Gault&Millau lanceert op 26 juni voor het eerst een Belgische wijngids, met bijbehorende awards. Sabato ging voorproeven bij de ondernemersfamilie Vandeurzen.
Waar is de wijn? Door grote ramen valt zacht daglicht in een imposante zaal, twee verdiepingen hoog. Overal staan pallets vol lege flessen. Inox tanks blinken strak in het gelid. Het is stil in het hart van een van de meest prestigieuze wijnmakerijen van België. Alleen een koelinstallatie zoemt. Domeinbeheerder Bert Vandeurzen, in casual chic en met opgepoetste schoenen, toont wat er de volgende dagen te gebeuren staat. De blinkende tanks blijken een groot deel van de oogst van 2022 te bevatten, klaar om gebotteld te worden, een bijna-industriële klus die een kleine machine achteraan de wijnmakerij zal klaren.
Niet alles is al klaar voor de fles. Zo moeten de tempranillo- en de chardonnaycuvees Prestige en Carat nog rijpen in houten vaten, opgestapeld in een afgesloten koelruimte. Vandeurzen wijst nóg twee speciale gevallen aan. Met grote kruiken van gebakken klei, de kleur van pastelterracotta, heeft het domein de voorbije maanden voor het eerst een nieuwe vorm van rijping uitgeprobeerd. ‘De amforen hebben we gevuld met lemberger- en chardonnaywijn. In de kruiken komt er dan een uitwisseling tussen zuurstof en wijn op gang. Zoals in een houten vat, maar dan zonder de toevoeging van smaken die hout veroorzaakt. Je krijgt gerijpte, maar meer pure wijn.’
Door de nieuwe amforenwijnen zal Vandeurzen binnenkort vijftien verschillende wijnsoorten op de markt hebben, een indrukwekkend aantal voor een domein dat op zesenhalve hectare jaarlijks 35.000 flessen maakt. Waarom dat geëxperimenteer? ‘Dat is ons DNA’, zegt hij. ‘Innovatie is belangrijk voor ons. Het is de focus van onze investeringsmaatschappij Smile Invest, die we in 2017 hebben opgericht. Maar het geldt ook als we wijn maken.’
Vandeurzen is ook niet ongevoelig voor het hoge hipheidsgehalte van amforenwijnen bij sommeliers en wijnfreaks. ‘We willen maken wat de markt vraagt.’
Dat wijn uit kleikruiken de reputatie heeft een meer pure expressie van de druif te zijn, vindt Vandeurzen een bijkomend argument. ‘Het woord ‘Pure’ staat op de etiketten van al onze wijnen. Tot nog toe deden we dat omdat we in principe geen assemblages van verschillende druiven maken, maar telkens een wijn per druivensoort, om zo zuiver mogelijk te laten ervaren hoe de druif smaakt. Als amforen meer pure wijnen opleveren, dan zijn we daar fan van.’
Rode cijfers
De familie blijkt ook fan van geavanceerde wijntechnologie. Als Vandeurzen een deurtje openzwaait, licht de temperatuur van elke inox tank op in rode cijfers tot na de komma. Dat soort computergestuurde temperatuurregeling hebben grote bierbrouwers doorgaans in huis, maar bij kleine wijndomeinen zie je ze maar zelden. Een nagelnieuwe tank van 13.500 liter beschikt over een geïntegreerd sproei- en schroefsysteem, ook al zeldzaam speelgoed. Druivenranken aanplanten doen ze hier met een gps-systeem, zodat de afstand tussen de stokken precies dezelfde is. En op een deel van het domein test het onderzoekscentrum Flanders Make een zelfsturende tractor uit.
Ook de wijnmakerij zelf is geavanceerd. Ze is deels ingegraven in de zuidelijk georiënteerde helling waarop de wijngaard ligt. Dat biedt een constantere temperatuur en een natuurlijke koeling, legt Vandeurzen uit. ‘In onze opslagplaats hebben we amper één graad verschil tussen winter en zomer.’
Met zijn betonnen basis, smalle baksteenrode gevelstrips en strakke ramen lijkt het gebouw meer op een van de nieuwe luxueuze villa’s in deze groene gemeente bij Leuven. In de oorspronkelijke plannen uit 2017 was de wijnmakerij groter en stond ze tussen de wijnranken. Omdat buurtbewoners echter vreesden dat het idyllische uitzicht op de dreef en het bos boven aan de helling zou verdwijnen, dwongen ze de familie tot drie keer toe de plannen te wijzigen. Om in de omgeving te passen, mocht het atelier niet te veel afwijken van het uitzicht van een gewoon huis. Het architectenbureau Jaspers-Eyers verkleinde de oppervlakte van het ontwerp dan maar tot een vierde. De controverse over de wijnmakerij kon in ieder geval niet verhinderen dat het ontwerp een International Property Award in Londen won.
Vermogende families
Sinds de familie Vandeurzen in 2013 in Linden het witte kasteel kocht met twee boerderijen, een parkdomein van 28 hectare en elf hectare akkers, heeft de ontwikkeling van haar ambitieuze wijnbouwproject al veel voeten in de aarde gehad – in dit geval een hoogstaande mengeling van klei, leem en ijzerzandsteen. Pas sinds de oplevering van de wijnmakerij, in 2020, kan het wijnkasteel voluit gaan. In totaal investeerde de familie al vier miljoen euro in gronden, gebouwen en machines.
Die inspanning lijkt te lonen: de wijnen van het domein halen keer op keer medailles op wijnwedstrijden en de familie slaagt erin elk jaar ruim dertigduizend flessen te verkopen, deels via haar eigen restaurant en evenementenzalen op het domein. ‘We hebben een passie voor wijn, maar bekijken het ook zakelijk’, zegt Vandeurzen. ‘We hebben voor onszelf bepaald dat we nichewijnen willen maken, bijzondere flessen die goed scoren bij een gastronomisch publiek. We weten dat we daarvoor moeten investeren om op termijn succesvol te zijn. En dat succes wordt op de markt bepaald.’
Die markt bewerkt Vandeurzen met wijnen die, al bij al, betaalbaar zijn. Terwijl de duurste Belgische wijnen, zoals Clos d’Opleeuw, al snel zestig euro kosten, betaal je hier tussen 13 en 26 euro.
De manier waarop de familie Vandeurzen zich een weg naar de Belgische wijntop investeert, lijkt tekenend voor een relatief nieuw fenomeen in België, waarbij ondernemers wijndomeinen beheren als waren het bedrijven in hun portefeuille. Vader Urbain Vandeurzen kocht zijn wijngaard met een deel van de 420 miljoen euro die hij verdiende met de verkoop van zijn technologiebedrijf LMS International aan Siemens.
Andere vermogende ondernemers met een wijngaard zijn onder meer de familie Ewbank de Wespin van Chant d’Éole in Henegouwen, de supermarktfamilie Vaxelaire van Bioul bij Namen, vastgoedondernemer Jan Van Lancker met Valke Vleug in Puurs en de AB InBev-aandeelhouders De Mévius met La Falize, ook al in de buurt van Namen. Het zijn stuk voor stuk families die zich de beste oenologen en de meest geavanceerde vinificatieapparatuur kunnen permitteren, ver weg van het kleinschalige hobbyisme dat een groot deel van de 259 Belgische wijnmakers kenmerkt. Dit soort van wijnondernemerschap is maar voor de weinige, heel vermogende families weggelegd die zich de luxe van het geduld kunnen permitteren.
Zo wil de familie Vandeurzen, zoals met al haar investeringen, ook met het wijnkasteel winst maken. Toch zit ze daar tien jaar na de start nog een eind van verwijderd.
Atypische keuzes
De familie begon pas met haar domein na een uitgebreide bodemanalyse: bleek dat het terroir naar Franse normen voor tachtig procent tot de topcategorie behoorde. Om de kwaliteit van haar wijnen op te volgen, stuurt ze vier keer per jaar stalen naar een lab in Duitsland. En met Daniel Medarts heeft het kasteel een gereputeerde wijnmaker in huis: Medarts verbouwt zelf al jaren wijn op Kitsberg, een minidomein van 1,3 hectare in Heers, bij Sint-Truiden. De ‘Pinot Blanc 2022’ van Kitsberg werd vorig jaar nog uitgeroepen tot ‘beste witte wijn van de Lage Landen’. Bij wijnkasteel Vandeurzen volgt Medarts alle details op, van het snoeien van de stokken tot de cijfers na de komma die de temperatuur op de fermentatietanks aangeven.
Medarts is zelf het bewijs dat je niet per se veel geld moet hebben om goede wijn te maken. Maar om blijvend te experimenteren, zoals domein Vandeurzen doet, helpt een stevig familievermogen. Bert Vandeurzen toont een pas aangeplant perceel roter veltliner, op een stuk van de vierenhalve hectare vrijgebleven akkers die de familie pas nu stelselmatig in gebruik wil nemen. ‘Elk jaar planten we nieuwe druivenrassen. We hebben ook al experimenten gedaan met barbera en montepulciano. Soms lukt het, soms niet. Maar je moet proberen om te leren.’
Proberen heeft de familie van in het begin gedaan. Vandeurzen is het enige wijndomein in België dat tempranillo en albariño heeft aangeplant. Ook met lemberger, een rood druivenras dat populair is in Duitsland en Oostenrijk, maakten ze een atypische keuze. Waarom? ‘Omdat we die wijn zelf graag drinken’, zegt Vandeurzen. ‘We hebben een huis in Spanje en gaan skiën in Oostenrijk. Daar leerden we die druiven appreciëren. Toen uit de klimaatvoorspellingen bleek dat ze ook hier kunnen rijpen, zijn we ervoor gegaan.’
De funfactor van Urbain Vandeurzen
Toen doctor in de toegepaste wetenschappen Urbain Vandeurzen in 2012 zijn bedrijf LMS International aan Siemens verkocht, had hij met de 420 miljoen euro opbrengst makkelijk een topchateau in Frankrijk kunnen kopen. In plaats daarvan tikte de entrepreneur het neoclassicistische Kasteel van Linden (Lubbeek) op de kop. Hij bracht er het hoofdkwartier onder van Smile Invest, zijn industrieel groeifonds dat focust op technologie, gezondheidszorg, vastgoed en – als laatste pijler – ‘fun’. Daarin zitten dus de wijnactiviteiten, die beheerd worden door zijn zoon Bert.
Zakelijk instinct
Al dat geëxperimenteer zou doen vergeten dat op de helft van het domein gewoon chardonnay is aangeplant, een druif die zowel met de persoonlijke voorkeur als met het zakelijk instinct van de familie klopt. Vandeurzen maakt met de populaire druif drie verschillende wijnen: een niet-houtgerijpte versie, de Prestige-variant die gerijpt is op Amerikaanse eik en een wijn die aan een mooie bourgogne doet denken en gerijpt is op Franse eik.
Met de nieuwe amforenwijn komt er binnenkort zelfs een vierde chardonnayvariant bij. ‘Die chardonnay zit evenveel in ons DNA als de experimenten.’
Zoals een vooruitziend ondernemer denkt de familie al op langere termijn na over haar wijnkasteel. Twee straten verder, op vijf minuten rijden, heeft ze nog een terrein van vijfenhalve hectare aangekocht. Ook daar komen wijnstokken. Wanneer? Dat zal de markt bepalen, zegt Vandeurzen. ‘We willen groeien, maar het tempo waarin zal van de vraag afhangen. We hebben er goede hoop op dat Belgische wijn populair blijft. Een Belgische fles is toch duurzamer dan wijn uit Chili of Nieuw-Zeeland. Vooral jonge mensen zijn daar gevoelig voor. De toekomst ziet er dus goed uit.’
Gault&Millau lanceert zijn Belgische wijngids op 26 juni. Het bekroont dan ook de ‘wijnen van het jaar’.
| Prijs | 26,95 euro