Sterrenchef Gert de Mangeleer toont zijn verzameling oude madeira’s
De wereld van de collectioneurs is er een van dromen, bezitten en (ja, af en toe ook) bezeten zijn. In deze aflevering: de verzameling oude madeira’s van Gert de Mangeleer.
De wereld van de collectioneurs is er een van dromen, bezitten en (ja, af en toe ook) bezeten zijn. In deze aflevering: de verzameling oude madeira’s van Gert de Mangeleer.
‘Al mijn dure wijnen wikkel ik in plasticfolie’, lacht Gert de Mangeleer terwijl we zijn kelder induiken. ‘Een goede kelder is wat vochtig, en als ik ze ooit laat veilen, zouden beschadigde etiketten de waarde drukken.’
Er staan zowat zevenhonderd flessen. ‘Ik ben hier graag. Het voelt goed om ze te hebben. Het is deels plezier, deels investering. Om goed geïnformeerd op de beurs te beleggen, heb ik niet de tijd. Dus stop ik mijn centen in mijn eigen bedrijven, en in wijn. Dat beheers ik wel. Ik heb heel wat speciale, moeilijk te vinden flessen, zoals van Coche-Dury en Rayas. Sommige kocht ik voor honderd euro en zijn nu tweeduizend euro waard. Mocht de waarde ooit dalen, dan drink ik ze gewoon – ook dat doe ik graag. Maar dat zie ik niet snel gebeuren. Ook niet bij de madeira’s. Daar worden er weinig van gemaakt, en oude flessen worden alleen maar schaarser.’
Zijn oude madeira’s nemen een bijzondere plek in. ‘Een fles Petrus uit de negentiende eeuw is veel waard als object, als een soort kunstwerk, maar het is azijn. Bij madeira is dat anders. De oudste ter wereld dateert van 1795. Die heb ik geproefd, ja. Ongelooflijk hoe iets zó goed de tand des tijds doorstaat. Madeira wordt alleen maar beter met de jaren.’
‘Na een maaltijd een glas madeira en een sigaar, met goede muziek bij de open haard: beter wordt het niet’, zegt De Mangeleer. ‘Madeira heeft een fenomenaal breed, gelaagd en intens palet: alles waar ik van hou. Voor mij is het ook een soort meditatiewijn. Ik word er rustig van en kan dan in mijn eigen wereld verdwalen. Zeker na een hele fles. Grapje.’
Strikt genomen spreek je bij madeira niet over ‘vintage’. Het jaartal (‘colheita’) op de fles verwijst naar het oogstjaar van de druif. Bij topmadeira’s staat er ook ‘frasqueira’, wat betekent dat ze minstens 25 jaar op vat hebben gelegen.
Hij laat me er een proeven van het huis D’Oliveira uit 1990, gemaakt van de zoete malvasiadruif. ‘Als je die begint te walsen – waanzin. Die sinaasappel, dat gekonfijte, die prikkel in je neus, het volatiele, etherische, wat lactische, de peper ook – úren kan ik daaraan ruiken. Ik heb hier ook een Barbeito Verdelho 1981 staan. En Henriques & Henriques van vijftien en twintig jaar oud. De terrantez-druif is mijn favoriet, maar ze is met uitsterven bedreigd.’
‘Ik koop vooral droge madeira’s. D’Oliveira’s winnen het meest aan waarde. Zo kocht ik er ooit acht van mijn geboortejaar 1977, voor honderd euro per fles. Nu kosten ze 550 euro. Ik heb er één uitgedronken. Of nee: twee. Rond mijn verjaardag open ik vaak een fles. Dan probeer ik er een hele zomer mee te doen. Maar als er een maat langskomt die er ook wat van kent en we hebben al wat op, ben ik gul. De volgende dag grom ik dan wel: verdomme, zoveel uit de fles.’ (lacht)
‘De drinkflessen komen en gaan, maar alles ouder dan mijn geboortejaar drink ik niet. Zeer dure flessen proef ik soms in het restaurant, maar die uit mijn eigen collectie blijven dicht.’ We zien zo’n veertig verzamelflessen, waarvan sommige uit de negentiende eeuw. ‘Zoiets openen krijg ik niet over mijn hart. De Hertog Jan-groep is financieel gezond, maar mocht er ooit iets gebeuren, dan verkoop ik mijn wijnkelder. Die kelder is een combinatie van genot, trots en een buffer voor slechte tijden. Ik geniet er ook van om er gewoon naar te kijken.’
‘En ik weet: zodra zo’n fles open is, kan ik er niet af blijven en is ze na een maand leeg – dan zou ik lege flessen moeten verzamelen, en dat zie ik niet zitten’, lacht hij. ‘Het is wel zo dat madeira lang kan blijven openstaan, in tegenstelling tot wijn en porto. Hij is opgevoed met oxidatie: de vloeistof heeft leren leven met de zuurstof in de omgeving.’
Hij klapt zijn laptop open en toont een Excel-bestand. De flessen zijn geordend op leeftijd, met de marktwaarden erbij. ‘Ik verzamelde ze druppelsgewijs sinds begin jaren 2000. Vaak kocht ik ze voor mijn eigen verjaardag bij The Portugal Collection van Bert Jeuris. Hij heeft de grootste madeiracollectie ter wereld en levert aan toprestaurants wereldwijd. Ik krijg ook geregeld een fles cadeau van vrienden of trouwe gasten.’
‘Kijk, den vijftig’, zegt hij, en daarmee bedoelt hij zijn fles D’Oliveira Verdelho uit 1850. Hij heeft ook de 75 en 88. Hij zet de prijzen van 2013 en 2024 naast elkaar. ‘D’Oliveira 1875 kostte toen 955 euro, nu 2.400 euro. Mijn oudste fles is van 1834. Die kostte in 2013 1.150 euro. Nu is ze niet langer verkrijgbaar.’
‘Vroeger ging ik weleens overstag voor zo’n extreem oude fles, die ik dan leegdronk tijdens de herfst en winter. De kinderen roken er dan ook eens aan. Het blijven magische tijdcapsules. Zo zijn er weinig dingen die dat kunnen. Ik heb nog geen wijn uit 1834 gedronken, geen biefstuk, boter of kaas uit 1834 gegeten.’
‘De jongste tijd heb ik geen verzamelflessen meer gekocht. Wel heb ik meegeboden op de allerlaatste fles uit 1795, maar onderweg heb ik afgehaakt. Ze ging ruim 10.000 euro. Nu hebben we andere prioriteiten. Met vier opgroeiende kinderen is het leven duur, en madeira is dat ook. Misschien koop ik in een volgende levensfase weer wat.’
Hij is wel degelijk een madeirajager. ‘Ik koop bewust niet op veilingen zoals die van Christie’s of Sotheby’s. Wie ben ik als eenvoudige ondernemer om op te bieden tegen een steenrijke Japanner, Rus of Chinees die een veelvoud biedt van wat iets waard is, gewoon omdat hij het wil hebben?’
‘Ik kijk soms wel op Catawiki – wekelijks eigenlijk’, lacht hij. ‘Ik heb er al madeira’s gekocht die niet of niet langer op Berts lijst staan. Zo kreeg ik een fles uit 1940 te pakken voor 265 euro. Op Berts lijst uit 2013 stond ze voor 310 euro. Soms moet je gewoon wat geluk hebben.’