nettomarge van 2,5 procent overhield, had het goed geboerd.

Advertentie

De vrees dat buitenlandse concurrenten door Oosterweel in België een voet aan de grond zouden krijgen, is niet uitgekomen.

De 4 miljard euro wordt gespreid in de tijd over veel bedrijven en hun onderaannemers. Zodra de spade in de grond gaat, geeft dat veel bedrijven een bodem in hun orderboek.

Een project als Oosterweel is ook een referentie voor bouwbedrijven in het buitenland. De vrees dat buitenlandse concurrenten door Oosterweel in België een voet aan de grond zouden krijgen, is niet uitgekomen. Vrijwel alle bedrijven in de winnende consortia zijn Belgisch of Belgische vestigingen van buitenlandse bedrijven (BAM, Engie...) die al lang aanwezig zijn op de Belgische markt.

Lopen de aannemers grote risico's?

Als het met een groot project verkeerd uitdraait, kan dat de jaarcijfers van een bouwbedrijf zwaar onderuit halen.

Advertentie

Als het met een groot project verkeerd uitdraait, kan dat de jaarcijfers van een bouwbedrijf zwaar onderuit halen. Dat is een van de redenen waarom Koninklijke BAM, na pijnlijke ervaringen met grote projecten, waaronder een tramlijn in België, heeft beslist zijn medewerking aan Oosterweel drastisch te beperken.

Besix, Jan De Nul, DEME en BAM Contractors bezitten elk 16 procent van het consortium Roco. BAM gaat zijn aandeel in Roco drastisch verminderen, maar is wel verplicht minstens symbolisch voort deel te nemen aan het project. Het is nog niet duidelijk welk bedrijf voldoende middelen en mensen heeft om het aandeel van BAM in het consortium Roco over te nemen. Ook de bedrijven Cordeel, Willemen, Denys, Franki Construct, Van Laere en Van Wellen bezitten aandelen van Roco.

Loopt de belastingbetaler grote risico's?

Infrastructuurwerken en grote bouwprojecten lopen in België al eens flink uit de hand. Dat was het geval met de bouw van het Justitiepaleis van Antwerpen. In 2009 bleek na een audit dat het 'vlinderpaleis' 250 miljoen euro had gekost, in plaats van de geraamde 75 miljoen euro.

Luc Hellemans, de CEO van de bouwheer Lantis, verzekert keer op keer dat dat met Oosterweel niet het geval zal zijn. Hij voerde een in België nieuwe contractvorm in: het NEC4- contract. Dat werd met succes gehanteerd voor de bouw van de metro van Londen. Lantis begroot de werken zoals een aannemer ze begroot. De aannemers worden al heel vroeg in het proces betrokken werden, om niet voor verrassingen komen te staan.

Zo’n contract is gebaseerd op totale transparantie over de evolutie van de bouwkosten. Zodra duidelijk is dat er een ontsporing is, gaan beide partijen samenzitten om die op te lossen. Ze weten dat ze er allebei voor moeten betalen. Dat moet ook schadeclaims vermijden. Het kan nog altijd tegenvallen. Als 40 meter onder de grond wordt gegraven, zijn er altijd onvoorziene omstandigheden.

Over het algemeen blijken de meerkosten bij NEC4-contracten binnen 10 à 15 procent te blijven. Dat is naar internationale normen zeer redelijk. Bij de ‘Big Dig’ in het Amerikaanse Boston, waar die methode niet werd gevolgd, ging de kostprijs maal 14. Oosterweel is een van de grootste projecten ooit die de NEC4-methode gebruiken.

Kan een beroepsprocedure nog roet in het eten gooien?

Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) heeft een maand geleden de omgevingsvergunning afgeleverd voor Oosterweel. Dat heeft het Lantis vergemakkelijkt om de twee laatste grote contracten toe te wijzen.

Een beroep bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen is nog altijd mogelijk. De termijn van 45 dagen loopt nog tot 14 januari. Voor de bouw van Oosterweel is er een groot draagvlak. Vertraging is mogelijk, maar dat het project helemaal naar af moet, is zeer onwaarschijnlijk. Tenzij de politici alsnog van gedacht veranderen. In coronatijden is 4 miljard euro veel geld.

Demir heeft onlangs de regels om in beroep te gaan strenger gemaakt. Het ontwerpdecreet daarover beperkt het kluwen van beroepsprocedures tot de gevallen waar belangen effectief geschaad worden. Beroepen kunnen sneller worden afgehandeld en een rechtsplegingsvergoeding is ook verschuldigd bij schorsingsverzoeken. De nieuwe regels zijn nog niet van toepassing op deze procedure.

Advertentie
Gesponsorde inhoud